De vliegende
postbode
Meneer Musgrove was de postbode in een
dorpje dat Pagnum Moss heette. Meneer en mevrouw
Musgrove woonden in een huisje dat 'De Fuchsia'
heette, 't Heette 'De Fuchsia' omdat er een heg
van fuchsia's omheen liep. In de voortuin hielden
ze een koe die Nina heette en in de achtertuin
verbouwden ze aardbeien... alleen maar aardbeien.
Nu was meneer Musgrove geen gewone postbode, want
in plaats van rond te fietsen ofte lopen vloog hij
rond met een helikopter. En hij stopte de brieven
ook niet in de brievenbus maar wierp ze door de
ramen van de mensen, en dan zong hij van 'Wordt
wakker, 't zonnetje is al op.'
En de mensen konden hun brieven dan rustig in bed
lezen in plaats van er een rommel op de
ontbijttafel mee te maken.
Soms bond meneer Musgrove, om de kinderen een
plezier te doen, ook wel eens een radio aan de
staart van z'n vliegtuig en dan vloog hij op de
maat van de muziek. Hij had een speciaal soort van
helikopter die loopings kon maken en zelfs
ondersteboven vliegen!
Maar op een dag werd meneer Musgrove ontboden
bij de Directeur der Posterijen en die zei: 'Het
is verboden om te stuntvliegen. U mag alleen maar
brieven bezorgen met uw helikopter en geen grapjes
uithalen.'
Meneer Musgrove zat diep in de put.
En na die aanmerking zette hij altijd meteen na
z'n werk z'n helikopter weer weg, totdat een paar
kinderen op een dag naar hem toe kwamen en zeiden:
'Doet u alstublieft nog eens wat leuks in de
lucht, meneer Musgrove!'
Toen hij zei dat dat niet meer mocht, waren de
kinderen erg verdrietig en sommigen huilden zelfs
een beetje. Meneer Musgrove kon 't niet verdragen
dat de kinderen verdrietig zouden zijn en dus bond
hij z'n radio weer aan z'n helikopter, sprong op
de bestuurdersplaats en vloog onder luid
muziekgeschal de lucht in.
'Eén kunstje zal ik maar doen,' zei hij tegen zich
zelf. 'Een nieuw en héél speciaal kunstje!'
De kinderen hielden op met huilen en dansten op en
neer.
Hij vloog hoger en hoger de lucht in totdat hij
bijna niet meer te zien was, en toen vloog hij met
een geweldige vaart recht naar beneden toe, dook
vlak over de kerktoren heen en weer naar omhoog.
De kinderen die op de daken waren geklauterd
riepen: 'O, wat geweldig! Nog eens, alstublieft!'
En dus vloog meneer Musgrove weer hoger en hoger
en kwam weer pijlsnel naar beneden... Maar hij
kwam een beetje te laag, en 'Baing, Boing,' daar
landde hij midden op de toren van de kerk.
De Directeur van de Posterijen die in zijn huis op
de heuvel de knal gehoord had kwam meteen
aangegaloppeerd op z'n paard Zwarte Bertie. De
Andere Hoge Heren van de Posterijen hadden 't ook
gehoord en kwamen te voet aangezet.
Bij de kerk aangekomen steeg de Directeur der
Posterijen af, schudde z'n vuist tegen meneer
Musgrove en zei streng: 'Dat is een ernstige
overtreding. Kom onmiddellijk naar beneden.'
'Ik kan niet,' zei meneer Musgrove benauwd. 'Ik
zit vast.'
En dus moesten de Andere Hoge Heren van de
Posterijen een stevige ladder pakken en op de
kerktoren klimmen en meneer Musgrove en z'n
helikopter eraf halen.
Toen ze hem weer beneden hadden bekeken ze meneer
Musgrove van top tot teen en zagen dat hij niets
gebroken had. Ze zagen ook dat de radio nog heel
was, maar de arme helikopter was ernstig
beschadigd.
Z'n staart hing naar beneden, z'n neus was naar
boven gedrukt en hij was helemaal uit z'n voegen.
'Daar zal weken aan gerepareerd moeten worden,'
zeiden de Heren.
De Directeur der Posterijen wendde zich tot meneer
Musgrove en zei:
'Hiervoor moeten we u ontslaan. Geef uw uniform
maar hier.'
Meneer Musgrove gaf hem verdrietig z'n pet en z'n
jasje met rode biezen.
'Meneer Boodie zal u opvolgen,' zei de Directeur
der Posterijen.
Meneer Boodie was de postbode van 't naburige
dorp. Hij zag er niet veel in om postbode voor
twee dorpen te zijn. 'Voel te veel voor één man op
een fiets,' bromde hij, maar de Directeur kon 't
niet horen.
Meneer Musgrove ging in z'n overhemd naar 'De
Fuchsia' terug. 'Ik ben m'n baantje kwijt, mevrouw
Musgrove,' zei hij.
Zelfs Nina keek treurig en liet haar oren hangen.
'O, kop op,' zei mevrouw Musgrove. 'We vinden wel
een nieuwe baan voor je.'
'Ik kan eigenlijk alleen maar vliegen en brieven
bezorgen,' zei meneer Musgrove.
En dus gingen ze samen zitten denken en Nina dacht
ook na met haar eigen speciale koeiehersens.
Na een tijdje had Mevrouw Musgrove een plan.
'We plukken aardbeien uit de achtertuin en dan
maken we daarvan en van de melk van Nina Roze IJs
en verkopen dat aan de mensen die langskomen,'
riep ze.
'Wat een geweldig plan,' riep meneer Musgrove en
maakte een vreugdedansje. 'Wat een slim idee,
mevrouw Musgrove.'
Nina keek alsof ze 't ook een goed idee vond en
zei: 'Boeoeoeoeoe!'
De volgende dag ging meneer Musgrove blij de tuin
in en plukte een mand vol aardbeien. Hij at er
niet één zelf maar deed ze allemaal in de mand.
Mevrouw Musgrove molk Nina en schepte de room van
de melk af. Samen maakten ze heerlijk ijs, en toen
hingen ze een bord op
ROZE IJS TE KOOP!
Nina keek heel trots.
Toen de kinderen 't bord zagen kwamen ze gauw ijs
kopen, en zelfs een paar volwassenen kwamen er
bij, en zeiden: 'Hmmm! Wat een Verrukkelijk IJs!'
's Avonds waren ze uitverkocht en dus draaiden ze
't bord om en schreven op de achterkant
MORGEN WEER ROZE IJS
En elke dag maakten ze weer nieuw roze ijs, en
elke avond waren ze uitverkocht.
'We beginnen heel wat geld te verdienen,' zei
meneer Musgrove.
Maar ook al hadden ze nog zo'n succes met hun roze
ijs, toch dacht meneer Musgrove vaak verlangend
aan z'n helikopter en z'n leven als postbode. Op
een dag toen hij Nina uitliet in 't bos bij z'n
huis, kwam hij meneer Boodie tegen. Meneer Boodie
beklaagde zich dat hij 't te druk had.
'Nou, ik wou liever fietsen dan helemaal geen
postbode meer te zijn/ zuchtte meneer Musgrove.
Op een ochtend voordat de Musgroves hun ijstent
open hadden zag Nina de Directeur van de
Posterijen langs komen op z'n paard Zwarte Bertie.
Nina vond Zwarte Bertie erg leuk, en dus stak ze
toen hij langs kwam haar neus door de fuchsiaheg
en zei: 'Boeoeoeoeoe!'
Bertie schrok zo dat hij een sprong in de lucht
maakte, en de Directeur viel in de fuchsiaheg.
'Boe!' riep Nina ontzet en meneer en mevrouw
Musgrove kwamen toesnellen.
Ze droegen de Directeur voorzichtig 't huis in,
legden hem op een sofa, hielden vlugzout onder z'n
neus en probeerden hem wat sterke zoete thee te
laten drinken, en wat cognac. Maar niets hielp om
hem bij te brengen.
Ze probeerden 't werkelijk met alles: zelfs met
chocolade biskwies en priklimonade, maar hij deed
geen oog open totdat mevrouw Musgrove kwam
aanlopen met een Roze IJsje.
'Wat is dat?' zei hij, en opende één oog. 'Ruikt
heerlijk.'
En dus gaven ze hem er een.
'Verrukkelijk,' riep hij. 'Heerlijk.'
Toen gaven ze hem er nog een en nog een en nog
een. Hij at er zes!
'Nu ben ik weer beter,' zei hij, en stond op.
'Dank zij uw Verrukkelijke Us. Ik heb 't nooit
beter geproefd.'
Toen liep hij naar buiten en riep Zwarte Bertie,
die de tuin in was gelopen en nu bij Nina gras
stond te eten.
'Kom Zwarte Bertie, we moeten naar huis,' zei hij,
en sprong in 't zadel en reed weg, terwijl hij nog
achterom zwaaide naar de Musgroves.
Die middag verscheen hij tot hun grote verbazing
weer. En Nina paste wel op dat ze niet weer door
de omheining loeide naar Zwarte Bertie.
'Ik kom weerom,' zei de Directeur der Posterijen,
'omdat ik zo dankbaar ben voor uw vriendelijkheid
en voor uw ijsjes dat ik thuis een kleine
verrassing voor u heb. Wilt u komen kijken, meneer
Musgrove?'
'Ja natuurlijk,' riep meneer Musgrove en vroeg
zich opgewonden af wat dat dan wel kon wezen.
'Spring er dan maar op,' riep de Directeur, "t
Spijt me maar mevrouw kan er niet meer bij.'
Meneer Musgrove was eerst wel wat zenuwachtig op
Zwarte Bertie, maar hij was eigenlijk veel te
opgewonden om zenuwachtig te zijn.
Toen ze bij 't huis van de Directeur kwamen,
zetten ze Bertie op stal en gaven hem een
suikerklontje. Toen voerde de Directeur meneer
Musgrove de stoep op en de hal in, waar een grote
houten kist stond. Hij opende de kist en wat
haalde hij te voorschijn? De pet en de uniformjas
van meneer Musgrove. 'Draag dit alstublieft weer,'
zei hij. 'En word weer de Vliegende Postbode van
Pagnum Moss.'
Meneer Musgrove was erg opgewonden en bedankte de
Directeur drie maal. Toen nam deze hem mee in de
tuin. 'Kijk,' zei hij, en wees naar 't grasveld,
en daar stond de helikopter, helemaal gerepareerd!
'Spring er maar in, en morgen beginnen,' riep de
Directeur.
Meneer Musgrove nam een schuiver over 't grasveld
en sprong er met een vreugdekreet in. Toen hij
wegvloog riep de Directeur: 'Wilt u me elke dag
zes van uw heerlijke ijsjes verkopen, tegelijk met
de ochtendpost?'
'Jazeker wel,' riep meneer Musgrove naar beneden,
en salueerde.
'Zes! Ik bewaar ze in m'n koelkast: twee voor de
lunch, twee voor de thee en twee voor 't
avondeten,' riep de Directeur.
Wat was mevrouw Musgrove verbaasd en wat keek Nina
op, toen meneer Musgrove weer in uniform de tuin
binnentrad.
'Hoera ik ben weer postbode!' riep hij.
'Boeoeoeoeoeoe!' riep Nina en mevrouw Musgrove
klapte m haar handen.
De volgende ochtend ging hij weer brieven bezorgen
en zong weer van 'Wordt wakker, 't zonnetje is al
op,' en iedereen werd wakker en riep blij: 'Hoera
meneer Musgrove, de vliegende postbode is weer in
de lucht terug.'
En de mopperende meneer Boodie zei ook: 'Hoera'
omdat hij 't nu niet zo druk meer zou hebben. Hij
was zo opgewonden dat hij eerst met losse handen
en toen met losse voeten ging fietsen totdat de
Directeur voorbijkwam, naar hem wees, en riep:
'Hee, dat is mal en gevaarlijk!' En dus deed hij
weer gewoon.
Meneer Musgrove vergat nooit 't Roze ijs voor de
Directeur der Posterijen mee te nemen: twee voor
z'n lunch, twee voor z'n thee, en twee voor z'n
avondeten. En mevrouw Musgrove maakte elke dag
zelf in haar eentje ijs, zodat ze al heel gauw
geld genoeg hadden om zelf een helikopter te kopen
die ze De Vleermuis noemden. Ze lieten achterop
een nogal groot zitje maken voor Nina en elke
zaterdag gingen ze met z'n allen in de stad
winkelen en 's zondags een vluchtje maken.
Meneer Musgrove maakte nog vaak kunstjes voor de
kinderen, maar hij zorgde dat hij nooit meer laag
over de kerktoren vloog.
V.H. Drummond
V.H. DRUMMOND is eigenlijk
geen schrijfster, maar tekenares: ze illustreert
kinderboeken. Maar haar zoontje vond, dat zijn
moeder niet alleen moest kunnen tekenen, maar ook
verhaaltjes vertellen, en zo schreef ze haar
eerste boek (dat over een eekhoorntje gaat) voor
hem. Natuurlijk tekende ze er zelf de plaatjes
bij.
Sindsdien heeft ze verscheidene verhalen
geschreven en geïllustreerd. Een daarvan is 'De
Vliegende Postbode'', dat onder de titel 'The
Flying Postman' verscheen in de verhalenbundel 'A
Golden Land' uitgegeven door Constable.
Maar tekenen blijft haar voornaamste werk. Ze
heeft bijvoorbeeld voor de televisie een serie van
achttien tekenfilmpjes gemaakt, die 'Little
Laura,9 heten. Van die filmpjes worden nu weer
boekjes gemaakt.
In 1957 won ze de Kate Greenawayprijs, die de
Engelse leeszalen en bibliotheken toekennen aan
het best geïllustreerde kinderboek van het jaar.
Ze vindt het heel leuk, dat wij deze bloemlezing
met haar verhaal openen, en dat het boek naar dat
verhaal is genoemd.
De vertaling is van Marjolein de Vos.
|