Tijl als
bakkersknecht
Eens had Tijl zich in Leuven kort voor de Kerstdagen als bakkersknecht verhuurd.
De bakker was blij, dat hij voor deze drukke tijd een knecht had en zei al de
tweede dag: "Het deeg is klaar, ik neem "es een dag vrij om kennissen
op te zoeken, jij moet vandaag maar bakken." "Goed baas. Maar wat moet
ik eigenlijk bakken?" "Wat is dat nou voor een vraag", zei de
baas, kwaad om zoveel onnozelheid," bak voor mijn part apen en konijnen,
halve gare grappenmaker, als je maar zorgt, dat de boel vanavond klaar is!"
En hij stapte weg, nog mompelend: "Wat-ie bakken moet, wat-ie bakken moet,
nota bene!" Uilenspiegel zei niets, maar kneedde van het deeg niets anders
dan apen en konijnenfiguren, en schoof het zaakje in de oven. Dat vond hij veel
aardiger dan al die doodgewone broden. "s Avonds kwam de baas thuis en werd
razend, toen hij in plaats van broden al die rare baksels zag. Hij nam
Uilenspiegel bij z"n nek en dreigde hem armen en benen kapot te slaan. Tijl
werd bang, want de bakker was een stevige kwant.
"Genade!"riep hij," ik zal u de koste van het deeg wel betalen,
als u me maar even loslaat om m"n beurs te pakken." De bakker dacht:
"Dat moest ik maar doen, dan heb ik nog de minste schade", en hij
vroeg vijf gulden vergoeding. "Akkoord", zei Tijl en betaalde.
"En maak nou maar gauw dat je weg komt, zo"n malle knecht kan ik niet
gebruiken hoor", zei de bakker. "Ja", zei Tijl," maar nou is
het baksel toch mijn eigendom?" "Neem het hele zootje maar mee, ik kan
er toch niks mee beginnen, de mensen zouden me vragen of ik gek was, als ik ze
zulk brood leverde. Hier, neem die oude mand maar en ruk uit met je apen en je
konijnen. En gauw maar een beetje, of. .
.." Tijl pakte de baksels in de oude mand en maakte dat hij de deur uit
kwam. Hij liep regelrecht naar de markt en bood daar zijn dieren te koop aan.
Menigeen vond het wel aardig, tegen de feestdagen zo"n aap of konijn voor
de kinderen mee naar huis te nemen en in een wip had Tijl al z"n vreemde
broden voor een kwartje per stuk verkocht. Hij verdiende er nog dik aan en liet
de lege mand onverschillig op de markt achter. Intussen had de bakker gehoord,
dat zijn rare knecht op de markt goeie zaken maakte en hij trok er op af om nu
ook nog vergoeding te eisen voor het gebruik van zijn oven en zijn brandstof.
Maar toen hij op de markt aankwam, vond hij daar de lege mand: Tijl was al weg!.
Een Volksverhaal uit België voor 10 jaar en ouder
|