Waarom spinnen altijd in een hoek zitten

Eens heerste in een ver land al een hele tijd een hongersnood. Heel veel mensen en dieren waren van de honger omgekomen.
In dit land woonde ook de familie van de spinnen. De mannetjesspin, Ananse, had een veldje met wortelen. Zodat hij en zijn gezin genoeg te eten hadden. Maar ook de opbrengst van zijn veldje werd steeds minder. Ze moesten zuinig aan doen en er was soms niet eens genoeg te eten voor allen.
Ananse was al oud. Hij voelde dat het niet lang zou duren voordat hij de wereld van de levenden zou verlaten. Op een avond zei hij tegen zijn vrouw: 'Lieve vrouw, als ik er over een paar dagen niet meer ben, kun je dan mijn laatste wensen in vervulling laten gaan?' 'Natuurlijk', zei zijn vrouw, 'Zeg maar wat je wensen zijn.'
'Ik wil graag begraven worden op ons wortelveld. Maar graaf me niet helemaal onder met modder. Als er een dodenrijk bestaat, wil ik niet teveel moeite hebben met uit mijn graf kruipen. In mijn graf wil ik graag de oven, een pan, olie en wat zout. Doe er ook wat wortelen bij. Want als ik ver reizen moet, wil ik graag wat te eten bij me hebben.' 'Lieve Ananse, men weet helemaal niet of er zoiets is als een dodenrijk. Maar als dat jouw laatste wensen zijn, zorg ik ervoor dat ze uit zullen komen.' Ananse bedankte zijn vrouw hartelijk. Toen gingen ze slapen.
De volgende dag werd zijn vrouw wakker. Ananse lag levenloos naast haar. Ze schrok en begon hard te huilen. Ze duwde hem en schudde hem door elkaar. Ze sloeg hem zelfs. 'Ga nou niet! We hebben je nodig', riep ze. Maar Ananse deed zijn ogen niet meer open.
De kinderen waren wakker geworden en zagen wat er gebeurd was. Ook zij waren in diepe rouw. Nadat hun eerste tranen een beetje gedroogd waren, vertelde de moederspin wat de wens van Ananse was. De kinderen maakten er meteen werk van. Ze groeven een gat in het wortelveldje en legden hun vader erin. Ze tilden de oven helemaal vanuit het huis naar het graf en haalden nog olie, een pan en zout. Toen trokken ze wat wortelen uit de grond en gooiden die in het graf en strooiden een klein beetje zand over de kuil. Maar niet teveel, want dat was hun vaders wens. Ze baden tot de goden dat die hun vader in het godenrijk zouden toelaten en gingen toen terug naar hun huis.
's Avonds waren ze allemaal in diepe rust, moe van alle verdriet en het werk dat ze die dag verricht hadden. Op het wortelveld was het niet zo rustig. Ananse was uit zijn graf gekomen en deed zich tegoed aan de wortelen. Hij was niet dood, maar hij had zijn dood in scène gezet. Hij was het zat om al het eten te delen met zijn familie en nu kon hij in alle rust zoveel eten als hij wilde. Dat hij daarvoor in de buitenlucht moest slapen, nam hij op de koop toe.
Ananse leefde zo vele dagen en was heel gelukkig en tevreden.
Op een dag merkte zijn vrouw dat er wel erg weinig wortelen op het veldje waren. Ze had al snel door dat ze bestolen werd. 'Maar ik krijg de dief wel te pakken!' zei ze kwaad.
Ze liep naar haar huisje en haalde een houten beeld op. Dat bracht ze naar het veld en wreef het helemaal in met een kleverig goedje. In een hand van het beeld stopte ze een wortel. Ze ging weer naar haar hut en ging slapen tot het ochtend werd.
Die nacht ging Ananse weer uit zijn graf om wortelen te eten. Maar wat zag hij daar? 'Een indringer! Iemand probeert mijn wortels te stelen. Ik zal hem krijgen!' dacht Ananse toen hij in het donker de contouren van een gedaante zag die een wortel in zijn hand had. Hij besprong het beest. 'Wat gebeurt er nou? Ik kan er niet meer af komen.' Die arme Ananse zat helemaal vastgeplakt! Al snel besefte hij zich dat het een beeld was. 'Ik ben in de val gelopen van mijn eigen vrouw,' dacht Ananse beschaamd.
De volgende ochtend liep zijn vrouw naar het veldje. Al vanuit de verte kon ze zien dat het haar eigen man was. Haar man, die iedereen doodwaande.
'Ben jij dat Ananse, ben je opgestaan uit de dood?' vroeg ze met trillende stem. 'Spinnevrouw, haal me hieraf, dan zal ik alles vertellen!' bromde Ananse.
Toen hij los was, vertelde hij haar alles.
'Hoe kon je zoiets doen?' huilde de vrouw. 'Iedereen denkt dat je dood bent. Onze hele familie, iedereen die we kennen. We zullen ons voor de rest van ons leven moeten verstoppen in de donkerste hoekjes. Om de schande die jij ons aangedaan hebt door je te verbergen voor de wereld.
Daarom zitten spinnen nu nog steeds op de donkerste plekjes.

Grimm