Merlijn
Galfredus
van Monmouth is de eerste die de figuur Merlijn opneemt in zijn boek Historia
regum Brittanniae (Geschiedenis van de koningen van Brittanië) uit ca.1136.
Al enkele jaren eerder had Galfredus een lange reeks aan Merlijn toegeschreven
voorspellingen het licht doen zien, de Prophetiae Merlini
Rond 1150 voltooide hij de Vita Merlini, een biografie van Merlijn,
waarin hij dieper inging op Merlijns afkomst.
De franse dichter Robert de Boron heeft het verhaal van Merlijn gekoppeld aan
een vroege versie van het graalverhaal van Joseph van Arimatea, wat uiteindelijk
het uitgangspunt voor de Arthurlegende is geworden.
Hieronder staat de versie van Robert de Boron, omdat hier het meeste van
overgenomen is in de verhalen die hierna kwamen.
Het
verhaal
Merlijn's
geboorte
Het
verhaal begint als de duivel een manier bedenkt om meer mensen op het slechte
pad te krijgen. Sinds de komst van Jezus op aarde is het voor iedereen mogelijk
om vergiffenis te krijgen als hij berouw toont.
Er wordt besloten om net als in het geval van Jezus een vrouw te bevruchten en
dit kind moet dan de boodschap van de duivel uit gaan dragen.
De duivel heeft de oudste van drie dochters van een rijke boer op het oog. Eerst
wordt de vader te gronde gericht, door al zijn vee te doden en vervolgens laten
de duivel de moeder zelfmoord plegen.
De jongste dochter wordt onteerd door een jongeman die volgens de wil van de
duivel leeft en voor dit feit wordt ze levend begraven door het gerecht.
In de streek leefde een edele man (Blasius) die een goede biechtvader was. Deze
zocht de twee overgebleven dochters op en vertelde dat dit het werk van de
duivel moest zijn. Als ze naar de wil van God zouden leven, zou hen niets kunnen
overkomen.
De oudste dochter nam deze raad over, maar de duivel wist haar zuster toch in
zijn macht te krijgen.
Op zekere dag lukt het haar om de oudste zuster kwaad te krijgen, waardoor deze
boos gaat slapen. Hierdoor vergeet zij haar kruis te slaan, waardoor de duivel
kans ziet om haar te bevruchten.
Als ze wakker wordt, merkt ze dat ze ontmaagd is, terwijl alle deuren van binnen
uit op slot zitten en ze beseft dat dit het werk van de duivel moet zijn. Ze
gaat direct naar haar biechtvader en biecht hem alles op. Deze schenkt haar
absolutie en hij zegt haar dat ze verder deugdzaam moet leven.
Op een gegeven moment kregen de rechters er lucht van dat ze in verwachting is
en laten haar voor zich leiden. Haar biechtvader krijgt het voor elkaar dat zij
opgesloten wordt (in plaats van dat ze haar doden) met twee andere vrouwen
totdat het kind geboren is. Al die tijd leeft zij naar de regels van haar
biechtvader. Als het kind geboren is blijkt het vreselijk behaard te zijn.
Direct na de geboorte wordt het kind gedoopt en krijgt de naam Merlijn.
Toen Merlijn 2˝ was, werd zijn moeder weer voor de rechters gedaagd, om het
vonnis over haar dood definitief te kunnen vellen. Merlijn nam nu in dit proces
het woord.
Doordat hij van de duivel de mogelijkheid had gekregen om in het verleden te
kunnen kijken en van God (door de boetedoening van zijn moeder) de gaven om in
de toekomst te kunnen kijken, wist hij van iedereen het verleden en de toekomst.
Hij beschuldigt een van de rechters er van dat hij - Merlijn - meer recht heeft
om te leven, dan deze rechter en wel om het feit dat Merlijn weet wie zijn vader
is, maar deze rechter niet. Deze rechter gaat er van uit dat de wettige
echtgenoot van zijn moeder zijn vader is, maar na het verhoren van zijn moeder
blijkt dit niet zo te zijn.
Hierna wordt de moeder van Merlijn vrijgesproken.
Vortigern
grijpt de troon
In die
tijd leefde er in Engeland een koning die Constans heette. Hij had drie zonen,
nl. Moine,
Pendragon en Uther. De koning had ook een
goede legeraanvoerder, nl. Vortigern.
Op het moment dat Constans overlijdt, word zijn oudste zoon Moine op jonge
leeftijd koning. Al spoedig vielen de Saksen het land binnen en Vortigern wist
als legeraanvoerder menig aanval af te slaan, waardoor hij steeds populairder
werd.
Op een gegeven moment zei Vortigern dat hij zich niet meer met de oorlogen van
de jonge koning wil bemoeien en trok zich terug.
Hierna werd koning Moine verslagen door de Saksen. 12 Edelen kwamen nu aan
Vortigern vragen of deze geen koning zou willen worden, waarop Vortigern
weigerde omdat er al een koning was, nl. Moine.
Deze edelen besloten vervolgens om Moine te doden, zodat Vortigern koning zou
kunnen worden en ze hoopten hierbij dat zij dan zijn vertrouwelingen werden.
Nadat Moine vermoord was, gingen zij naar Vortigern om hem te zeggen dat de weg
naar het koningschap voor hem open lag. Hierop ontstak Vortigern in woede en zei
hen dat ze slecht gehandeld hadden door hun heer te vermoorden.
Na de dood van koning Moine kwamen de andere edelen bij elkaar om te overleggen
wie er nu koning moest worden en besloten werd om Vortigern tot koning te
kiezen.
Twee edelen die hierbij aanwezig waren hadden de broers van Moine onder hun
hoede en doorzagen de list van Vortigern. Zij besloten om met Pendragon en Uther
naar het oosten te vluchten en ze daar verder op te voeden, tot ze oud genoeg
waren.
De twaalf edelen die Moine vermoord hadden, werden nu voor de moord veroordeeld
en gevierendeeld.
In de jaren hierna bleek Vortigern een slecht koning te zijn en de mensen kregen
een hekel aan hem. Om nu verzekerd te zijn van voldoende steun, sloot hij een
verband met de Saksen. Een van deze Saksen - Hengest - was lange tijd bij
Vortigern in dienst. Deze Hengest kreeg het voor elkaar om met een van de
dochters van Vortigern te trouwen en hierdoor verloor Vortigern de steun van
alle christenen.
Vortigern begreep dat hij niet erg geliefd was en dat Pendragon en Uther
inmiddels oud genoeg waren, om hem aan te vallen. Hij besloot om een toren te
bouwen wat onneembaar moest zijn.
Deze toren stortte tijdens de bouw tot drie keer toe in, waarop Vortigern alle
wijzen uit het land bij zich liet roepen. Deze wijzen zeiden dat hij over zo'n
geval als dit met geleerden moest spreken en niet met wijzen.
Hierop liet Vortigern geleerden bij zich komen en legde het geval van de toren
aan ze voor. Hierop zeiden de geleerden dat zij er niets mee konden, maar dat
sterrenkundigen hier wel weg mee zouden weten. Deze geleerden wisten zeven
sterrenkundigen bij elkaar te krijgen die zich over het probleem bogen. Het
enige wat zij zagen, was dat Vortigern op zoek moest naar een jongen zonder
vader. Ook zagen zij dat de jongen de oorzaak van hun dood zou zijn en ze
besloten om Vortigern deze jongen te laten doden.
Zij zeiden hem dat hij op zoek moest naar een jongen zonder vader en dat het
bloed van deze jongen door de specie gemengd moest worden.
Hierop stuurde Vortigern twaalf boodschappers twee aan twee op pad om deze
jongen te zoeken. Twee van deze koppels besloten onderweg samen verder te gaan.
Op een dag vinden ze Merlijn (die zichzelf aan hen bekend maakt als de jongen
zonder vader) en weet hen er van te overtuigen dat ze hem niet moeten doden,
zoals oorspronkelijk hun opdracht was, maar dat ze hem mee moeten nemen naar
Vortigern.
Onderweg
naar Vortigern weet Merlijn de vier boodschappers te overtuigen van zijn
zienersgaven door twee voorspellingen te doen, die ook uitkomen.
Eenmaal bij Vortigern aangekomen weet hij het verhaal van de sterrenkundigen te
weerleggen, dat hij gedood zou moeten worden.
Hij verteld Vortigern dat zijn toren steeds instort, omdat er onder deze berg
een meer ligt, waaronder twee draken - een rode en een witte - liggen te slapen.
Pas als dit meer weg is en de draken gedood zijn zal de toren blijven staan.
Vortigern laat hierop een gat in de bergwand maken en het meer komt hierop te
voorschijn.
Hierop zegt Merlijn dat als de draken elkaar zien, ze met elkaar zullen vechten
totdat er een gedood is. Vortigern wil nu graag weten wie van deze twee draken
zal overwinnen en wat de boodschap hiervan zal zijn. Merlijn verteld hem dat de
witte zal overwinnen, ondanks dat de rode groter en sterker is.
Nadat de twee draken gewekt zijn volgt een verschrikkelijk gevecht dat twee
dagen duurt. De witte draak won van de rode draak door hem met vuurspuwen te
doden ten koste van zware verwondingen, waar hij na drie dagen aan overleed.
Merlijn verteld nu aan Vortigern dat de rode draak voor Vortigern stond en de
witte draak voor de twee overgebleven zonen van Constans. Dat de rode draak
overwonnen was door het vuur betekende dat Vortigern door ditzelfde lot
getroffen zou worden.
Ook vertelde hij Vortigern dat Pendragon en Uther over 30 dagen bij Winchester
met een groot leger aan wal zouden komen.
Vortigern riep nu zijn leger bij elkaar en trok naar Winchester. Hier bleek na
30 dagen inderdaad een groot leger aan te komen.
Het volk van Engeland hoorde nu dat de wettige erfgenamen van de koning
terugkeerden en lieten Vortigern in de steek, waarop deze zich in zijn kasteel
terugtrok. Vortigern verdedigde zijn kasteel zo goed mogelijk, totdat Pendragon
het kasteel in brand stak, waarbij Vortigern omkwam.
Het
koningschap van Pendragon
Na
de dood van Vortigern koos het volk Pendragon tot koning. De eerste taak van
Pendragon was om de overgebleven Saksen het land uit te krijgen. Hierbij kwam
het ook tot een belegering van het kasteel van Hengest.
Na een belegering van zes maanden riep Pendragon zijn raad bijeen om te
beraadslagen over de inneming van het kasteel. In deze raad zaten vijf edelen
die bij de vergadering geweest waren, waarin Merlijn Vortigern had verteld over
de draken en de dood van Vortigern. Zij adviseerden koning Pendragon om Merlijn
te zoeken en hem om raad te vragen.
Hierop stuurde koning Pendragon boodschappers uit om Merlijn te zoeken. Merlijn
ontmoette een van deze boodschappers vermomd als houthakker, met een bericht
namens Merlijn. Hij zei hem dat ze het kasteel konden overwinnen als Hengest
dood was en dat als de koning met Merlijn wilde praten, hij zelf moest komen.
Hierop bracht de boodschapper dit bericht aan de koning over.
Hierop liet Pendragon de belegering aan Uther over en vertrok naar
Northumberland met een aantal mannen om Merlijn te zoeken. Hier aangekomen
gingen hij en zijn mannen op zoek naar Merlijn.
Na een tijdje sprak een van zijn mannen een lelijke kromgegroeide herder. Deze
herder zei tegen de boodschapper dat als de koning Merlijn wilde zien, hij hem
aan kon wijzen. De metgezel wilde nu de herder meenemen naar de koning, maar de
herder weigerde dit door te zeggen dat hij dan wel een slechte herder zou zijn
en dat de koning hem nodig had en hij niet de koning.
De metgezel ging hierop samen met de koning naar de herder (die in werkelijkheid
Merlijn was). De herder adviseerde de koning naar een van zijn steden in de
buurt te gaan en daar op Merlijn te wachten.
Terwijl de koning in een van zijn steden op Merlijn wachtte, kwam er op een dag
een elegante heer naar de koning en zei hem dat hij Merlijn niet meer nodig had,
omdat Hengest inmiddels gedood was door Uther. Nadat dit bericht bevestigd was
door boodschappers bleef de koning toch wachten op Merlijn, omdat hij benieuwd
was hoe Merlijn dit alles kon weten.
Na een tijdje kwam Merlijn naar de koning vermomd als edelman en vroeg hem
waarop hij wachtte. De koning zei hem dat hij Merlijn wilde spreken, waarop de
edelman tegen hem zei dat hij Merlijn al verschillende malen in vermomming
gesproken had. Zelfs de edelen die Merlijn kenden herkenden hem niet in deze
vermomming.
Hierop vraagt de koning aan Merlijn op welke wijze Hengest om het leven was
gekomen. Merlijn antwoordde hierop dat hij op een avond, vermomd als grijsaard
Uther had gewaarschuwd dat Hengest hem die nacht in zijn slaap wilde vermoorden.
Uther nam hierop zijn voorzorgsmaatregelen en wist Hengest te doden.
Hierop ging de koning terug naar zijn broer Uther en na elf dagen kwam Merlijn
vermomd als page. Zowel koning Pendragon als Uther herkenden hem niet, totdat
Merlijn zichzelf bekend maakte.
Hierop riep de koning zijn raad bijeen om te praten over de belegering van het
kasteel samen met Merlijn. Deze zei nu dat de Saksen het liefst terug naar huis
gingen nu Hengest gedood was. Als de koning een vrijgeleide zou zorgen, zou hij
zonder verder bloedvergieten van de Saksen bevrijd worden. De koning volgde deze
raad op, waarop inderdaad alle Saksen het land verlieten.
Na een tijdje vertelde Merlijn aan koning Pendragon dat de Saksen zich weer
gereed maakten voor een nieuwe aanval en dat het tijd was voor een beslissende
oorlog.
Hij adviseerde de koning om alle edelen en ridders bijeen te brengen in de
vlakte bij Salisbury. Hier zouden zij moeten wachten op de Saksen. Als de Saksen
van hun boten af waren, moest Uther de terugweg naar de boten afsluiten, zodat
de Saksen niet meer bij hun proviand konden komen. De koning zou dan de Saksen
moeten aanvallen als hij een rode draak door de lucht zou zien vliegen. Ook
voorspelde Merlijn dat in deze strijd een van de twee broers de dood zou vinden.
De strijd werd volgens dit plan uitgevoerd en de Saksen werden volledig
overwonnen. Zoals door Merlijn voorspeld was, liet een van de twee broers het
leven, nl. koning Pendragon. Hierop werd Uther koning en liet alle gesneuvelden
samen met zijn broer begraven op de vlakte bij Salisbury.
Het
koningschap van Uther Pendragon
Om
zijn broer te eren noemde Uther zich vanaf dat moment "Uther
Pendragon".
Ter nagedachtenis aan Pendragon besloten Merlijn en Uther Pendragon om een
monument in de vlakte van Salisbury neer te zetten, dat zal duren tot het einde
der tijden. Merlijn adviseerde dat het een monument moest zijn, gemaakt van
enorme stenen uit Ierland. Nadat in eerste instantie het Uther Pendragon en zijn
mannen het niet gelukt was deze stenen te halen, ging Merlijn op pad. Merlijn
wist het voor elkaar te krijgen, dankzij zijn magische krachten. Hierna bouwde
hij ook in zijn eentje het monument ter ere van Pendragon.
Nu de rust was weergekeerd in het land vertelde Merlijn aan Uther Pendragon het
verhaal van Jozef van Arithmatea, die met een heilige schaal mensen te eten had
gegeven ten tijde van honger. Dit was gebeurd aan een tafel die gelijk was aan
de tafel van het laatste avondmaal. Tijdens deze maaltijd werden de goeden
gescheiden van de slechten, net zoals het Judas overkomen was. Diegenen die wel
aan deze tafel konden plaatsnemen, vonden hier de vervulling van hun hart. Aan
deze tafel zou ook altijd een plaats leeg blijven, net zoals de lege plaats van
Judas.
Merlijn adviseerde Uther Pendragon om drie van deze tafels (naar de
drie-eenheid) te plaatsen, dan zou Merlijn 50 edelen uitzoeken die hier aan
mochten zitten. Deze edelen zouden dan Uther Pendragon en zijn ideën trouw
blijven. Tijdens het eerstvolgende Pinksterfeest werd dit ten uitvoer gebracht,
waarop de aanzittende edelen inderdaad niet meer van de zijde van Uther
Pendragon wilden wijken.
Tijdens een kerstfeest wilde Uther Pendragon weer zo'n feest houden voor zijn
edelen, maar ditmaal met hun vrouwen. Ook de hertog van Cornwall was er, met
zijn vrouw Igraine. Toen de koning haar zag, vatte hij direct een grote liefde
voor haar op.
Nadat dit feest was afgelopen, miste de koning Igraine enorm en hij besloot om
met Pinksteren weer een feest te geven voor de edelen samen met hun vrouwen.
Tijdens dit feest liet hij Igraine blijken, wat hij voor haar voelde, maar zij
ging hier niet op in.
Tegen het eind van het jaar vroeg hij aan twee raadslieden wat hij moest doen om
de liefde van Igraine te veroveren. Zij raden hem aan om iedereen voor twee
weken naar Carduel te laten komen, zodat hij wat meer tijd kreeg om Igraine te
veroveren. Uther overlegde met Ulfius - zijn meest trouwe raadgever - hoe hij
het verder aan moest pakken. Zij spraken af dat Ulfius zou proberen het hart van
Igraine voor de koning te winnen.
Als Ulfius de liefde van Uther Pendragon aan Igraine overbrengt, wijst zij dit
af zeggende dat zij gelukkig getrouwd is met de hertog van Cornwall.
Als hierna de koning aan de hertog een gouden beker geeft en aan hem vraagt of
hij Igraine hier uit wil laten drinken uit liefde voor de koning, is voor haar
de maat vol. Zij verteld alles aan haar man en zij besluiten 's nachts terug
naar huis te keren, samen met zijn ridders.
Als de koning merkt dat ze weggegaan zijn, stuurt hij boodschappers naar ze toe
om te vragen of ze terug willen keren. Na de weigering van de hertog van
Cornwall, besloot de koning samen met zijn baronnen om de hertog na veertig
dagen uit de dagen.
Op het moment van de strijd bevond de hertog van Cornwall zich in een ander
kasteel dan zijn vrouw Igraine. Deze belegering duurde een lange tijd, totdat
Merlijn bij de koning kwam. De koning die nog steeds heftig verliefd was op
Igraine vroeg aan Merlijn of deze een manier wist om bij Igraine te komen.
Merlijn antwoordde dat hij het uiterlijk van Uther Pendragon kon veranderen in
die van de hertog van Cornwall en Ulfius zou dan meegaan met het uiterlijk van
Jordanus en hijzelf zou dan meegaan met het uiterlijk van Brastius. Dit waren
twee vertrouwelingen van de hertog van Cornwall.
Als tegenprestatie verlangde Merlijn een gift van de koning, welke hij later
bekend zou maken. Uther Pendragon stemde hier mee in en Ulfius was zijn getuige.
Hierna reden zij die nacht naar het kasteel waar Igraine verbleef in hun nieuwe
gedaanten en bracht Uther de nacht bij Igraine door. Deze nacht werd het kind
verwekt, dat later koning Arthur zou zijn. De volgende ochtend kwam het bericht
van de dood van de hertog van Cornwall en vertrokken de koning, Merlijn en
Ulfius, voordat Igraine dit bericht zou horen.
Nadat ze teruggekeerd waren in hun kamp bleek dat de hertog van Cornwall gedood
was bij een aanval op het legerkamp. Hij had gezien dat de koning niet meer in
het kamp was en had dit als zijn kans gezien om het kamp te veroveren, wat hij
met de dood had moeten bekopen.
Voor
Uther Pendragon was nu het beleg afgelopen en wilde hij de familie van de hertog
een genoegdoening schenken. Hij liet Ulfius dit overleg voeren, om zelf van
eventuele bedenkingen verschoond te blijven. Besloten werd dat Igraine met de
koning zou trouwen, zodat er goed voor haar en haar kinderen gezorgd zou worden
en de dochter van de hertog zou trouwen met koning Lot van Orkney.
Zij zouden later de kinderen Mordred, Gawain, Agravain, Gareth en Gaheris
krijgen.
Koning Nauntres van Garelot kreeg een andere dochter tot vrouw. Een derde
dochter, Morgan geheten, werd in een klooster onderwezen en hier leerde zij de
zeven kunsten en ook een kunst, astronomie geheten. Zij wist veel van de
geneeskunst en daarom werd zij later Morgan de fee, de tovenares genoemd.
Tijdens deze besprekingen zei Merlijn welke gift hij van de koning verlangde.
Hij wilde het kind wat Uther bij haar verwekt had direct na de geboorte aan hem
zou geven, waar de koning mee instemde.
Merlijn vroeg aan Ulfius of hij aan Ector - een van de edelen van de koning -
wilde vragen of zij dit kind wilden opvoeden, waar Ector mee instemde zonder te
weten wie of wat dit kind zou zijn.
Zo gebeurde het dat na de geboorte dit kind bij Ector en zijn vrouw werden
gebracht. Zij lieten het op aanraden van Merlijn Arthur dopen en voedden hem
verder op.
Na enige jaren vielen de Saksen weer het land binnen en Uther Pendragon was
vanwege de jicht niet meer bij machte om ze zelf te weerstaan. Hierdoor werden
vele edelen verslagen.
Merlijn adviseerde de koning om op een draagbaar aan het gevecht deel te nemen.
Hierdoor vochten zijn mannen beter, waardoor ze weer een overwinning op de
Saksen wisten te behalen.
Na van alle wereldse goederen afscheid te hebben genomen, stierf Uther Pendragon
in vrede.
De
kroning van Arthur
Na de
dood van koning Uther Pendragon overlegden de edelen wie er nu koning zou moeten
worden, maar zij kwamen er niet uit, waardoor zij besloten Merlijn te
raadplegen.
Deze adviseerde hen te wachten tot Kerstmis, om dan de nieuwe koning te laten
kiezen, door de enige echte Heerser.
Tegen Kerstmis waren alle edelen in Londen, inclusief Ector met zijn beide zonen
Keye - die vlak daarvoor tot ridder geslagen was - en Arthur. Tijdens de
ochtendmis gingen diegenen die zijn offergaven gegeven hadden naar buiten, waar
een groot vierkant blok marmer ontdekten, met hierop een aambeeld, waar het
gevest van een zwaard uit stak. De aartsbisschop las de boodschap die hier op
stond, en hij zei tot de aanwezigen dat diegene die het zwaard uit het aambeeld
kon trekken de rechtmatige koning zou zijn.
Hierop probeerden alle edelen dit zwaard uit het aambeeld te trekken, maar
niemand slaagde hierin. Nadat alle aanwezige edelen het geprobeerd hadden, werd
besloten om te wachten tot ook diegenen die ver weg woonden en hierdoor later
kwamen een kans te geven.
In de tussentijd werd de tijd gedood met wat ridderspelen. Op een gegeven moment
toen enkele pages ruzie met elkaar kregen vroeg Keye aan Arthur of hij zijn
zwaard op wilde halen in de herberg. Nadat Arthur dit zwaard niet kon vinden,
zag hij het zwaard in het aambeeld en trok dit er uit en gaf het aan Keye.
Deze herkende het zwaard en ging er mee naar zijn vader, zeggende dat hij de
nieuwe koning zou worden. Ector geloofde hem echter niet en vroeg hem naar de
waarheid, waarop Keye antwoordde dat hij het van Arthur had gekregen. Hierop
vertelde Ector aan Arthur dat hij niet zijn echte vader was, maar dat hij de
afkomst van Arthur niet kende.
Hij vroeg hem om Keye hofmaarschalk te maken, ondanks wandaden die hij misschien
zou begaan. Dit kwam omdat Keye door een dienstmaagd gevoed was, omdat zijn
moeder Arthur moest voeden. Arthur beloofde dat dit zou gebeuren.
Hierop riep Ector de andere edelen bij elkaar, om te laten zien dat het zwaard
door Arthur uit het aambeeld was gehaald. De andere edelen konden niet geloven
dat zo'n simpele jongen het zwaard uit het aambeeld kon trekken.
Maar ook nadat het teruggestopt was, was Arthur de enige die het er weer uit kon
halen. Toch vroegen de edelen aan de aartsbisschop om het zwaard tot
Maria-lichtmis te laten zitten, zodat anderen die het nog niet geprobeerd hadden
het nog konden proberen.
Nadat het weer niemand behalve Arthur lukte, vroegen ze nogmaals uitstel tot
Pasen. Toen het weer niemand lukte behalve Arthur, werd er toch weer uitstel
gevraagd tot Pinksteren. Tot die tijd werd Arthur ook door de edelen getest wat
voor persoon hij was, maar er was niemand die iets negatiefs kon vertellen over
Arthur, waarna iedereen het erover een was dat Arthur koning van het land moest
worden.
Merlijn's
einde
Merlijn
had Viviane, de dochter van Dionas ontmoet toen zij twaalf jaar oud was. Tijdens
het gesprek met haar beloofde hij dat hij haar alle kunsten zou leren die hij
kenden, als zij beloofde dat haar liefde hem zou toebehoren.
In de daarop volgende jaren leert Merlijn haar tussen alle avonturen door haar
al zijn kunsten.
Nadat Merlijn definitief afscheid heeft genomen als hij ziet dat alles goed is
met Arthur en de leden van de ronde tafel, gaat hij naar Viviane.
Hij leert haar dan ook zijn laatste spreuk. Deze spreuk kan een man insluiten,
zodat hij niet meer buiten haar wil kan weggaan en Merlijn leert haar deze
laatste spreuk.
Als Merlijn een tijd later op haar schoot in slaap is gevallen op een mooie
plaats, spreekt zij deze spreuk uit, zodat Merlijn vanaf dat moment niet meer
vrij is om te gaan en te staan waar hij wil.
Viviane blijft bij hem, alleen is het zo dat zij wel de vrijheid heeft om weg te
gaan.
Koning Arthur miste de raadgevingen van Merlijn en zond enige van zijn ridders
voor een jaar en een dag op pad, waaronder zijn neef Gawain.
Gawain dwaalde lange tijd door het rijk van Logres, waar hij op een gegeven
moment een rijke dame tegenkomt, die hij vergeet te groeten. Zij spreekt hem
hierop aan en hij verontschuldigt zich, omdat hij in gedachten verzonken was.
Zij spreekt een vloek over hem uit - dat hij gaat lijken op de eerste de beste
die hij tegenkomt - en dat hij in Bretagne een antwoord op zijn gedachten kan
vinden.
De eerste die Gawain hierop tegenkomt is een dwerg en hij neemt diens gestalte
over. Ondanks de boosheid van Gawain, blijft hij verder zoeken naar Merlijn,
totdat hij na enige tijd de woorden herinnert om in Bretagne te gaan zoeken.
Maar ook hier vond hij niets. De tijd naderde dat hij moest terugkeren naar het
hof en dus ging hij op weg terug. Op zijn tocht kwam hij ook door het woud Brocéliande.
Op een dag hoorde hij een stem, die hij uiteindelijk herkent als die van
Merlijn, maar hij ziet hem niet.
Merlijn legt hem uit dat hij gevangen zit en wenst iedereen succes. Ook zegt hij
hem dat de dame die de vloek over hem uitsprak in de buurt is en dat hij ditmaal
niet moet vergeten haar te groeten.
Gawain gaat hierna weer op pad en komt inderdaad de dame tegen die hem weer zijn
normale postuur terug geeft.
Teruggekeerd bij koning Arthur doet Gawain zijn verhaal en hierna heeft nooit
meer iemand Merlijn gezien of gesproken.
Dit
is met toestemming geplaatst van de eigenaar van de website van onderstaand
adres
http://home.tiscali.nl/werff/allerlei/auteurs2.htm (website bestaat niet meer)
bronnen
- Mythen
en legenden uit de middeleeuwen, door H.A. Guerber, uitgeverij W.J.Thieme en
Cie.
- The
quest for king Arthur, door David Day, ISBN 1-85479-404-3
- Merlijn,
verkondiger van de graal, door Robert de Boron, uitgeverij Christofoor, ISBN
90-6238-192-8
- Van
Aiol tot Zwaanridder, uitgeverij Sun, redactie W.P.Gerritsen en A.G. van
Melle, ISBN 90-6168-382-3
|