De relatie tussen de mandala en de sprookjes

Belangrijk om eerst te lezen

De relatie tussen de mandala, de sprookjes en oefenen met het kleurkoesteren

Het is een goed idee om de tekst van dit hoofdstuk eerst aandachtig door te lezen, zodat je je vertrouwd kunt maken met de verrassende verbinding die er bestaat tussen de mandala en het sprookje. Vervolgens kun je dit in de praktijk brengen door het teken- en kleurwerk te doen, dat hier stap voor stap wordt beschreven. De inzichten die je verwerft kunnen helpen om je deze kunstzinnige inwijdingsweg eigen te maken. Mandala en sprookjes Om de verbindende factoren die er tussen de mandala en het sprookje zijn te gaan herkennen, is het goed om ze vooral gevoelsmatig tot je door te laten dringen. Het sprookje of de mythe vraagt om gehoord te worden in het hier en nu en de mandala heeft de blik van het hier en nu nodig. De samenwerking tussen deze twee zintuiglijke functies bieden je de unieke kans om een diepgaand contact te leggen met je innerlijk. De mandala De mandala kan op vele manieren gedefinieerd worden. De kracht wordt echter bepaald door de eenvoud van dit symbool, het grootste en tegelijkertijd het eenvoudigste symbool dat bestaat. We weten dat een symbool oneindig veel dimensies vertegenwoordigt. Het kan alles bevatten en omarmen. Dat is hier natuurlijk ook van toepassing.

Omdat de mandala het grootste symbool is en staat voor de Goddelijk'e Natuur kan het ook alle andere symbolen bevatten.

In feite zien we hier alleen maar een getekende stip die zich hier op dit tweedimensionale papier bevindt.

Het symbool van de stip is:

"Voor het begin, het Nu en na het einde" van alles. Het is het zaad, de plek buiten de tijd, het nulpunt, de stilte, het ongevormde, de bron, de kern, het transformatiepunt, de scheppingscode, de potentie, de Liefde, het Licht. Stip is een neutrale benaming. Wanneer de stip zich opent, ontstaat er een binnenruimte, die je hier als eenvoudige tekening kunt zien. Wat zich in die ruimte afspeelt, heeft altijd een begin en een eind, of het nu het leiden van een mensenleven, het eten van een ijsje of het genieten van een knuffelpartij is. Deze ruimte wordt begrensd en deze grens wordt aangegeven door de cirkelrand. De cirkelrand duidt tegelijkertijd de oneindigheid aan, omdat de grens zich kan verleggen tot in het oneindige en er dan geen grens meer bestaat. Woorden schieten tekort om dit symbool volledig te beschrijven. Mandala, dat cirkel betekent, is de gebruikelijke benaming voor dit symbool binnen de moderne westerse spirituele scholing. Zij vindt haar oorsprong in het Sanskriet, de oude Indo-europese taal waarin de Veda's geschreven zijn. Dit zijn de heilige boeken van de Hindoes. Het is boeiend om te zien hoe hier in de taal ook weer een verbinding is gemaakt met de wijsheid van een ander werelddeel. De mandala kan als een baarmoeder elke inhoud dragen en is vooral vrij en universeel, want we komen dit symbool in vele culturele en religieuze stelsels tegen. Kennelijk zijn we er in deze tijd rijp voor om te benadrukken wat ons verbindt in plaats van te blijven dralen bij wat ons scheidt. Als schrijfster van filosofische mandalawerkboeken heb ik me dit bij het schrijven dan ook als een van de belangrijkste doelen gesteld. De praktijk van het lesgeven in de mandalatekenkunst heeft me geleerd dat het tekenen verbindend werkt, zowel in de binnen- als in de buitenwereld. Het sprookje Sprookjes zijn ontstaan uit de 'oerstof' van de mensheid. In deze tijd komen sprookjes weer opnieuw in beeld. Men ontdekt het grote belang ervan, want onder de oppervlakkige laag van het 'beton-enasfaltfacet' in onze cultuur, zijn de sprookjes springlevend. Zodra er bijvoorbeeld een klassiek sprookje op het witte doek wordt vertoond, zitten de bioscopen vol met zowel jongere als oudere mensen. Er is iets wat blijft boeien, hoe zoet het ook ten behoeve van de commercie wordt uitgesponnen. Iedereen kijkt ademloos toe en leeft mee met de held of heldin die de transformatie van het begin tot het einde beleeft. We vragen ons natuurlijk óók af waaróm het blijft boeien! Deze klassieke sprookjes, waarvan in dit boek enkele bekende een prominente rol zullen spelen, zijn tijdloos. Het sprookje met al haar personages vindt haar weerklank in je innerlijk. De oude verhalen zijn niet zomaar bedacht, maar komen voort uit het reeds eerder genoemde collectieve onbewuste. Daarom is er voor iedere generatie opnieuw herkenning. Dit materiaal is namelijk aanwezig in ieder mens. Het lezen van, luisteren of kijken naar sprookjes is werkzaam in de psyche van de mens. De bekende psychiater Carl G. Jung heeft hier als grondlegger van de moderne dieptepsychologie veel mee gedaan en over geschreven. Nu wordt ook duidelijk dat sprookjes niet specifiek als kinderverhalen te plaatsen zijn. Er is nóg een zeer belangwekkend gegeven: deze oerstof is een verbindend element tussen alle volkeren. Weliswaar zijn sprookjes verschillend weergegeven vanwege de bonte verscheidenheid aan cultuur, landsaard, ras en tijdperk, maar we vinden vaak dezelfde hoofdmotieven terug in de sprookjes die zich waar dan ook ter wereld afspelen. Het is de kunst om inzicht te krijgen in het hoofdmotief, want symbolisch gezien is dit juist de kern van het verhaal. Dit hoofdmotief kun je in drie delen zien: het begin, de weg en het einde. In dit boek wordt de samenhang van de personages van deze sprookjes belicht vanuit de visie die ik in de praktijk heb ontwikkeld en die stoelt op de bovengenoemde psychologie. Behalve Jung zijn er nog enkele grootheden op dit gebied waar ik zeer veel van heb geleerd. Ik noem de beroemde mytholoog J oseph Campbell. Hij heeft tien regels voor het lezen van sprookjes en mythen opgesteld. De bedoeling hiervan is om iedereen te helpen de juiste intentie te hebben bij het lezen of beluisteren van het zo kostbare materiaal. De tien regels hoe je volgens J oseph Campbell mythologie en sprookjes kunt lezen: I - Lees mythen met ogen vol verwondering, zodat de verhalen transparant worden in hun universele betekenis die op haar beurt weer opening geeft naar de geheime bron. 2 - Lees mythen in de tegenwoordige tijd; de eeuwigheid is nu. 3 - Lees mythen in de eerste persoonsvorm. De goddelijke krachten in vrouwelijke en mannelijke vorm bevinden zich nog steeds in jou. 4 - De essentiële waarde van iedere mythe oefent aantrekkingskracht uit. Neem waar welke verhalen je aantrekken of juist afstoten. Onderzoek het gebied dat de verhalen en beelden gemeen hebben. 5 - Kijk vooral naar de patronen en verlies je niet in details. Het is niet zozeer nodig om speciaal geschoold te zijn op dit gebied, maar ontwikkel de visie om onderlinge verbanden te zien tussen verschillende disciplines en om te breken met oude en bekrompen patronen. 6 - Kijk opnieuw naar het wereldlijke en zie dat het net zo goed heilig is. Zelfs een dollarbiljet draagt de afdruk van de eeuwigheid. Als God overal is, dan kunnen mythen overal en altijd door wie of wat dan ook worden voortgebracht. Laat je romantische afkeer van wetenschap je niet blind maken voor de boeddha in de computerchip. 7 - Ken je groep, je stam. Mythen ontstaan nooit in het luchtledige. Ze vormen een verbindende laag tussen het sociale in de mens om te genieten van samenwerking met dromen (persoonlijke mythen) en rituelen (het opvoeren van mythen) 8 - Verbreed je horizon! Elke mythe die het onthouden waard is, heeft een wereldwijde werking. De Aarde is ons thuis en de mensheid is onze familie. 9 -10 - Lees tussen de regels door! Letterlijke uitleg maakt dood; verbeeldingskracht bezielt. JosephCampbell maakt in zijn boeken duidelijk dat een mythe duizend gezichten heeft, zodat er vele invalshoeken zijn om de verhalen te duiden en de diepere waarden aan het daglicht te brengen. Deze tien regels zijn in ieder geval een grote steun van iemand die zijn hele leven aan mythes heeft gewijd en op dit gebied absoluut kundig is. De verbinding tussen de mandala en het sprookje De voorafgaande beschrijvingen laten zien dat elk sprookje een symbolisch geheel is wat duidelijk wordt door het centrale hoofdmotief De hele inhoud van het sprookje kan in het mandalamodel worden opgenomen,

zoals je kunt zien in de ruimtelijke tekening hiernaast.

We zullen gaandeweg de cyclische opbouw van sprookjes herkennen en de geleidelijk rondgaande weg zien die de personages van het sprookje met elkaar afleggen. Aan het eindpunt van het verhaal ervaren ze de transformatie, die als stip weer in het centrum van de mandala ligt. Op deze plek, buiten tijd en ruimte, wordt het verhaal weer samengebald tot een essentiële kwaliteit. Dat kan trouw, rechtvaardigheid of mededogen zijn, om er een paar te noemen. Deze kwaliteiten zijn vanaf dit moment onvervreemdbaar en horen als gereedschap in het innerlijke gebied thuis.

Het bovenstaande tekenmodel is een bovenaanzicht waarin de held!heldin, die de centrale figuur van het sprookje is, op weg gaat, de wijde wereld in, vrijwillig of over de drempel van het avontuur gelokt. Er zal een heldendaad verricht moeten worden, die we ook een test kunnen noemen. Hier moet de held de overmacht verslaan die hij op deze drempel tegenkomt. Soms lukt dat niet en daalt hij af naar de dood, de onderwereld. De test is niet een uiteindelijk doel maar een middel tot de al eerder genoemde transformatie en is in elk verhaal anders, om het boeiend te houden. Hier ligt een belangrijk spiritueel aspect, want behalve naar buiten gaat de weg ook naar binnen. In het centrum wordt dan uiteindelijk het juweel gevonden of de liefste schat van het hart veroverd en het heilige huwelijk ervaren. Daarvoor moet de held iets doen wat weliswaar boven zijn menselijke macht ligt, maar wanneer hij daarvoor openstaat, krijgt hij daarbij hulp van andere personages. . En omdat er in het verhaal altijd tegenspelers zijn die er anders over denken dan hij, wordt hij getest op standvastigheid en moed. In een sprookje is alles mogelijk en daarmee beweegt een sprookje zich op vele niveaus van grofstoffelijk tot het meest fijnstoffelijke, zoals de mens, dat rationeel gezien voor onmogelijk houdt. Er komen personages in voor zoals elfen, reuzen, dwergen en feeën: allerlei wezens die we gewoonlijk niet tegenkomen. Hoe meer we gaan luisteren, inleven en invoelen wat het verhaal áchter het verhaal is, des te gemakkelijker gaan we de waarde van de sprookjes ontdekken. Bij de terugkeer van de held ondervindt hij vaak hulp van welgezinde machten, maar het oude moet achtergelaten worden, want de beloning die de held meeneemt is een vernieuwing voor de wereld. Dit zit dan verborgen in de laatste zin waarmee sprookjes vaak eindigen: en ze leefden nog lang en gelukkig... Door de wijsheid van de verteller, die door alle eeuwen heen zich niet zozeer bezighoudt met de abstractie van een hoofdmotief, maar vanuit de al genoemde oerstof van de mensheid spelenderwijs een spannend verhaal rondom dit hoofdmotief kan weven, wordt de aandacht gewekt. Hierdoor komt er bij de luisteraars vanzelf beweging in allerlei verborgen psychische facetten die wel bij het menselijk leven horen, maar die in de alledaagse werkelijkheid van het harde fysieke bestaan niet zozeer aan bod komen en ook niet zo tastbaar zijn. Het is ook het archetype van de sprookjesverteller in jezelf, die in staat is om het verhaal achter het verhaal te zien. Daarom kun je dit personage inschakelen om de vragen te beantwoorden die bij de duiding van ieder sprookje worden gesteld. Je hoeft ook niet overal een antwoord op te hebben, als je maar kunt luisteren! De essentie van een sprookje is dat het van begin tot eind een cyclus is waarin allerlei fasen voorkomen. Wanneer het verhaal uiteindelijk afgerond en klaar is, begint er weer een nieuwe cyclus met een ander motief én een ander sprookje. Hierin herken je duidelijk de mandala die model staat voor de processen die in ons menselijk bestaan eindeloos doorgaan. Een sprookje is dus eigenlijk ook een soort mandala. Deze spirituele juwelen kunnen we alleen met ons hart en vanuit onze innerlijke jeugd bevatten. Kinderen hebben geen uitleg nodig, omdat zij van nature dichter bij de psychische inhoud staan en nog niet zoveel rationele ballast hebben opgebouwd. Het kleurkoesteren in de cirkel kan je van dienst zijn om weer dichter bij die innerlijke jeugd te komen. Kleurkoesteren Het is aan te raden om het teken- en kleurwerk actief te gaan ervaren. Het tekenen met je handen en ook je lijf dat meedoet, maakt dat er allerlei verfijnde antennes die signalen opvangen die niet werkzaam zouden kunnen worden als je het alleen bij lezen zou houden. De eenmalige nul-tekening om de ruimte van . de cirkel in te nemen

Het doel van de oefening die je zo gaat doen, is om op een bewuste manier ruimte te maken, zodat het sprookje uit een van de volgende hoofdstukken als middel gaat dienen en je zo al kleurend verbinding krijgt met diepere lagen van je innerlijk. Tot nu toe is er steeds gestructureerd uitgelegd waar het om gaat en nu wordt het tijd om die vrije ruimte van de mandala ook te gaan ervaren. Om deze ruimte gevoelsmatig te verwerven, ga je nu een inleidende, eenmalige tekenoefening doen, die uit twee tekeningen bestaat. Ervaar het als een tekenritueel. - Leg een zacht grafietpotlood en tekenpapier klaar. - Je tekenhouding is van belang, zowel lichamelijk als geestelijk. Maak het jezelf heel makkelijk als het zover is om te beginnen. Als ik het een hernieuwde kennismaking met jezelf noem, heb ik niets teveel gezegd. Zorg goed voor jezelf. - Zit stevig op je stoel, comfortabel en makkelijk. - Breng veel aandacht naar je onderlichaam via je adem. Zet je voeten op de grond. Hoe beter je contact met de aarde is, des te makkelijker het gaat. Energie volgt aandacht en aandacht volgt energie. Je bouwt dit gaandeweg op door het zeer regelmatig te doen, ook als je niet tekent. - Via je kruin ontvang je kosmische energie. Door deze twee grote, neutrale energieën (energie uit de Aarde en kosmische energie) bewust te ontvangen en te circuleren, maak je contact met de eeuwige, tijdloze levensenergie. Het betekent niet alleen toelaten, maar ook loslaten. Het voelen, beleven en ervaren in je lichaam van alles wat je meemaakt is zó belangrijk dat je het op den duur van moment tot moment met je meedraagt. Het is heel waardevol om daar de hoogste prioriteit aan te geven. - Via je eigen lichaam laad je jezelf op als een batterij. Plaats je eigen naam in je hart. Genegenheid voor jezelf en wat je aan het doen bent, is een aandachtspunt. Je kunt in gedachten een verbinding met de aarde maken door een energetische telefoonlijn aan te leggen met het centrum van de aarde, die als groot levend wezen ook een mandala is. Denken en voelen in deze energietaal is een mogelijkheid die ieder mens in zich heeft. - Teken in het midden van je papier een stip, een kern. Blijf met de potloodpunt een poosje zacht op de stip wrijven, terwijl je de stip meer en meer uitbreidt. - Je maakt er een ronde plek van en je gaat net zolang door tot de plek een doorsnede van een paar centimeter heeft. - Je neemt een vlakgum en je gaat vanuit het midden stuffen, terwijl je de buitenkant van de vorm intact laat. - Kijk naar het ontstane beeld. Door te stuffen heb je een ingang in het centrum gemaakt. Het ziet eruit als een nul. - Het is de opening in de stip, de poort naar het onbekende, innerlijke gebied, het mysterie. - Deze beschreven oefening is belangrijk doch eenmalig. - Deze ruimte staat symbool voor de ruimte in een cirkel die je uit de hand of met de passer trekt en is geschikt om de kleuren te ontvangen waarmee jij gaat werken. Om met het kleurkoesteren te beginnen is het volgende nodig - Je hebt de eenmalige nul-tekening gemaakt. - Je bepaalt het centrum op een tekenvel van stevig 200 grams tekenpapier zoals het in de bijlage achterin het boek wordt beschreven. Je vindt daar niet alleen een methode om het midden van je papier te bepalen, maar ook technische aanwijzingen voor het meetkundig verdelen van de cirkel. - Je kleurmateriaalligt klaar. Gebruik goede kwaliteit kleurpotloden van een wat zachter soort. - Je trekt een cirkel met een doorsnede niet groter dan 10 à 12 cm om het experimenteren en oefenen te vergemakkelijken. - Je bepaalt met welke kleuren wilt werken. Je beperkt je keuze tot vier of vijf kleuren. Als je het moeilijk vindt om te kiezen, pak je ze zomaar uit de doos, zonder te kijken. Later kunnen er altijd nog meer kleuren aan toegevoegd worden. - Wanneer je dit voor het eerst doet, werk je in stilte. Daarna kun je het sprookje van je keuze op een tape inspreken of het laten voorlezen. Als je dit samen met iemand doet, kun je het zelfs beurtelings voor elkaar lezen zodat je het sprookje twee keer tot je door laat dringen. - Je bent nu helemaal startklaar. De twee fasen van het kleurkoesteren in de cirkel Kijk hierbij ook naar de kleurpagina tegenover pagina 32. Je ziet drie kleine cirkels die de opbouw tonen van de kleurlaagjes. De ene grotere cirkel is het resultaat van de tweede fase wanneer je wat langer doorkleurt. De eerste fase: kleurkoesteren - Na de voorbereidingen ga je kleuren enje begint aan de rand van de getrokken cirkel of ergens in de ruimte van de cirkel. - Soms zijn er plekken die heel lichtgekleurd willen blijven. - Af en toe zet je de tekening neer, je wandelt eromheen en je kijkt, zonder woorden en zonder benoemen. Je knijpt je ogen een beetje dicht om bijvoorbeeld de lichte en donkere plekken te observeren. Je bent een gevoelskunstenaar: je oog spiegelt je ziel enje hand doet het werk met plezier en gemak. De tweede fase: de verhalende beeldmandala - Je hebt steeds je denkbeelden teruggehouden. Dat is het belangrijkste met dit werk. Je hebt het gevoel dat de tekening op een bepaalde manier verzadigd raakt. Je hebt het sprookje misschien zelfs meerdere malen beluisterd tijdens het kleuren en je maakt gebruik van de gekozen muziek of je kleurt in stilte. - Je gaat weer kijken. Daar heb je jezelf in geoefend. In deze tweede fase draai je je blad rond en rond. Je zet je blad op een afstand neer en je zet je ogen in de gluurstand. Wat maakt zich kenbaar voor je oog en wat is er in je tekening aanwezig dat geboren wil worden? Neem de tijd. - Soms duurt het uren of dagen voordat je gevoel je vertelt wat daar leeft en welke herkenningen zuiver zijn. - De accenten die je nu gaat leggen, zijn alleen kleurplekken en kleurverstevigingen van wat er al is. Gebruik geen lijnen. Dat past hier niet bij. De toevoegingen blijven subtiel en ongedwongen. - Er vertonen zich bijvoorbeeld figuren of landschappen die nu dus benoembaar worden! Het wordt een verhalend beeld dat veelzeggend is voor jou als kunstenaar. Jij bent de expert, jij hebt de gevoelsverbinding hiermee. Jij bent zelf degene die door middel van deze mandala je fysieke, emotionele en spirituele vaardigheid vermeerdert. - Jij herkent hier delen van jouw levensverhaal op dit moment, waardoor onbewuste en onbekende of bijna onbekende herinneringen vorm krijgen en geheeld kunnen worden. Ook kun je nieuwe mogelijkheden tegenkomen die zich aanmelden via de tekening. Spreek hardop uit wat je ziet. Maak er een verhaal van. ... .. - Je kunt deze kleurmethode combineren met figuratieve vormen. - Het is mogelijk om bepaalde thema' s te gebruiken, zoals licht donker. Zo'n thema kan verband houden met het sprookje. - Ook kun je een willekeurige plek in de cirkel vrijhouden, zodat hier gaandeweg een speciale plek ontstaat. - De kleurkeuze kan ook wat specifieker gemaakt worden, zoals het gebruik van louter aardekleuren. - De situatie waarin je kleurt kan aangepast worden. Het is bijvoorbeeld heel speciaal om met kaarslicht te werken. Je kunt de tekening op een karton plakken en op je schoot leggen en in de tuin zitten terwijl je kleurt. De combinatie van luisteren en kleuren heeft een helende en stimulerende waarde Nu wordt het tijd om meer te vertellen over de waarde van dit alles. Terwijl ik dit schrijf en af en toe een blik werp in de tuin, is er een lijster bezig met een slak. De slak wordt efficiënt ontdaan van de beschermende omhulling en net zolang tegen de tegels geslagen tot hij opgepeuzeld kan worden. Ik zou hier geschokt op kunnen reageren: wat is de natuur genadeloos! Die slak mag toch ook leven! Ik kan het ook anders zien en erkennen dat het voor mij een mysterie blijft waarom de natuur is zoals ze is. Het is maar net vanuit welk perspectief ik mijn gedachten vormgeef: open of dogmatisch. Hoe ik kijk, bestuur ik zelf en daar ligt mijn eigen verantwoordelijkheid. Ook kijken is opnieuw creëren. Deze gebeurtenis laat de cyclus van leven-dood-nieuw leven zien. Deze cyclus is werkzaam in alles wat leeft en verandert. Het creatieve werken met de mandala geeft je de kans om meer te ervaren en te leren vanuit een groot perspectief dat veel ruimte biedt om de dieptes en de hoogtes van je eigen ziel te verkennen. De mandala als groots symbool van oneindigheid en heelheid is dé vorm om door middel van dit luisteren en kleuren een ruimer levensperspectief te creëren in samenhang met sprookjes en mythen. Die zijn, zoals eerder gezegd, ontstaan in het collectieve onderbewustzijn. Dit is de grote verhalenkroniek van de hele mensheid, en we zijn er steeds allemaal zonder enige uitzondering bij betrokken. De kleurkrachten zijn direct vanuit de lichtkracht uitgewaaierd en voeden al het vitale leven in talloze kleurnuances. Daar sluiten we ons bij aan als we kleuren. Korte samenvatting . Je bent nu in staat om het veelomvattende symbool van de mandala te definiëren. . Je hebt meer inzicht gekregen in de sprookjes en hun waarde als inwijdingsweg. Het is de innerlijke aardrijkskunde en de archeologie van de ziel. . De mandala en het sprookje, die allebei een centraal punt bevatten, heb je kunnen verbinden met elkaar en door hun cyclische karakter is je nieuwsgierigheid gewekt. Misschien is het een hernieuwde kennismaking met het vrouwelijke denken. Dit is niet voorbehouden aan vrouwen, maar vormt de tegenpool van lijndenken. . Je hebt de nul-tekening en de kleuroefening gedaan om deze inzichten verder uit te werken en in de volgende hoofdstukken te verbinden met het sprookje.

Terug naar boven