De verdrietige
fluit
"Jij, Canan, en jij, Rezan," zei onze juf. "En Melahat, Nuran,
Neset, Mahmut, Ne jat, Gülümsün. Komen jullie allemaal eens hier."(Canan
wordt uitgesproken als Djanan.) Wij gingen naar de juf en op dat moment ging de
bel. "Kom kinderen, pak je schooltassen, het is pauze," zei ze tegen
de klas. En, terwijl ze de klas uitliep, tegen ons: "Wachten jullie op
mij." Ik werd een beetje bang, hoewel ik helemaal geen kattekwaad had
uitgehaald.
Zouden we echt voor straf moeten nablijven? De andere kinderen begonnen ons
zelfs al uit te lachen. "Jullie hebben straf, jullie hebben straf,"
riepen ze, terwijl ze de klas uitgingen. Terwijl de juf met de les bezig was had
Rezan aan mijn haar getrokken en ik had "au"geschreeuwd. Was ze daar
misschien boos over geworden? Terwijl wij stonden na te denken over wat we
hadden gedaan kwam de juf binnen. "Kom maar met me mee, kinderen," zei
ze. Ze was helemaal niet boos! We gingen naar de bovenste verdieping van de
school, de zolder, waar zich een podium bevond en waar de schoolavonden gehouden
werden. Onze school was de eerste lagere school van Bakirköy en werd de
"stenen school"genoemd. Ik zat dat jaar in de vierde klas.
In de zaal boven waren nog meer docenten en hun favoriete leerlingen.
"Kinderen, zoals jullie weten is het binnenkort 23 april," zo begon
onze juf. "Ik heb jullie uitgekozen voor de voorstelling die onze school
zal geven. Vandaag beginnen we met de voorbereidingen. Ga nu maar in de banken
zitten en luister naar wat het hoofd van de school jullie te vertellen
heeft."Het hoofd van de school kwam op het podium staan en vertelde over
het komende schoolfeest en over onze bijdrage daaraan. Hij eindigde met ons
succes te wensen. Van nu af aan bleven we elke dag na de bel voor de pauze
achter in het leslokaal, waarna we naar boven gingen voor de repetities.
De een repeteerde zijn monoloog, de ander zijn gedicht, terwijl weer anderen
probeerden onze nationale dansen zonder fouten uit te voeren. Ik zou een lied
zingen waarbij mijn vriend Neset mij op de piano zou begeleiden. Hij kwam uit
een rijke familie en had al pianoles vanaf zijn zesde jaar. In het toneelstuk
zou ik de rol van koningin spelen. Van onze nationale dansen studeerde ik de
Zeybek en de Harmandali in. Een stap naar voren, twee naar achteren, een knie op
de grond...
Ik had de figuren door. Uiteindelijk hadden we dan op de dag voor 23 april de
laatste repetitie achter de rug. Iedereen had het goed gedaan en onze leraren
waren tevreden. "Onze school zal de eerste prijs halen," zeiden ze. Na
de laatste repetitie kregen we allemaal een uitnodiging die we aan onze ouders
moesten overhandigen.
De volgende middag zou de voorstelling, waaraan ook de andere lagere scholen uit
Bakirköy zouden deelnemen, gehouden worden in het Volkshuis. Daar stond ik dan
met mijn uitnodiging in mijn hand, diep in gedachten. Ik had niemand om mee te
nemen naar de voorstelling.
.. Thuis had ik alleen een oude grootmoeder.
Maar die begreep niets van deze dingen. Zij was trouwens toch al boos dat ik
"s middags laat thuis kwam vanwege de repetities. Ik had zelfs niets durven
zeggen over de traditionele kleding die ik nodig had om de Harmandali te dansen,
zoals een wijde broek, een gekleurde zakdoek, met zilver geborduurde
schoentjes...
Bij elke repetitie zei de juf: "Heb je je kleren nog niet bij je,
Canan?"En dan keek ik blozend naar de grond en durfde ik niets over de
situatie thuis te vertellen. Alleen al als ik mijn grootmoeder om geld voor een
schoolschrift of pen vroeg, zei ze nors: "Altijd moet je maar weer geld
hebben." Op de laatste repetitiedag hadden alle klasgenoten de kleding en
de andere din- gen die voor de voorstelling nodig waren bij zich. "Hoe zit
het met jou, Canan?"zei de juf. "Wat trek jij nou eigenlijk aan?"
Deze reprimande was te veel voor mij en ik begon te huilen. "Ik heb het
niet aan mijn oma durven vragen, juf...
" Ze nam de zakdoek uit mijn zak en droogde mijn tranen. "Waarom heb
je dat niet eerder gezegd mijn liefje," zei ze troostend. "Dan hadden
we een oplossing gezocht."Ze streek me over mijn haar. "Jij bent
degene die de Harmandali het mooist kan dansen. Ik heb nog een kleine zijden
sjalvar (wijde broek) uit de tijd dat ik net zo jong was als jij. Die zal ik
voor je meebrengen. Niet meer verdrietig zijn hoor! Zorg ervoor dat je morgen om
twee uur precies in het Volkshuis bent.
Ik had een vriendin, Fadila. Toen ze zag dat ik maar naar de uitnodiging in mijn
hand had stond te staren zei ze "Canan, als er van jou thuis niemand komt,
mag ik de uitnodiging dan hebben? Mijn zusters willen ook graag naar het
bal." "Goed, als mijn grootmoeder niet komt neem ik hem morgen voor je
mee zei ik. De volgende morgen stond ik vroeg op. Door de opwinding had ik de
afgelopen nacht niet erg veel geslapen. Ik had geen andere schoenen dan die waar
ik elke morgen mee naar school ging. Ik liet ze netjes oppoetsen door de
schoenenpoetser die langs de deur kwam.
Ik had een blauwe wollen jurk die gemaakt was voor het vorige Suikerfeest Hij
was te kort geworden en verkreukeld.
Kon ik hem maar strijken. Mijn grootmoeder maakte nooit vuur voor ons ouderwetse
strijkijzer. "Grootmoeder," begon ik aarzelend. "Van school
hebben ze een uitnodiging meegegeven voor de voorstelling. Komt u ook naar het
Volkshuis?"Alsof ik niets anders te doen heb. En dan ook nog eens een keer
een voorstelling!" Ze sprak zo hard dat ik er bang van werd. Als ze kwaad
werd zou ze mij wel eens kunnen verbieden om te gaan. Ik trok mijn jurk aan,
verkreukeld en wel.
En tegen twaalf uur sloop ik stilletjes het huis uit. Fadila"s huis was
tamelijk ver van ons vandaan. Ik rende erheen zo hard als ik kon. Fadila deed
open. "Van ons thuis komt niemand," zei ik.
"Ik heb de uitnodiging bij me."Op dat moment klonk de stem van
Fadila"s moeder van binnen: "Wie is daar kind?" "Mijn
vriendin," riep Fadila," ze heeft de uitnodiging bij zich."Vraag
haar om binnen te komen, liefje.
"Fadila"s zus was nu ook naar de deur gekomen. "Nu kan ik dus ook
mee, Fadila," zei ze. "Dan ga ik me omkleden."Ik moest
binnenkomen. Fadila had een roze jurk aan. Haar lange blonde haren waren gekruld
en versierd met twee roze rozen. Wat schaamde ik mij voor mijn verkreukelde
haarband, mijn jurk, mijn schoenen..
. "We zijn heel blij met de uitnodiging," zei Fadila"s moeder.
"Jouw jurk is ook gekreukt, net als die van mij. Kom, trek hem maar uit,
dan strijken we hem even."Ze streken mijn kleren. Ze wasten de haarband en
streken die ook. Ze kamden mijn haar en deden de gestreken haarband opnieuw in.
Daarna gingen we met zijn allen aan tafel voor het middageten, dat ondertussen
door de dienstmeisjes was klaargemaakt.
Tegen half twee gingen we met de auto van de familie naar het Volkshuis. Toen de
juffrouw mij zag omhelsde ze me. "Je ziet er leuk uit," zei ze.
"Ik heb de dingen die je straks aan moet bij me. Zullen we eens kijken of
ze passen?"En ze duwde me een kamertje in naast de grote zaal. Een zijden
salvar, rode met zilverdraad beslikte schoentjes, een paar nieuwe witte kousen,
een aan de randen geborduurd paars jasje, de blouse daaronder en de ceintuur...
Het leek allemaal voor mij gemaakt. Ik wist niet hoe haar moest bedanken. De
zaal begon vol te lopen met genodigden. Ook de leerlingen van de andere scholen
die zouden deelnemen aan de voorstelling waren gekomen. Het hoofd van onze
school beklom het podium en opende de middag met een toespraak. Onderrussen
wachtten wij achter de coulissen in spanning tot het onze beurt zou zijn. Het
doek ging open en dicht. Sommige kinderen declameerden een gedicht, anderen
droegen een verhaal voor.
Toen waren wij aan de beurt met onze nationale dansen. Wij zouden ze opvoeren
samen met de andere scholen. "Trek het kromzwaard niet, jongeman, trek het
kromzwaard niet Breek de rijen niet jongeman, breek de rijen niet," zongen
wij terwijl wij allen in een kring de Zeybek dansten. De dans was afgelopen. Nu
was ik aan de beurt om het podium op te gaan en in mijn eentje de Harmandali te
zingen en te dansen. Eerst trilde mijn stem en mijn passen waren onzeker, maar
gaandeweg ging het beter. "Daar komt hij, mijn efe Hei..
. het bloed stroomt naar mijn hart," zong ik, en ik voelde mij meegesleept
door de schoonheid van de melodie. De dans was ten einde. Het publiek
applaudisseerde. Ze bleven maar klappen. Het doek ging open en dicht en weer
open. "Ga nog een keer op," drong onze juf aan van achter de
coulissen. Met zijn allen kwamen we nog een keer op.
"Op de berg van Palan Dogen Klinkt de stem van mijn fluit Ik zit geleund
tegen een den Het water van een beek klatert melodieus," zongen wij in
koor. Toen de dansen voorbij waren kwam het hoofd van de school het podium op en
zei: "Wij hebben beoordeeld wie van de kinderen onze nationale dansen het
beste weet te vertolken. Met de instemming van u, toeschouwers, kondig ik als
winnares aan onze leerlinge Canan."Ik werd op het podium geroepen. Voor het
podium stond een tafel met daarop een grote stapel cadeaus. Iemand nam er een
van de stapel af en overhandigde het aan het hoofd van de school. Het was een
reusachtige pop. Het hoofd van de school gaf hem mij en kuste mij op mijn
voorhoofd.
Ik werd vuurrood. De hele zaal applaudisseerde. Mijn stem bleef steken in mijn
keel en ik kon nog juist uitbrengen: "Dank u wel, meneer."En ik maakte
een revérence, en weer een... en weer een..
De juf kwam naar me toe. "Kom, er is nog een wedstrijd," zei ze
terwijl ze me bij de hand nam en de zaal uitduwde. We gingen naar de
benedenverdieping. Daar gingen we een kamer binnen. Er werden nog andere
kinderen uitgekozen, maar aan de finale konden maar twintig kinderen deelnemen,
jongens en meisjes. We gingen weer naar de zaal met het podium op de
bovenverdieping. De wedstrijd begon. Op de maat van een wals die door het orkest
gespeeld werd, werden de kinderen stuk voor stuk aan het publiek gepresenteerd.
Aan deze wedstrijd nam Fadila ook deel. Met haar roze jurk viel ze direct op te
midden van de meisjes. Omdat ik geen geschikte jurk had deed ik in Salvar en
jasje mee aan de wedstrijd. Ieder kind kwam aan de hand van een heer naar voren,
stapte het podium op en voerde dan, aangemoedigd door de betoverende melodieën
van de wals, een aantal dansfiguren uit. Eindelijk kwam ik aan de beurt en met
knikkende knieën liep ik het podium op. Een applaus weerklonk. De beurt was
weer aan anderen. Nadat alle kinderen gepresenteerd waren was het woord aan de
jury.
Wij wachtten de uitslag af tussen de coulissen. De juf kwam naar me toe en zei,
terwijl ze me snel een kus gaf: "Ik weet zeker dat jij zult winnen."
Het leek wel of ze nog opgewondener was dan ikzelf. Ze liep maar heen en weer en
wreef steeds in haar handen. En ja, ik had gewonnen. Weer ging ik het podium op.
Applaus. Ik kreeg een groot boeket bloemen en moest op de foto.
Het regende confetti op het podium. Bij de jongens had Melik gewonnen, die bij
ons op school in de vijfde klas zat. Hij kreeg een grote bal en een doos chocola
cadeau.
Toen kwam onze juf op het toneel en zei: "Canan zal nu voor u met haar
mooie stem een lied zingen."Ik was nogal van mijn stuk. Smekend keek ik de
juf aan. Maar zij bracht de microfoon op de goede hoogte voor mij en zei:
"Wij willen graag dat jij de zangwedstrijd opent met een lied dat jij mooi
vindt. Of wil je alleen maar cadeautjes krijgen?"grapte ze erachteraan.
Ne§et was achter de piano gaan zitten. "Kom, zing eens De verdrietige
fluit," zei de juf. Een jaar geleden, in de derde klas, had onze juf ons
dit lied tijdens de muziekles geleerd, waarbij ze ons op de viool begeleidde. Ik
zong, met van opwinding trillende stem: "Verdrietige fluit, blijf klagen
zoals mijn hart Breng de pijn in mijn hart tot zwijgen Wees balsem voor mijn
wond met je klaaglijke stem Klaag fluit, breng de pijn in mijn hart tot zwijgen
Zie de rivieren waarin ik mij gewassen heb Zie de toppen die ik beklommen heb
Ergens anders zijn deze wonden ongeneeslijk Klaag fluit, breng de pijn in mijn
hart tot zwijgen Hoog is deze berg, maar de berg van toen is het niet Groen is
deze wijngaard, maar de wijngaard van toen is het niet Wat zal ik doen nu mijn
moedertje niet meer leeft Klaag fluit, breng de pijn in mijn hart tot zwijgen.
In het applaus van de zaal leek hetzelfde verdriet door te klinken als bij mij
van binnen. Mijn juf kon haar tranen niet meer bedwingen. Ze omhelsde en kuste
me. De andere kinderen die een mooie stem hadden kwamen een voor een het podium
op om een lied te zingen.
Daarna kwamen we met zijn allen op om in koor schoolliedjes te zingen. Nadat ik
in het toneelstuk met succes de rol van koningin gespeeld had kwam het orkest op
het podium. Op de dansvloer voor het podium dansten de meisjes, die er met hun
witte, blauwe en roze jurkjes als vlindertjes uitzagen, met hun kleine donkere
cavaliers. Mijn blik gleed naar het raam, naar buiten. Het was al behoorlijk
donker.
Ik dacht aan mijn grootmoeder. Ze was vast boos omdat ik er nog niet was.
"Juf," zei ik," het is al donker.
Mag ik naar huis gaan?" "Goed, kleed je maar om. Je bent helemaal
bezweet..."In het kamertje naast het podium kleedde ik me om. De zijden
Sjalvar en de geborduurde schoentjes deed ik uit. Ik trok mijn jurk weer aan.
"Heel erg bedankt, juf," zei ik.
Ze keek me aan en streelde me over mijn rug. "Allemaal voor jou,
Canan," zei ze," je hebt me niet teleurgesteld."Ik kon al mijn
cadeaus bijna niet dragen. Op straat waren de lampen al aan.
Ik holde om zo snel mogelijk thuis te zijn. Mijn grootmoeder deed verwonderd en
geïrriteerd open. "Zo, waar heb je zo lang gezeten? Kom maar eens binnen,,
dan zullen we eens kijken wat we met jou zullen doen. Verduiveld, waar zat je,
het is al donker.
"Ik was bij de voorstelling, echt waar grootmoeder," antwoordde ik,
terwijl ik begon te huilen. "Ik heb alle wedstrijden gewonnen," zei
ik, maar mijn grootmoeder luisterde niet en stuurde mij naar bed. Mijn
verdrietigste en mooiste 23 april herinnering is de herinnering aan deze dag uit
mijn tiende levensjaar...
Een Belevenissen uit Turkije voor 7 jaar
en ouder
|