Een verhaal
over donsjes
Er waren eens, een hele tijd geleden,
twee mensen die gelukkig leefden
en Tim en Maggie heetten; ze hadden twee kinderen,
John en Lucy.
Om te begrijpen hoe gelukkig ze waren, moetje
begrijpen hoe de dingen
in die dagen waren. Weetje, in die tijd kreeg
iedereen na zijn geboorte
een klein, zacht Donstasje.
Iedere keer dat iemand zijn hand in dat tasje
stopte, kon hij er een
Warm Donsje uithalen. Warme Donsjes waren erg in
trek, omdat steeds
wanneer iemand een Warm Donsje kreeg, hij zich
helemaal lekker warm
en donzig voelde. Mensen die niet regelmatig Warme
Donsjes kregen,
liepen het gevaar een ziekte in hun rug te
krijgen, die verschrompeling
en sterven veroorzaakte.
In die dagen was het gemakkelijk Warme Donsjes
te krijgen.
Iedere keer dat iemand er zin in had. kon hij naar
iemand toe gaan
en zeggen: 'Ik wil een Warm Donsje'. Je stak je
hand in je tasje en
haalde er een Donsje uit ter grootte van een
meisjeshandje. Zodra het
donsje het daglicht zag, glimlachte het en groeide
het uit tot een groot,
ruigharig, Warm Donsje. Die legde het dan op
iemands schouder of
hoofd of schoot; het rolde zich dan knus op, smolt
zo zijn huid in en
maakte dat hij zich helemaal lekker voelde.
Mensen vroegen elkaar altijd om Warme Donsjes,
en aangezien iedereen
ze altijd vrij kreeg, was het nooit een probleem
om er genoeg van te
krijgen. Er waren er altijd een heleboel en
bijgevolg was dat iedereen
gelukkig en voelde zich meestentijds warm en
donzig.
Op een dag werd een kwade heks boos, omdat
iedereen zo gelukkig was
en niemand haar drankjes en zalfjes kocht. De heks
was erg slim en
maakte een gemeen plannetje. Op een mooie morgen
sloop de heks naar
Tim, terwijl Maggie met haar dochter aan het
spelen was, en fluisterde
in zijn oor. 'Kijk eens Tim naar alle Donsjes die
Maggie aan Lucy geeft.
Weet je dat als ze daar mee doorgaat ze er
tenslotte geen meer heeft
en dat er dan niets meer voor jou overblijft?'
Tim stond paf. Hij draaide zich om naar de heks
en zei:
'Bedoel je dat er in ons tasje niet elke keer als
we onze hand erin
stoppen een Warm Donsje is? En de heks zei: Nee,
zeer zeker niet,
en als je eenmaal niets meer hebt, dan is het uit.
Dan heb je nooit
meer iets.' Met deze woorden vloog de heks op een
bezemsteel weg,
terwijl ze de hele rit kakelend lachte.
Tim knoopte dit in zijn oren en begon notitie
te maken iedere keer
dat Maggie een Warm Donsje aan iemand anders
afstond.
Tenslotte werd hij erg bezorgd en kreeg hij het te
kwaad, omdat hij
erg hield van de Warme Donsjes van Maggie en hij
ze niet wilde opgeven.
Hij wist zeker dat het niet juist was van Maggie
om al haar Warme
Donsjes aan de kinderen en andere mensen te
spenderen.
Hij begon iedere keer dat hij Maggie een Warm
Donsje aan iemand
anders zag geven te klagen, en omdat Maggie hem
erg aardig vond,
hield ze op zo vaak als vroeger Warme Donsjes aan
andere mensen te
geven en reserveerde ze ze voor hem.
De kinderen zagen dit en al spoedig kregen ze
het idee dat het verkeerd
was Warme Donsjes weg te geven iedere keer dat
erom gevraagd werd
of als je er zin in had. Ook zij werden erg
voorzichtig.
Ze hielden hun ouders nauwlettend in het oog en
steeds als ze voelden
dat een van hun ouders teveel Donsjes aan anderen
weggaf, begonnen zij
ook bezwaren te maken. Ze begonnen zich bezorgd te
voelen als ze zelf
teveel Warme Donsjes weggaven.
Zelfs hoewel ze iedere keer dat ze in hun tasje
grepen een Warm Donsje
vonden, grepen ze er steeds minder in en werden ze
meer en meer
geprikkeld.
Al snel begonnen mensen het gebrek aan Wanne
Donsjes op te merken en
begonnen ze zich minder warm en donzig te voelen.
Ze begonnen op te
drogen en soms stierven mensen door gebrek aan
Warme Donsjes.
Steeds meer mensen gingen naar de heks om drankjes
en zalfjes te kopen,
zelfs als deze niet schenen te werken. Welnu, de
situatie begon echt
ernstig te worden. De slechte heks die dit allemaal
had aan zitten kijken,
wilde met echt dat de mensen doodgingen [omdat
dode mensen geen
zalfjes en drankjes konden kopen], dus maakte ze
een nieuw plan.
Iedereen kreeg een tas die erg op het Donstasje
leek, behalve dat dit
koud was, terwijl het Donstasje warm was. In de
tas van de heks zaten
Koude Stekels. Deze Koude Stekels lieten mensen
zich niet warm en donzig
voelen, maar in plaats daarvan koud en stekelig.
Ze voorkwamen dat de
rug van mensen uitdroogde.
Dus van toen af aan iedere keer dat iemand zei Ik
wil een Warm Donsje
zeiden mensen die bezorgd waren om hun voorraad
uit te putten:
'Ik kan je geen Warm Donsje geven, maar heb je zin
in een Koude
Stekel?'
Soms liepen twee mensen naar elkaar toe en dachten
een Warm Donsje te
krijgen, maar een van de twee veranderde dan van
gedachten en ze gaven
elkaar dan een Koude Stekel.
Zo was het eind van het liedje dat hoewel er maar
weinig mensen stierven,
heel wat mensen nog ongelukkig waren en zich nog
steeds koud en stekelig
voelden. De situatie werd erg ingewikkeld, omdat
sinds de komst van de
heks er steeds minder Warme Donsjes in omloop
waren; dus werden
Warme Donsjes, waarvan men dacht dat ze van de
lucht waren, uiterst
waardevol.
Dit was er de oorzaak van dat mensen allerlei
dingen deden om ze te
krijgen. Voordat de heks was verschenen, kwamen
mensen m groepjes
van drie of vier bij elkaar, terwijl ze zich nooit
zorgen maakten wie
Warme Donsjes gaf aan wie.
Na de komst van de heks begonnen mensen zich in
paren af te zonderen
om al hun Warme Donsje uitsluitend voor elkaar te
reserveren.
Mensen die dat vergaten en een Warm Donsje aan
iemand anders gaven,
voelden zich er onmiddellijk schuldig erover,
omdat ze wisten dat hun
partner boos zou zijn over het verlies van een
Warm Donsje.
Mensen die geen partner konden vinden, moesten
Warme Donsjes kopen
en moesten lange uren werken om dat geld te
verdienen.
Sommige mensen werden op de een of andere manier
populair en kregen
een heleboel Warme Donsjes zonder dat ze deze
hoefden terug te geven.
Deze mensen verkochten deze Warme Donsjes dan
aan mensen die
"impopulair"waren en deze nodig hadden om voort te
bestaan.
Iets anders wat gebeurde was, dat sommige mensen
Koude Stekels
namen ‑ die onbeperkt en vrij beschikbaar waren
deze wit schilderden
en bekleedden en ze dan doorgaven als Warme
Donsjes.
Deze namaak Warme Donsjes waren in werkelijkheid
Plastic Donsjes,
en ze veroorzaakten dan ook overeenkomstige
moeilijkheden.
Twee mensen kwamen bijvoorbeeld bij elkaar en
wisselden vrij Plastic
Donsje, uit, waarvan ze aannamen dat ze goed
voelden, maar het
gevolg was dat ze zich slecht voelden. Omdat ze
dachten dat ze
Warme Donsjes hadden uitgewisseld,raakten ze
hierover zeer in de
war, terwijl ze zich nooit realiseerden dat hun
koude stekelige
gevoelens in werkelijkheid het gevolg waren van
het feit dat ze een heleboel Plastic Donsjes
gekregen hadden. Daarom was de situatie zeer, zeer triest en het begon allemaal
door de komst van
de heks die de mensen deed geloven dat ze op een
dag waarvan
ze dat het minst verwachtten, in hun tasje zouden
grijpen en er
geen Warme Donsjes meer in zouden vinden.
Niet zo lang geleden kwam een jonge vrouw met
brede heupen
die geboren was onder het teken Waterman na dit
ongelukkige
land. Ze scheen niet van de slechte heks gehoord
te hebben
en was niet bezorgd dat de Warme Donsjes zouden
opraken.
Ze gaf ze vrijelijk weg, zelfs als er haar niet om
gevraagd werd.
Ze noemden haar de Heupvrouw [noot v.d. vert.:
in het Engels
staat Hip Wornan, als woordspeling op de Hippie
beweging] en
namen haar dat kwalijk,omdat ze de kinderen het
idee gaf dat
ze zich geen zorgen moesten maken dat de Warme
Donsjes ooit
op zouden raken.
De kinderen hielden erg veel van haar, omdat ze
zich in haar
omgeving lekker voelden en ze begonnen Warme
Donsjes weg
te geven wanneer ze er maar zin in hadden.
De volwassenen werden bezorgd en besloten een wet
te maken
om de kinderen ertegen te beschermen dat ze hun
voorraad
Warme Donsjes uit zouden putten.
De wet bepaalde dat het een misdaad was om
roekeloos Warme
Donsjes uit te geven, zonder vergunning. Maar veel
kinderen
schenen er niets om te geven; en ondanks de wet
gingen ze
door elkaar Warme Donsjes te geven wanneer ze er
maar zin
in hadden, en altijd als hen erom gevraagd werd.
Omdat er veel, erg veel kinderen waren, bijna net
zoveel als
volwassenen, begon het erop te lijken dat ze hun
zin zouden
krijgen.
Op dit moment is het moeilijk te zeggen wat er
gaat gebeuren.
Zullen de volwassen krachten van orde en gezag de
roekeloosheid
van de kinderen stoppen?
Gaan de volwassenen mee met de Heupvrouw en de
kinderen door
het risico te nemen dat er altijd zoveel Warme
Donsjes zijn als
nodig is? Zullen ze zich de dagen herinneren die
hun kinderen
proberen terug te brengen, toen er een overvloed
aan Warme
Donsjes bestond, omdat de mensen ze vrij weggaven?
Met dank aan
Serena en Luna
|