Merlijn de
tovenaar en Arthur
De jonge Arthur ploegt door een hevige sneeuwstorm naar het huisje van Merlijn
de tovenaar, en klopt aan de deur.
"Hoewa!" gaapt Merlijn slaperig, als hij zijn warme bed uit stapt om
de deur te openen.
"Alstublieft, spreekt u een betovering uit, zodat de sneeuw smelt!"
zegt Arthur. "De sneeuw ligt zo dik dat niemand op jacht kan gaan!
We verhongeren, en het vee in de stal zal binnenkort ook geen eten meer
hebben!"
"Zo zo!" antwoordt Merlijn, "Wat ben je weer opgewonden, jongen!
Je maakt van een mug een olifant! De sneeuw zal vanzelf wel smelten! Dat gebeurt
altijd!" En Merlijn kruipt snel zijn lekkere warme bed weer in. Als Merlijn
de sneeuw niet wil wegtoveren, zal IK het doen!" denkt Arthur. Hij pakt
Merlijn's toverstaf van de muur en zwaait er mee in de lucht. "Bij alle
konijnenpoten en vossepelsen, sneeuw - ik beveel je te smelten!" Arthur
loopt naar buiten en ja hoor! De sneeuw smelt. De sneeuw wordt water.. en het
water maakt alles modderig!
Het water stroomt over landen en velden naar de rivier die zo hoog komt te staan
dat hij overstroomt. Arthur ziet niets anders dan water om zich heen! Het
stroomt nu al onder de deur door, en plonst tegen Merlijn's bed! En de gesmolten
sneeuw die op het dak lag, druppelt op Merlijn's neus! "Bah!" Merlijn
schrikt wakker. Dan ziet hij opeens dat de hele vloer onder water staat! Zijn
pantoffels drijven als bootjes weg. "Het spijt me heel erg" fluistert
Arthur. "Ik heb met je toverstaf gezwaaid, maar er schijnt iets verkeerd te
zijn gegaan."
"Je bent ondeugend en onhandig!" mompelt Merlijn. Hij zwaait met zijn
toverstaf en zegt: "watervloed, ik beveel je te verdwijnen! Laat alles weer
zoals het moet zijn verschijnen!" En binnen enkele seconden is het water
verdwenen. Het land is weer helemaal droog! Het vee en de schapen lopen weer
vredig te grazen, en er is geen sneeuwvlokje meer te zien!
"Hartelijk dank, Merlijn!" roept Arthur, en hij rent terug naar het
kasteel.
"Nee maar!" zegt Merlijn, terwijl hij weer in zijn bed klimt.
"Zal ik het nu nooit leren? Nu heeft die dekselse jongen toch z'n
zin!"
|