Het Primula-elfje

Het primula-elfje zat op een bloemblaadje en keek verbaasd naar de prachtige regenboog. "O," riep ze, "wat een prachtige kleuren, ik wou dat mijn bloemen ook zulke mooie kleuren hadden. En ook nog zo veel: paars, blauw, groen, wit, roze, rood. Mijn bloemen zijn alleen maar geel, wat jammer nou." Bedroefd wendde het elfje zich af van de regenboog en keek somber naar haar eenvoudige bloempjes. Plotseling stond er een klein, bontgekleurd mannetje voor haar neus. Lachend keek hij haar aan en zei: "Daar kijk je van op, hè? Ik ben het regenboogmannetje en ik kom van de regenboog. Ik hoorde dat jij onze kleuren zo mooi vindt en dus dacht ik dat jij misschien ook graag gekleurd door het leven wilt gaan. Is dat zo?" Stralend knikte het elfje: "Ja, dolgraag." "Goed dan, wacht even, ik ben zo weer terug", riep het kleine mannetje en vloog terug naar de regenboog. Hij hield woord, want in een mum van tijd was hij weer terug en in zijn handjes droeg hij verschillende potten verf: rode, paarse, roze, blauwe en witte. "Groen heb ik maar niet meegebracht, want dat hebben de blaadjes al", vond het mannetje en zette de potjes verf voor het elfje neer. "Ga je gang maar, doe je best." Dat liet het elfje zich geen twee keer zeggen. IJverig begon ze haar bloemen te verven en ze werden prachtig. Roze primula's pronkten naast de diepblauwe en de rode stonden mooi naast de witte en de gele. Toen het regenboogmannetje na een poosje weer terugkwam, keek hij zijn ogen uit. Hij klapte in zijn handjes: "Wat heb je dat prachtig geschilderd. Jij kunt er wat van, hoor. Je bloemen zijn bijna net zo mooi als de regenboog." Het elfje begon dieprood te kleuren van zo'n groot compliment en verlegen fluisterde ze: "Spoelen de kleuren niet weg als het regent?"
"Nee, hoor," lachte het mannetje, "want de kleuren van de regenboog zijn watervast, anders was de regenboog toch allang door de regen weggewassen?" Dat was waar. Wat was het elfje nu blij. Sindsdien zie je primulabloemen in alle kleuren van de regenboog.