Het
zomerkoninkje
Het aardbeienelfje wilde niet. De kabouters hadden hem gevraagd of hij mee wilde
doen aan een verkiezing. Ze vonden dat er in het bos een zomerkoning moest zijn.
Het aardbeienelfje was een beetje verlegen en hield niet van verkiezingen of
wedstrijden. Hij wilde dus niet meedoen.
Elke dag opnieuw kwamen er kabouters met het elfje praten om hem over te
halen. Ze vertelden van de prachtige kroon die de winnaar zou krijgen. Dat was
een echte gouden kroon, door de kaboutergoudsmid gemaakt. Toen dat allemaal
niet hielp en het aardbeienelfje niet over te halen was, begrepen de kabouters
dat ze het anders moesten aanpakken. Ze moesten het elfje een beetje jaloers
maken, dat zou misschien helpen.
Ze vertelden dat de bosbeself zo geweldig was en dat de frambozenelf een grote
kans maakte om tot zomerkoning gekozen te worden. Dat werd het aardbeienelfje
wat te gortig. Hij besloot toch maar mee te doen, al was het eigenlijk tegen
zijn zin. De dag van de verkiezing was het aardbeienelfje erg zenuwachtig. Hij
deed nu wel mee, maar stel dat hij op de laatste plaats eindigde. Dan durfde hij
z'n gezicht niet meer te laten zien.
Het was een heel spannende verkiezing. Alle bosvruchtenelfen deden mee. Ten
slofte kwam de uitslag van de verkiezing: het aardbeienelfje was gekozen. De
kabouterjury vertelde ook waarom: omdat z'n kleur zo mooi was en omdat hij van
die mooie bloemetjes had en omdat aardbeien zo heerlijk zoet smaakten. De andere
elfjes waren wel een beetje jaloers, maar vonden wel dat de kabouters gelijk
hadden. Het aardbeienelfje zag er inderdaad schitterend uit. Met een hoogrode
kleur van verlegenheid werd het elfje gehuldigd. Toen kwamen de kabouters met de
kroon. Hij was veel te groot, maar dat zou de kaboutergoudsmid wel oplossen.
Nu weet je waarom aardbeien ook wel zomerkoninkjes worden genoemd. En hun mooie
rode kleur hebben aardbeien omdat ze een beetje verlegen zijn...
|