Lili, het witte muisje

Lili was een vriendelijk muisje en zo wit als een sneeuwvlokje, alleen haar buikje, staartje, pootjes en oortjes waren roze. Helaas was Lili ook heel erg ongehoorzaam en haalde veel stoute dingen uit. Haar moeder probeerde haar tot rede te brengen maar het eindigde er altijd mee dat ze haar een bestraffende tik moest geven. Daarna beloofde Lili steevast braaf te zullen zijn maar dat lukte niet, ze was onverbeterlijk! Op lange winteravonden gingen Lili en haar broertjes om het knetterend haardvuur zitten en moeder muis vertelde dan hoe gevaarlijk het was als ze buitenshuis gingen. "Vooral voor de kat met z'n vurige ogen moet je uitkijken," zei ze. De kleintjes luisterden dan aandachtig.

"We zullen steeds bij jou blijven, mama," zeiden ze dan. Alleen Lili was niet bang. Die dacht: "Ik ben veel slimmer dan die kat. Die vangt me nooit." Op een dag was haar moeder even weg en zag ze kans naar buiten te glippen.

Ze zag een prachtige wei waar allemaal mooie bloemen groeiden. "Die ga ik plukken," zei ze tegen zichzelf. Lili was net buiten toen ze buurvrouw eend tegenkwam met haar jonkies. "Dag mevrouw eend," zei ze. "Wat moet jij zo ver van huis," vroeg buurvrouw eend verbaasd. "Heeft je moeder je niet verteld dat het erg gevaarlijk is om in je eentje op stap te gaan?" "Maar ik ben niet bang!" zei Lili en buitelde door het hoge gras.

Ze maakte malle sprongen en speelde verstoppertje met een paar bonte vlinders. Toen ze uitgespeeld was ging ze terug naar de boerderij waar het muizenholletje was.

De boerin ging net graan voeren aan de kippen die meteen hongerig aan kwamen rennen toen ze geroepen werden. "Dat is wat voor mij!" dacht de muis en holde erop af. Maar toen de boerin Lili zag sprong ze op een krukje en begon om hulp te gillen.

Lili wist niet dat vrouwen erg bang zijn voor muizen, dus ze dacht dat zij er zo angstaanjagend uitzag. Ze voelde zich heel wat en dacht dat voortaan iedereen voor haar op de loop zou gaan. Ze liep verder en ging nu naar de vijver. Op het water dreven grote leliebladeren.

Midden op een zo'n blad zat meneer pad. Hij was de dirigent van een koor van libelles. Een paar krekels speelden viool en een nachtegaal blies op een fluit. Het muisje zat stil van de muziek te genieten en vergat alles om haar heen. Ook hoorde ze niet dat een leeuwerik alarm sloeg. "Miauw," klonk het even later. "Zooo! Jij bent een mooie muis," zei de kat en hij had haar al in z'n klauwen.

De arme Lili trilde als een espenblad en het zangkoor verstomde van schrik. Alleen de leeuwerik was zo slim om de waakhond van de boerderij te waarschuwen. Rex kwam bliksemsnel aangerend en blafte woedend naar de kat, die om te ontsnappen zijn prooi moest loslaten.

Lili zat onder de schrammen en er was zelfs een stukje van haar staart af. "Ach, ach, ach, wat zielig nu," mompelde een vette forel die z'n snuit boven water stak om lucht te happen.

"Laat je maar gauw verplegen," zei de leeuwerik. "En luister voortaan maar beter naar je moeder." Maar Lili was erg bang de kat opnieuw tegen te komen, dus ging ze terug langs een stil bospaadje. Tante kip die met haar kuikentjes liep te wandelen kwam haar tegen en zag hoe ze was toegetakeld. "Je bent weer eens ongehoorzaam geweest, muisje," zei ze. "Kom maar met mij mee naar je moeder."

Onderweg vertelde het muisje snikkend aan tante kip wat er voorgevallen was. "Wat zal mama er wel van zeggen? Denk je dat mijn staartje weer aangroeit? Ik vind het zo lelijk, zo'n stompje." "Loop toch door, kletsmeier!" zei de kip die het antwoord ook niet wist. Moeder muis stond bij de voordeur al uit te kijken want ze was erg ongerust. Ze tuurde en tuurde. Eindelijk zag ze Lili aankomen. En wat schrok ze!

"Waar kom jii vandaan, stouterik?" wilde ze weten. "Wees maar niet al te boos op haar, mevrouw muis," zei de kip, . want ze is al verdrietig genoeg en ze is ook een stuk van haar staart kwijt!" "Lieve help, haal snel een verband," riep moeder muis radeloos uit. "We moeten haar gauw in bed stoppen." Geholpen door Lili's zusjes dekte moeder muis de patiënt warm toe en verzorgde haar goed.

Het muisje was erg dankbaar en vond het heel erg dat ze haar familie zoveel last bezorgde. Toen het weer wat beter ging en er niemand anders in de buurt was zei ze tegen haar moeder: "Weet je mama, ik zal nooit meer ongehoorzaam zijn, dat beloof ik je." En daar hield ze zich aan, want elke keer als ze haar half afgebeten staartje zag moest ze er weer aan denken hoe stout ze vroeger was geweest.