Lotus en de
schelp
In een land hier heel ver vandaan
bevond zich een grote vijver omringd door zeer
oude bomen. Het was een verrukkelijke plek. In de
vijver dreven grote waterlelies. Op de mooiste en
grootste waterlelie woonde een aardige prinses die
Lotus heette. Het meisje was bevriend met alle
dieren uit de omtrek die gewoonlijk een praatje
met haar kwamen maken op de bladeren van de
waterlelie.
Op een avond waren ze weer bij elkaar gekomen en
op het moment dat het gesprek echt leuk begon te
worden, vluchtte ineens iedereen geschrokken weg.
Lotus keek verbaasd om zich heen en ontdekte toen
een paar grote, weerzinwekkende padden die haar
brutaal aankeken.
"Ik wil je m'n zoon voorstellen,"zei de grootste
pad. "Hij vindt je erg mooi en ook heel lief. Zijn
grootste wens is met je te trouwen en als je
daarin toestemt, zul je een prachtige bruiloft
krijgen!" "Ik ben u erg dankbaar, maar ik kan zo'n
huwelijk niet aangaan," riep het prinsesje
geschrokken uit. "Je brutaliteit zal gestraft
worden!" dreigden de padden voordat ze in de
vijver sprongen. Trillend van angst vertelde Lotus
het idiote verzoek van de padden aan de andere
dieren.
"Weten jullie waarom ik geweigerd heb?" vroeg ze.
"Omdat men mij heeft voorspeld dat ik met een
schelp zou trouwen." Ondertussen beraadslaagden de
padden op de bodem van de donkere vijver. Een van
hen nam het woord: "Broeders," zei hij, "ik weet
welke straf we prinses Lotus moeten opleggen. We
snijden de stengel van de waterlelie door en dan
zal de bloem wegdrijven naar de zee en
verdwijnen." Het voorstel werd direct aangenomen
en de duivelse padden gingen hun snode plan
uitvoeren.
"Help! help!" riep de prinses vertwijfeld. "M'n
huisje drijft weg!" De dieren konden hun ogen niet
geloven. Een paar vissen begrepen al snel wat hun
te doen stond. Ze riepen de prinses toe zich goed
vast te houden aan de zijden linten die aan hun
vinnen gestrikt zaten.
Zo sleepten ze de waterlelie veilig voort. Lotus
was nu niet bang meer en begon het eigenlijk wel
grappig te vinden. "Oh! dit is leuk!" riep ze uit.
"Ik ga de wereld verkennen en misschien kom ik de
schelp wel tegen. Wat een geluk." Voortgetrokken
door de vissen, voer ze langzaam over de rivier en
praatte gezellig met de dieren die ze tegenkwam.
Zo kwam ze ook een oude eend tegen. De prinses
begroette haar zoals ze ook de andere dieren
groette. Maar de eend werd kwaad en wilde haar
bijten.
De vissen kwamen woedend tussenbeide. Terwijl de
vissen met de eend ruzieden, namen een paar
prachtig gekleurde libelles de zijden linten over
en vlogen met het prinsesje weg.
"Houd je goed vast," zeiden ze, "we brengen je
naar meneer de uil. Hij is erg wijs." "Dan kan hij
me vast vertellen waar ik de schelp kan vinden met
wie ik ga trouwen," lachte Lotus. "Misschien weet
hij het," verzekerden de libelles haar, "maar we
moeten ons haasten want 't wordt al donker en
anders komen we te laat." Terwijl de zon nu snel
onderging, zetten ze de prinses zachtjes neer op
de oude boom waar meneer de uil woonde.
Deze zette
z'n bril op z' n neus en bekeek zijn bezoekster
aandachtig. "Je ziet er aardig uit, kleintje!" zei
hij. "Wat kan ik voor je doen?" "Ik heb gehoord
dat u erg wijs bent," antwoordde Lotus. "Kunt u me
misschien vertellen waar ik de schelp kan vinden
die ik al zo lang zoek?" "Zeker," zei de uil,
"maar dat is erg ver weg. Blijf vannacht maar
hier, dan kun je morgenochtend de zwaluw
ontmoeten, zij is mijn vriendin. Ze heeft een
lange reis voor de boeg en misschien kan ze je op
haar vleugels meenemen..." De volgende ochtend
liet meneer de uil de prinses op zijn machtige
vleugels klimmen en ging de zwaluw opzoeken.
"Dag!" groette de uil de zwaluw. "Ik zie dat we
nog op tijd zijn. Je vertrekt zeker spoedig?"
"Jazeker beste uil. En jij bent gekomen om me
gedag te zeggen met je elegante vriendin." "Nou
nee! Dat is niet helemaal waar," legde de uil uit.
"Ik vind het fijn je te zien maar eigenlijk wilde
ik je vragen of Prinses Lotus met je mag
meereizen. Zij zoekt de schelp waarover je me op
een dag eens hebt verteld..." "Maar natuurlijk kan
dat," zei de zwaluw. De prinses bedankte de wijze
uil en klom op de rug van de zwaluw.
Enkele dagreizen later bereikten ze het land van
de bloemen. overal zag zij wijngaarden met grote
trossen druiven en boomgaarden waar citroen- en
sinaasappelbomen welig groeiden en duizenden
bloemen die hun heerlijke geur verspreidden. De
zwaluw streek neer bij een groot, blauw meer. Aan
de oever van het meer stond een prachtig kasteel,
omgeven door torens van wit marmer.
In de kasteeltuin stond een grote statige boom met
stevige takken. In de takken van de boom zag de
prinses honderden nesten en een ervan was van de
zwaluw. "Kijk! Dit is mijn huis," zei de zwaluw,
"hier woon ik." "Maar jij zult in een mooie bloem
wonen." "Wat leuk!" riep de prinses verheugd uit.
Lotus voelde zich erg gelukkig maar wie schetste
haar verbazing toen er vlak naast haar bloemhuisje
een prachtige grote schelp openging waaruit een
knappe prins te voorschijn kwam!
Op zijn hoofd droeg hij een gouden kroon en op
zijn schouders briljanten vleugels. Dit was de
prins van de bloemen! Lotus keek haar ogen uit.
Hij was verblindend knap en haar hart stroomde
over van liefde. "Wie ben je?" vroeg de prins. "Ik
ben de prinses van de waterlelie," fluisterde ze
glimlachend. "Ik heb nog nooit zo'n mooi prinsesje
gezien," bekende hij. "Wil je mijn bruid worden?"
Verrukt nam ze dit aanbod aan en de bruiloft werd
weldra gevierd met een groot feest. Zo werd Lotus
prinses van de bloemen.
|