De vampierkat
Prins Hizen, een aanzienlijk lid van het geslacht Nabéshima, dwaalde in de
tuin met O Toyo, de liefste van zijn vrouwen. Toen de zon onder ging, gingen ze
terug naar het paleis, maar ze zagen niet dat ze gevolgd werden door een grote
kat.
O Toyo ging naar haar kamer en viel in slaap. Tegen middernacht werd ze wakker
en keek om zich heen, alsof ze zich plotseling bewust werd van een akelige
verschijning in haar vertrek. Uiteindelijk zag ze, dicht tegen haar aangekropen
een enorme kat. Nog voordat ze om hulp kon roepen vloog het dier haar aan en
wurgde haar. Het dier groef een gat onder de veranda, begroef het lichaam en nam
de vorm aan van de mooie O Toyo.
De prins wist niet wat er gebeurd was en hij bleef O Toyo beminnen, zich er niet
van bewust dat hij een smerig beest liefkoosde. Wel merkte hij dat langzaamaan
zijn krachten afnamen, en het duurde niet lang of hij werd gevaarlijk ziek.
Dokters werden ontboden, maar ze konden niets doen om hun koninklijke patiënt
weer op krachten te laten komen. Men merkte op dat hij 's nachts het meeste leed
en dat hij vreselijke nachtmerries had, en daarom lieten de raadsheren honderd
dienaren bij hun heer zitten om bij hem te waken als hij sliep.
De wachters gingen de ziekenkamer binnen, maar even voordat de klok tien sloeg
werden ze overvallen door een vreemde vermoeidheid. Zodra alle mannen sliepen
sloop de valse O Toyo de kamer in, en verstoorde de slaap van de prins tot
zonsopgang. Nacht na nacht kwamen de dienaren om hun meester te bewaken, maar
steeds vielen ze op hetzelfde uur in slaap, en zelfs drie koninklijke raadsleden
overkwam hetzelfde.
Al die tijd ging het steeds slechter met de prins, en uiteindelijk werd er een
priester met de naam Ruiten bij gehaald om namens hem te bidden. Op een nacht,
toen hij met zijn smeekbeden bezig was hoorde de priester een vreemd geluid
vanuit de tuin. Hij keek uit het raam en zag hoe een jonge soldaat zich waste.
Toen die klaar was met dit ritueel ging hij voor een Boeddhabeeld staan en bad
vurig voor het herstel van de prins. Ruiten was blij met zoveel trouw en
toewijding, en hij vroeg de man om binnen te komen; daarna vroeg hij hem naar
zijn naam.
'Ik ben Ito Soda', zei de jongeman, 'en ik dien in de infanterie van Nabéshima.
Ik heb gehoord van de ziekte van mijn heer, en ik zou graag de eer hebben hem te
verzorgen. Maar omdat mijn rang zo laag is, is het niet gepast dat ik in zijn
buurt kom. Daarom heb ik maar tot de Boeddha gebeden dat hij het leven van mijn
heer spaart. Ik geloof dat de prins van Hizen behekst is, en als ik bij hem zou
mogen blijven zou ik mijn uiterste best doen om de duivelse macht die zijn
ziekte veroorzaakt te vinden en te verslaan.'
Ruiten was zo onder de indruk van deze woorden, dat hij de volgende dag met een
van de raadsheren ging overleggen, en na veel praten werd besloten dat Ito Soda
samen met de honderd bedienden wacht mocht houden.
Toen Ito Soda de koninklijke kamer betrad, zag hij dat zijn meester in het
midden van de kamer sliep, en hij zag ook de honderd bedienden, die zachtjes met
elkaar zaten te praten in de hoop die vreemde moeheid te ontlopen. Om tien uur
waren alle bedienden ondanks alles in slaap gevallen. Ito Soda probeerde zijn
ogen open te houden, maar een zwaar gevoel maakte zich langzamerhand meester van
hem, en hij begreep dat hij om wakker te blijven zijn toevlucht moest zoeken in
extreme maatregelen. Zorgvuldig spreidde hij vellen geolied papier uit op de
matten, en daarna stak hij een dolk in zijn dij. De scherpe pijn hield hem een
tijd lang wakker, maar uiteindelijk voelde hl) weer dat zijn ogen begonnen dicht
te vallen. Vastbesloten om sterker te zijn dan de betovering die te veel was
voor de dienaren draaide hij het mes in zijn dij, en zo verergerde hij de pijn
om zijn koninklijke wacht te houden, terwijl zijn bloed onafgebroken op het
geoliede papier drupte.
Terwijl Ito Soda de wacht hield zag hij de schuifdeuren opengaan en een mooie
vrouw sloop zachtjes de kamer binnen. Met een glimlach keek ze naar de slapende
wachters, en ze stond op het punt om naar de prins te gaan, toen ze Ito Soda
zag. Nadat ze hem kortaf had begroet naderde ze de prins en vroeg hoe het met
hem ging, maar de prins was te ziek om antwoord te geven. De soldaat hield haar
scherp in de gaten en geloofde dat ze de prins probeerde te betoveren, maar haar
plan werd de hele tijd verhinderd door de onverschrokken blik van Ito Soda, en
uiteindelijk moest ze wel vertrekken.
's Ochtends werden de bedienden wakker, en ze schaamden zich enorm toen ze
hoorden hoe Ito Soda zijn nachtwake gehouden had. De raadsheren prezen de jonge
soldaat voor zijn loyaliteit en zijn daadkracht, en hij kreeg de opdracht om ook
de volgende nacht te waken. Wederom verscheen de valse O Toyo in de kamer van de
zieke, maar net als in de voorgaande nacht zag ze zich gedwongen om te
vertrekken zonder dat ze haar betovering over de prins had kunnen uitstorten.
Het bleek dat de prins weer vredig kon slapen sinds de trouwe Soda de wacht
hield, en bovendien begon hij te genezen. De valse O Toyo bleef, nu ze twee keer
was gehinderd, helemaal weg en de wachters vielen niet meer onverklaarbaar in
slaap. Soda was verbaasd door deze vreemde verandering, en hij ging naar een van
de raadsheren om hem te vertellen dat O Toyo een soort boze geest moest zijn.
Die nacht nam Soda zich voor om naar de kamer van het creatuur te gaan en haar
te vermoorden. Hij zorgde ervoor dat er acht wachters buiten stonden om haar
onmiddellijk te grijpen als ze zou proberen te ontsnappen. Op het afgesproken
uur ging Soda naar haar vertrek, en deed alsof hij een boodschap van de prins
kwam brengen.
'Wat is je boodschap?' informeerde de vrouw. 'Wees zo vriendelijk deze brief te
lezen', antwoordde Soda, en met deze woorden trok hij zijn dolk en probeerde
haar te doden.
De zogenaamde O Toyo greep een hellebaard en probeerde haar tegenstander te
raken. Slag na slag volgde, maar uiteindelijk begreep ze dat ze beter kon
vluchten dan vechten. Ze gooide haar wapen weg en van het ene op andere moment
veranderde de schone jongedame in een kat, en ze sprong het dak op. De acht
mannen die haar stonden op te wachten schoten op het dier, maar ze slaagde erin
te ontsnappen.
De kat rende in volle vaart naar de bergen en bracht de mensen die daar leefden
in grote moeilijkheden, maar uiteindelijk werd ze gedood bij een jachtpartij in
opdracht van prins Hizen. De prins genas en Ito Soda kreeg de eer en de beloning
die hem toekwamen.
|