Merlijn

Galfredus van Monmouth is de eerste die de figuur Merlijn opneemt in zijn boek Historia regum Brittanniae (Geschiedenis van de koningen van Brittanië) uit ca.1136. Al enkele jaren eerder had Galfredus een lange reeks aan Merlijn toegeschreven voorspellingen het licht doen zien, de Prophetiae Merlini
Rond 1150 voltooide hij de Vita Merlini, een biografie van Merlijn, waarin hij dieper inging op Merlijns afkomst.
De franse dichter Robert de Boron heeft het verhaal van Merlijn gekoppeld aan een vroege versie van het graalverhaal van Joseph van Arimatea, wat uiteindelijk het uitgangspunt voor de Arthurlegende is geworden.
Hieronder staat de versie van Robert de Boron, omdat hier het meeste van overgenomen is in de verhalen die hierna kwamen.

 

Het verhaal

 

Merlijn's geboorte

MerlijnHet verhaal begint als de duivel een manier bedenkt om meer mensen op het slechte pad te krijgen. Sinds de komst van Jezus op aarde is het voor iedereen mogelijk om vergiffenis te krijgen als hij berouw toont.
Er wordt besloten om net als in het geval van Jezus een vrouw te bevruchten en dit kind moet dan de boodschap van de duivel uit gaan dragen.

De duivel heeft de oudste van drie dochters van een rijke boer op het oog. Eerst wordt de vader te gronde gericht, door al zijn vee te doden en vervolgens laten de duivel de moeder zelfmoord plegen.
De jongste dochter wordt onteerd door een jongeman die volgens de wil van de duivel leeft en voor dit feit wordt ze levend begraven door het gerecht.
In de streek leefde een edele man (Blasius) die een goede biechtvader was. Deze zocht de twee overgebleven dochters op en vertelde dat dit het werk van de duivel moest zijn. Als ze naar de wil van God zouden leven, zou hen niets kunnen overkomen.
De oudste dochter nam deze raad over, maar de duivel wist haar zuster toch in zijn macht te krijgen.
Op zekere dag lukt het haar om de oudste zuster kwaad te krijgen, waardoor deze boos gaat slapen. Hierdoor vergeet zij haar kruis te slaan, waardoor de duivel kans ziet om haar te bevruchten.

Als ze wakker wordt, merkt ze dat ze ontmaagd is, terwijl alle deuren van binnen uit op slot zitten en ze beseft dat dit het werk van de duivel moet zijn. Ze gaat direct naar haar biechtvader en biecht hem alles op. Deze schenkt haar absolutie en hij zegt haar dat ze verder deugdzaam moet leven.
Op een gegeven moment kregen de rechters er lucht van dat ze in verwachting is en laten haar voor zich leiden. Haar biechtvader krijgt het voor elkaar dat zij opgesloten wordt (in plaats van dat ze haar doden) met twee andere vrouwen totdat het kind geboren is. Al die tijd leeft zij naar de regels van haar biechtvader. Als het kind geboren is blijkt het vreselijk behaard te zijn. Direct na de geboorte wordt het kind gedoopt en krijgt de naam Merlijn.

Toen Merlijn 2˝ was, werd zijn moeder weer voor de rechters gedaagd, om het vonnis over haar dood definitief te kunnen vellen. Merlijn nam nu in dit proces het woord.
Doordat hij van de duivel de mogelijkheid had gekregen om in het verleden te kunnen kijken en van God (door de boetedoening van zijn moeder) de gaven om in de toekomst te kunnen kijken, wist hij van iedereen het verleden en de toekomst.
Hij beschuldigt een van de rechters er van dat hij - Merlijn - meer recht heeft om te leven, dan deze rechter en wel om het feit dat Merlijn weet wie zijn vader is, maar deze rechter niet. Deze rechter gaat er van uit dat de wettige echtgenoot van zijn moeder zijn vader is, maar na het verhoren van zijn moeder blijkt dit niet zo te zijn.
Hierna wordt de moeder van Merlijn vrijgesproken.

 

Vortigern grijpt de troon

In die tijd leefde er in Engeland een koning die Constans heette. Hij had drie zonen, nl. Moine, Pendragon en Uther. De koning had ook een goede legeraanvoerder, nl. Vortigern.
Op het moment dat Constans overlijdt, word zijn oudste zoon Moine op jonge leeftijd koning. Al spoedig vielen de Saksen het land binnen en Vortigern wist als legeraanvoerder menig aanval af te slaan, waardoor hij steeds populairder werd.
Op een gegeven moment zei Vortigern dat hij zich niet meer met de oorlogen van de jonge koning wil bemoeien en trok zich terug.
Hierna werd koning Moine verslagen door de Saksen. 12 Edelen kwamen nu aan Vortigern vragen of deze geen koning zou willen worden, waarop Vortigern weigerde omdat er al een koning was, nl. Moine.
Deze edelen besloten vervolgens om Moine te doden, zodat Vortigern koning zou kunnen worden en ze hoopten hierbij dat zij dan zijn vertrouwelingen werden.

Nadat Moine vermoord was, gingen zij naar Vortigern om hem te zeggen dat de weg naar het koningschap voor hem open lag. Hierop ontstak Vortigern in woede en zei hen dat ze slecht gehandeld hadden door hun heer te vermoorden.
Na de dood van koning Moine kwamen de andere edelen bij elkaar om te overleggen wie er nu koning moest worden en besloten werd om Vortigern tot koning te kiezen.
Twee edelen die hierbij aanwezig waren hadden de broers van Moine onder hun hoede en doorzagen de list van Vortigern. Zij besloten om met Pendragon en Uther naar het oosten te vluchten en ze daar verder op te voeden, tot ze oud genoeg waren.

De twaalf edelen die Moine vermoord hadden, werden nu voor de moord veroordeeld en gevierendeeld.
In de jaren hierna bleek Vortigern een slecht koning te zijn en de mensen kregen een hekel aan hem. Om nu verzekerd te zijn van voldoende steun, sloot hij een verband met de Saksen. Een van deze Saksen - Hengest - was lange tijd bij Vortigern in dienst. Deze Hengest kreeg het voor elkaar om met een van de dochters van Vortigern te trouwen en hierdoor verloor Vortigern de steun van alle christenen.

Vortigern begreep dat hij niet erg geliefd was en dat Pendragon en Uther inmiddels oud genoeg waren, om hem aan te vallen. Hij besloot om een toren te bouwen wat onneembaar moest zijn.
Deze toren stortte tijdens de bouw tot drie keer toe in, waarop Vortigern alle wijzen uit het land bij zich liet roepen. Deze wijzen zeiden dat hij over zo'n geval als dit met geleerden moest spreken en niet met wijzen.
Hierop liet Vortigern geleerden bij zich komen en legde het geval van de toren aan ze voor. Hierop zeiden de geleerden dat zij er niets mee konden, maar dat sterrenkundigen hier wel weg mee zouden weten. Deze geleerden wisten zeven sterrenkundigen bij elkaar te krijgen die zich over het probleem bogen. Het enige wat zij zagen, was dat Vortigern op zoek moest naar een jongen zonder vader. Ook zagen zij dat de jongen de oorzaak van hun dood zou zijn en ze besloten om Vortigern deze jongen te laten doden.
Zij zeiden hem dat hij op zoek moest naar een jongen zonder vader en dat het bloed van deze jongen door de specie gemengd moest worden.

Hierop stuurde Vortigern twaalf boodschappers twee aan twee op pad om deze jongen te zoeken. Twee van deze koppels besloten onderweg samen verder te gaan. Op een dag vinden ze Merlijn (die zichzelf aan hen bekend maakt als de jongen zonder vader) en weet hen er van te overtuigen dat ze hem niet moeten doden, zoals oorspronkelijk hun opdracht was, maar dat ze hem mee moeten nemen naar Vortigern.

Het gevecht tussen de rode en de witte draakOnderweg naar Vortigern weet Merlijn de vier boodschappers te overtuigen van zijn zienersgaven door twee voorspellingen te doen, die ook uitkomen.
Eenmaal bij Vortigern aangekomen weet hij het verhaal van de sterrenkundigen te weerleggen, dat hij gedood zou moeten worden.
Hij verteld Vortigern dat zijn toren steeds instort, omdat er onder deze berg een meer ligt, waaronder twee draken - een rode en een witte - liggen te slapen.
Pas als dit meer weg is en de draken gedood zijn zal de toren blijven staan. Vortigern laat hierop een gat in de bergwand maken en het meer komt hierop te voorschijn.
Hierop zegt Merlijn dat als de draken elkaar zien, ze met elkaar zullen vechten totdat er een gedood is. Vortigern wil nu graag weten wie van deze twee draken zal overwinnen en wat de boodschap hiervan zal zijn. Merlijn verteld hem dat de witte zal overwinnen, ondanks dat de rode groter en sterker is.

Nadat de twee draken gewekt zijn volgt een verschrikkelijk gevecht dat twee dagen duurt. De witte draak won van de rode draak door hem met vuurspuwen te doden ten koste van zware verwondingen, waar hij na drie dagen aan overleed.
Merlijn verteld nu aan Vortigern dat de rode draak voor Vortigern stond en de witte draak voor de twee overgebleven zonen van Constans. Dat de rode draak overwonnen was door het vuur betekende dat Vortigern door ditzelfde lot getroffen zou worden.
Ook vertelde hij Vortigern dat Pendragon en Uther over 30 dagen bij Winchester met een groot leger aan wal zouden komen.

Vortigern riep nu zijn leger bij elkaar en trok naar Winchester. Hier bleek na 30 dagen inderdaad een groot leger aan te komen.
Het volk van Engeland hoorde nu dat de wettige erfgenamen van de koning terugkeerden en lieten Vortigern in de steek, waarop deze zich in zijn kasteel terugtrok. Vortigern verdedigde zijn kasteel zo goed mogelijk, totdat Pendragon het kasteel in brand stak, waarbij Vortigern omkwam.

 

Het koningschap van Pendragon

Merlijn en de koningNa de dood van Vortigern koos het volk Pendragon tot koning. De eerste taak van Pendragon was om de overgebleven Saksen het land uit te krijgen. Hierbij kwam het ook tot een belegering van het kasteel van Hengest.
Na een belegering van zes maanden riep Pendragon zijn raad bijeen om te beraadslagen over de inneming van het kasteel. In deze raad zaten vijf edelen die bij de vergadering geweest waren, waarin Merlijn Vortigern had verteld over de draken en de dood van Vortigern. Zij adviseerden koning Pendragon om Merlijn te zoeken en hem om raad te vragen.
Hierop stuurde koning Pendragon boodschappers uit om Merlijn te zoeken. Merlijn ontmoette een van deze boodschappers vermomd als houthakker, met een bericht namens Merlijn. Hij zei hem dat ze het kasteel konden overwinnen als Hengest dood was en dat als de koning met Merlijn wilde praten, hij zelf moest komen. Hierop bracht de boodschapper dit bericht aan de koning over.
Hierop liet Pendragon de belegering aan Uther over en vertrok naar Northumberland met een aantal mannen om Merlijn te zoeken. Hier aangekomen gingen hij en zijn mannen op zoek naar Merlijn.
Na een tijdje sprak een van zijn mannen een lelijke kromgegroeide herder. Deze herder zei tegen de boodschapper dat als de koning Merlijn wilde zien, hij hem aan kon wijzen. De metgezel wilde nu de herder meenemen naar de koning, maar de herder weigerde dit door te zeggen dat hij dan wel een slechte herder zou zijn en dat de koning hem nodig had en hij niet de koning.
De metgezel ging hierop samen met de koning naar de herder (die in werkelijkheid Merlijn was). De herder adviseerde de koning naar een van zijn steden in de buurt te gaan en daar op Merlijn te wachten.

Terwijl de koning in een van zijn steden op Merlijn wachtte, kwam er op een dag een elegante heer naar de koning en zei hem dat hij Merlijn niet meer nodig had, omdat Hengest inmiddels gedood was door Uther. Nadat dit bericht bevestigd was door boodschappers bleef de koning toch wachten op Merlijn, omdat hij benieuwd was hoe Merlijn dit alles kon weten.

Na een tijdje kwam Merlijn naar de koning vermomd als edelman en vroeg hem waarop hij wachtte. De koning zei hem dat hij Merlijn wilde spreken, waarop de edelman tegen hem zei dat hij Merlijn al verschillende malen in vermomming gesproken had. Zelfs de edelen die Merlijn kenden herkenden hem niet in deze vermomming.
Hierop vraagt de koning aan Merlijn op welke wijze Hengest om het leven was gekomen. Merlijn antwoordde hierop dat hij op een avond, vermomd als grijsaard Uther had gewaarschuwd dat Hengest hem die nacht in zijn slaap wilde vermoorden. Uther nam hierop zijn voorzorgsmaatregelen en wist Hengest te doden.

Hierop ging de koning terug naar zijn broer Uther en na elf dagen kwam Merlijn vermomd als page. Zowel koning Pendragon als Uther herkenden hem niet, totdat Merlijn zichzelf bekend maakte.
Hierop riep de koning zijn raad bijeen om te praten over de belegering van het kasteel samen met Merlijn. Deze zei nu dat de Saksen het liefst terug naar huis gingen nu Hengest gedood was. Als de koning een vrijgeleide zou zorgen, zou hij zonder verder bloedvergieten van de Saksen bevrijd worden. De koning volgde deze raad op, waarop inderdaad alle Saksen het land verlieten.

Na een tijdje vertelde Merlijn aan koning Pendragon dat de Saksen zich weer gereed maakten voor een nieuwe aanval en dat het tijd was voor een beslissende oorlog.
Hij adviseerde de koning om alle edelen en ridders bijeen te brengen in de vlakte bij Salisbury. Hier zouden zij moeten wachten op de Saksen. Als de Saksen van hun boten af waren, moest Uther de terugweg naar de boten afsluiten, zodat de Saksen niet meer bij hun proviand konden komen. De koning zou dan de Saksen moeten aanvallen als hij een rode draak door de lucht zou zien vliegen. Ook voorspelde Merlijn dat in deze strijd een van de twee broers de dood zou vinden.

De strijd werd volgens dit plan uitgevoerd en de Saksen werden volledig overwonnen. Zoals door Merlijn voorspeld was, liet een van de twee broers het leven, nl. koning Pendragon. Hierop werd Uther koning en liet alle gesneuvelden samen met zijn broer begraven op de vlakte bij Salisbury.

 

Het koningschap van Uther Pendragon

StonehengeOm zijn broer te eren noemde Uther zich vanaf dat moment "Uther Pendragon".
Ter nagedachtenis aan Pendragon besloten Merlijn en Uther Pendragon om een monument in de vlakte van Salisbury neer te zetten, dat zal duren tot het einde der tijden. Merlijn adviseerde dat het een monument moest zijn, gemaakt van enorme stenen uit Ierland. Nadat in eerste instantie het Uther Pendragon en zijn mannen het niet gelukt was deze stenen te halen, ging Merlijn op pad. Merlijn wist het voor elkaar te krijgen, dankzij zijn magische krachten. Hierna bouwde hij ook in zijn eentje het monument ter ere van Pendragon.

Nu de rust was weergekeerd in het land vertelde Merlijn aan Uther Pendragon het verhaal van Jozef van Arithmatea, die met een heilige schaal mensen te eten had gegeven ten tijde van honger. Dit was gebeurd aan een tafel die gelijk was aan de tafel van het laatste avondmaal. Tijdens deze maaltijd werden de goeden gescheiden van de slechten, net zoals het Judas overkomen was. Diegenen die wel aan deze tafel konden plaatsnemen, vonden hier de vervulling van hun hart. Aan deze tafel zou ook altijd een plaats leeg blijven, net zoals de lege plaats van Judas.
Merlijn adviseerde Uther Pendragon om drie van deze tafels (naar de drie-eenheid) te plaatsen, dan zou Merlijn 50 edelen uitzoeken die hier aan mochten zitten. Deze edelen zouden dan Uther Pendragon en zijn ideën trouw blijven. Tijdens het eerstvolgende Pinksterfeest werd dit ten uitvoer gebracht, waarop de aanzittende edelen inderdaad niet meer van de zijde van Uther Pendragon wilden wijken.

Tijdens een kerstfeest wilde Uther Pendragon weer zo'n feest houden voor zijn edelen, maar ditmaal met hun vrouwen. Ook de hertog van Cornwall was er, met zijn vrouw Igraine. Toen de koning haar zag, vatte hij direct een grote liefde voor haar op.
Nadat dit feest was afgelopen, miste de koning Igraine enorm en hij besloot om met Pinksteren weer een feest te geven voor de edelen samen met hun vrouwen. Tijdens dit feest liet hij Igraine blijken, wat hij voor haar voelde, maar zij ging hier niet op in.

Tegen het eind van het jaar vroeg hij aan twee raadslieden wat hij moest doen om de liefde van Igraine te veroveren. Zij raden hem aan om iedereen voor twee weken naar Carduel te laten komen, zodat hij wat meer tijd kreeg om Igraine te veroveren. Uther overlegde met Ulfius - zijn meest trouwe raadgever - hoe hij het verder aan moest pakken. Zij spraken af dat Ulfius zou proberen het hart van Igraine voor de koning te winnen.
Als Ulfius de liefde van Uther Pendragon aan Igraine overbrengt, wijst zij dit af zeggende dat zij gelukkig getrouwd is met de hertog van Cornwall.
Als hierna de koning aan de hertog een gouden beker geeft en aan hem vraagt of hij Igraine hier uit wil laten drinken uit liefde voor de koning, is voor haar de maat vol. Zij verteld alles aan haar man en zij besluiten 's nachts terug naar huis te keren, samen met zijn ridders.

Als de koning merkt dat ze weggegaan zijn, stuurt hij boodschappers naar ze toe om te vragen of ze terug willen keren. Na de weigering van de hertog van Cornwall, besloot de koning samen met zijn baronnen om de hertog na veertig dagen uit de dagen.
Op het moment van de strijd bevond de hertog van Cornwall zich in een ander kasteel dan zijn vrouw Igraine. Deze belegering duurde een lange tijd, totdat Merlijn bij de koning kwam. De koning die nog steeds heftig verliefd was op Igraine vroeg aan Merlijn of deze een manier wist om bij Igraine te komen.
Merlijn antwoordde dat hij het uiterlijk van Uther Pendragon kon veranderen in die van de hertog van Cornwall en Ulfius zou dan meegaan met het uiterlijk van Jordanus en hijzelf zou dan meegaan met het uiterlijk van Brastius. Dit waren twee vertrouwelingen van de hertog van Cornwall.
Als tegenprestatie verlangde Merlijn een gift van de koning, welke hij later bekend zou maken. Uther Pendragon stemde hier mee in en Ulfius was zijn getuige.

Hierna reden zij die nacht naar het kasteel waar Igraine verbleef in hun nieuwe gedaanten en bracht Uther de nacht bij Igraine door. Deze nacht werd het kind verwekt, dat later koning Arthur zou zijn. De volgende ochtend kwam het bericht van de dood van de hertog van Cornwall en vertrokken de koning, Merlijn en Ulfius, voordat Igraine dit bericht zou horen.

Nadat ze teruggekeerd waren in hun kamp bleek dat de hertog van Cornwall gedood was bij een aanval op het legerkamp. Hij had gezien dat de koning niet meer in het kamp was en had dit als zijn kans gezien om het kamp te veroveren, wat hij met de dood had moeten bekopen.

Merlijn ontvangt Arthur als babyVoor Uther Pendragon was nu het beleg afgelopen en wilde hij de familie van de hertog een genoegdoening schenken. Hij liet Ulfius dit overleg voeren, om zelf van eventuele bedenkingen verschoond te blijven. Besloten werd dat Igraine met de koning zou trouwen, zodat er goed voor haar en haar kinderen gezorgd zou worden en de dochter van de hertog zou trouwen met koning Lot van Orkney.
Zij zouden later de kinderen Mordred, Gawain, Agravain, Gareth en Gaheris krijgen.
Koning Nauntres van Garelot kreeg een andere dochter tot vrouw. Een derde dochter, Morgan geheten, werd in een klooster onderwezen en hier leerde zij de zeven kunsten en ook een kunst, astronomie geheten. Zij wist veel van de geneeskunst en daarom werd zij later Morgan de fee, de tovenares genoemd.

Tijdens deze besprekingen zei Merlijn welke gift hij van de koning verlangde.
Hij wilde het kind wat Uther bij haar verwekt had direct na de geboorte aan hem zou geven, waar de koning mee instemde.
Merlijn vroeg aan Ulfius of hij aan Ector - een van de edelen van de koning - wilde vragen of zij dit kind wilden opvoeden, waar Ector mee instemde zonder te weten wie of wat dit kind zou zijn.

Zo gebeurde het dat na de geboorte dit kind bij Ector en zijn vrouw werden gebracht. Zij lieten het op aanraden van Merlijn Arthur dopen en voedden hem verder op.

Na enige jaren vielen de Saksen weer het land binnen en Uther Pendragon was vanwege de jicht niet meer bij machte om ze zelf te weerstaan. Hierdoor werden vele edelen verslagen.
Merlijn adviseerde de koning om op een draagbaar aan het gevecht deel te nemen. Hierdoor vochten zijn mannen beter, waardoor ze weer een overwinning op de Saksen wisten te behalen.
Na van alle wereldse goederen afscheid te hebben genomen, stierf Uther Pendragon in vrede.

 

De kroning van Arthur

Na de dood van koning Uther Pendragon overlegden de edelen wie er nu koning zou moeten worden, maar zij kwamen er niet uit, waardoor zij besloten Merlijn te raadplegen.
Deze adviseerde hen te wachten tot Kerstmis, om dan de nieuwe koning te laten kiezen, door de enige echte Heerser.

Tegen Kerstmis waren alle edelen in Londen, inclusief Ector met zijn beide zonen Keye - die vlak daarvoor tot ridder geslagen was - en Arthur. Tijdens de ochtendmis gingen diegenen die zijn offergaven gegeven hadden naar buiten, waar een groot vierkant blok marmer ontdekten, met hierop een aambeeld, waar het gevest van een zwaard uit stak. De aartsbisschop las de boodschap die hier op stond, en hij zei tot de aanwezigen dat diegene die het zwaard uit het aambeeld kon trekken de rechtmatige koning zou zijn.

Hierop probeerden alle edelen dit zwaard uit het aambeeld te trekken, maar niemand slaagde hierin. Nadat alle aanwezige edelen het geprobeerd hadden, werd besloten om te wachten tot ook diegenen die ver weg woonden en hierdoor later kwamen een kans te geven.

In de tussentijd werd de tijd gedood met wat ridderspelen. Op een gegeven moment toen enkele pages ruzie met elkaar kregen vroeg Keye aan Arthur of hij zijn zwaard op wilde halen in de herberg. Nadat Arthur dit zwaard niet kon vinden, zag hij het zwaard in het aambeeld en trok dit er uit en gaf het aan Keye.
Deze herkende het zwaard en ging er mee naar zijn vader, zeggende dat hij de nieuwe koning zou worden. Ector geloofde hem echter niet en vroeg hem naar de waarheid, waarop Keye antwoordde dat hij het van Arthur had gekregen. Hierop vertelde Ector aan Arthur dat hij niet zijn echte vader was, maar dat hij de afkomst van Arthur niet kende.
Hij vroeg hem om Keye hofmaarschalk te maken, ondanks wandaden die hij misschien zou begaan. Dit kwam omdat Keye door een dienstmaagd gevoed was, omdat zijn moeder Arthur moest voeden. Arthur beloofde dat dit zou gebeuren.

Hierop riep Ector de andere edelen bij elkaar, om te laten zien dat het zwaard door Arthur uit het aambeeld was gehaald. De andere edelen konden niet geloven dat zo'n simpele jongen het zwaard uit het aambeeld kon trekken.
Maar ook nadat het teruggestopt was, was Arthur de enige die het er weer uit kon halen. Toch vroegen de edelen aan de aartsbisschop om het zwaard tot Maria-lichtmis te laten zitten, zodat anderen die het nog niet geprobeerd hadden het nog konden proberen.
Nadat het weer niemand behalve Arthur lukte, vroegen ze nogmaals uitstel tot Pasen. Toen het weer niemand lukte behalve Arthur, werd er toch weer uitstel gevraagd tot Pinksteren. Tot die tijd werd Arthur ook door de edelen getest wat voor persoon hij was, maar er was niemand die iets negatiefs kon vertellen over Arthur, waarna iedereen het erover een was dat Arthur koning van het land moest worden.

 

Merlijn's einde

Merlijn en VivianeMerlijn had Viviane, de dochter van Dionas ontmoet toen zij twaalf jaar oud was. Tijdens het gesprek met haar beloofde hij dat hij haar alle kunsten zou leren die hij kenden, als zij beloofde dat haar liefde hem zou toebehoren.

In de daarop volgende jaren leert Merlijn haar tussen alle avonturen door haar al zijn kunsten.
Nadat Merlijn definitief afscheid heeft genomen als hij ziet dat alles goed is met Arthur en de leden van de ronde tafel, gaat hij naar Viviane.
Hij leert haar dan ook zijn laatste spreuk. Deze spreuk kan een man insluiten, zodat hij niet meer buiten haar wil kan weggaan en Merlijn leert haar deze laatste spreuk.

Als Merlijn een tijd later op haar schoot in slaap is gevallen op een mooie plaats, spreekt zij deze spreuk uit, zodat Merlijn vanaf dat moment niet meer vrij is om te gaan en te staan waar hij wil.
Viviane blijft bij hem, alleen is het zo dat zij wel de vrijheid heeft om weg te gaan.

Koning Arthur miste de raadgevingen van Merlijn en zond enige van zijn ridders voor een jaar en een dag op pad, waaronder zijn neef Gawain.
Gawain dwaalde lange tijd door het rijk van Logres, waar hij op een gegeven moment een rijke dame tegenkomt, die hij vergeet te groeten. Zij spreekt hem hierop aan en hij verontschuldigt zich, omdat hij in gedachten verzonken was.
Zij spreekt een vloek over hem uit - dat hij gaat lijken op de eerste de beste die hij tegenkomt - en dat hij in Bretagne een antwoord op zijn gedachten kan vinden.
De eerste die Gawain hierop tegenkomt is een dwerg en hij neemt diens gestalte over. Ondanks de boosheid van Gawain, blijft hij verder zoeken naar Merlijn, totdat hij na enige tijd de woorden herinnert om in Bretagne te gaan zoeken. Maar ook hier vond hij niets. De tijd naderde dat hij moest terugkeren naar het hof en dus ging hij op weg terug. Op zijn tocht kwam hij ook door het woud Brocéliande.
Op een dag hoorde hij een stem, die hij uiteindelijk herkent als die van Merlijn, maar hij ziet hem niet.
Merlijn legt hem uit dat hij gevangen zit en wenst iedereen succes. Ook zegt hij hem dat de dame die de vloek over hem uitsprak in de buurt is en dat hij ditmaal niet moet vergeten haar te groeten.
Gawain gaat hierna weer op pad en komt inderdaad de dame tegen die hem weer zijn normale postuur terug geeft.

Teruggekeerd bij koning Arthur doet Gawain zijn verhaal en hierna heeft nooit meer iemand Merlijn gezien of gesproken.

 Dit is met toestemming geplaatst van de eigenaar van de website van onderstaand adres

http://home.tiscali.nl/werff/allerlei/auteurs2.htm (website bestaat niet meer)

bronnen

  • Mythen en legenden uit de middeleeuwen, door H.A. Guerber, uitgeverij W.J.Thieme en Cie.
  • The quest for king Arthur, door David Day, ISBN 1-85479-404-3
  • Merlijn, verkondiger van de graal, door Robert de Boron, uitgeverij Christofoor, ISBN 90-6238-192-8
  • Van Aiol tot Zwaanridder, uitgeverij Sun, redactie W.P.Gerritsen en A.G. van Melle, ISBN 90-6168-382-3