Pas op, Robin
Hood
Prins John, de slechte graaf Slis, en de schout van Nottingham beramen een plan
om Robin Hood te vangen.
"Het is winter en vele bomen hebben hun bladeren verloren. Dus zal het
makkelijker zijn om de bandieten te vinden in dat kale bos!" zegt de
schout. "Maar nu kunnen zij ons ook makkelijker zien aankomen!" zegt
Prins John.
"Dat weet ik!" sist graaf Slis. "En daarom zullen we ons
vermommen! Luister..."
Lady Marian staat verscholen achter een gordijn. Ze kan alles horen en ze haast
zich even later naar het Sherwood bos om Robin Hood te waarschuwen. Robin geeft
aan al zijn mannen een bijl. "We zullen hout hakken voor het
kampvuur!" zegt hij en iedereen gaat men een bijl het bos in.
"Wat zijn dat een vreemde bomen! Dikke stronken met maar twee
zijtakken!" Kleine John kijkt peinzend. "Deze bomen stonden hier
gisteren nog niet! Ze zijn hier zeker vannacht gegroeid!" Robin lacht.
"We zullen ze omhakken! Iedereen aan het werk, mannen!" Plotseling zet
een boom het op een lopen! "Nee! Nee!" schreeuwt hij luid.
"Wegwezen, mannen!" schreeuwt een andere boom. "Waarheen?"
vragen diverse andere bomen. "Er zitten geen kijkgaten in deze
boomstronken. We zien niets! En we botsen telkens tegen elkaar op!" Maar
even later beginnen alle boomstronken zo vlug als ze kunnen weg te huppelen,
terug naar Nottingham! Op het kasteel helpen de bedienden Prins John uit zijn
boomstronkvermomming.
"Bah!" schreeuwt deze terwijl hij kwaad naar graaf Slis kijkt.
"Jij ook altijd met je domme ideeën! We hadden wel allemaal tot brandhout
gehakt kunnen worden! Maak dat je weg komt - voordat ik je een flink pak slaag
geef!" En graaf Slis glijdt zo snel als hij kan weg!
|