De koeherder
en de heks
Ergens in een dorp leefde eens een jonge koeherder. Hij hoedde de koeien van
de dorpelingen die hem voor dit werk geld betaalden. Op hoogtijdagen gaven zij
hem bovendien snoep en rijstkoekjes die zij zelf hadden bereid. Nu was het de
eerste nieuwe maan van de lente. op deze dag worden traditioneel de goden
vereerd. Men verzocht hen de mangabomen te zegenen opdat die een goede oogst
zouden geven. In elk huis had men rijstkoekjes en andere zoetwaren bereid. 's Morgens
maakte de jongen zijn ronde door het dorp om de koeien op te halen.
Omdat het een feestdag was, kreeg hij van iedereen rijstkoekjes. Die dag had
hij volop te eten. Hij gaf een ze aan zijn moeder en de rest nam hij mee naar
het veld om er later op de dag zijn honger mee te stillen. Tegen de
middag"de koeien lagen te rusten"ging hij onder een boom zitten en
begon van de koekjes te eten. Maar hoeveel kon hij er op? zijn maag was al vol
en hij had er nog één over. Hij kreeg een merkwaardig idee. Niet ver van de
boom groef hij een kuiltje en plantte het rijstkoekje alsof het een zaadje was.
schertsend sprak hij tot de koek: "Als je morgen bij het krieken van de dag
nog niet ontkiemd bent"zal ik je met mijn bijl in tweeën hakken.
De volgende dag ging hij met de koeien naar hetzelfde veld. Hij was het
rijstkoekje"dat hij de dag tevoren geplant had"alweer vergeten.
Terwijl hij zat toe te kijken hoe het vee stond te grazen"schoot het hem
opeens weer te binnen. Hij liep naar de plek waar het rijstkoekje begraven lag
en zag tot zijn stomme verbazing dat er iets gegroeid was. Een groene kiem stak
boven de aarde uit. De jongen was er zeer mee in zijn schik en sprak: "Als
ik morgen zie dat je geen bladeren draagt"zal ik je met mijn bijl omhakken.
" De volgende dag liep hij rechtstreeks naar het ontkiemde rijstkoekje.
De jongen kon zijn ogen niet geloven; op dezelfde plek stond een klein
boompje"bedekt met frisgroene blaadjes.
Hij sprak: "Als er morgen geen rijstkoekjes aan jouw takken
hangen"dan zal ik je met mijn bijl omhakken." De volgende ochtend
vroeg ging hij kijken of zijn woorden weer effect hadden gehad. En ja hoor, de
boom was behoorlijk gegroeid en de takken waren beladen met rijstkoeken. onder
het slaken van vreugdekreten klom de jongen de boom in. Hij at zijn buikje vol
aan de koekjes die hij vers van de boom plukte. Er was ook genoeg om mee naar
huis te nemen voor zijn moeder. Elke dag keerde hij terug naar de boom die hem
trouw van rijstkoekjes bleef voorzien. op een dag zat de jongen al neuriënd in
de boom van de rijstkoeken te smullen.
Hij werd door een heks gezien. In de gedaante van een oud"grijs vrouwtje
liep ze naar hem toe en zei: "Dag zoontje"zoveel rijstkoeken kun je
toch nooit in je eentje op. waarom geef je er niet een paar aan dit bejaarde
vrouwtje." "waarom," sprak de jongen"de takken zitten er vol
mee"je kunt ze zelf plukken. "De heks antwoordde : "zie je dan
niet dat ik oud en zwak ben? Mijn ogen zijn niet goed meer. Alsjeblieft pluk er
een paar voor me ". De jongen sprong op de tak en begon aan de boom te
schudden zodat een aantal koeken op de grond vielen. "Raap maar op, zoveel
als je wilt," zei de jongen.
"o nee, o nee, deze kan ik niet nemen. Ze zijn op de grond gevallen en
zijn daarom niet rein meer . Alleen als jij ze me overhandigt, zal ik ervan
eten. Maar het kan natUur1ijk zijn dat je ze me niet wilt geven, in dat geval
moet ik verder . Ik heb al sinds gisteren niet gegeten. " De vrouw draaide
zich om en begon weg te lopen. De jongen riep haar terug. Hij boog naar beneden
om de vrouw een paar koeken aan te reiken.
In plaats van ze in ontvangst te nemen, greep de heks hem plotseling bij zijn
pols en trok hem de boom uit, zodat hij met een smak op de grond viel. In een
mum van tijd had de heks de jongen in een jutezak gestopt en deze stevig
dichtgebonden. ze deed de zak in een mand, plaatste die op haar hoofd en ging op
weg. Het was een hete, zonnige dag. De mand was behoor1ijk zwaar, zodat de heks
na ver1oop van tijd moe werd en dorst kreeg. ze kwam in de buurt van een beek en
besloot om water te drinken. ze zette de mand langs de weg en vroeg een paar
landarbeiders, die niet ver daar vandaan aan het ploegen waren, om een oogje in
het zeil te houden. T oen de heks weg was riep de jongen voorzichtig: "Help
me toch, heb genade en bevrijd me.
"De arbeiders waren hoogst verbaasd toen ze ontdekten dat de stem die ze
hoorden uit de mand kwam. ze knoopten de zak open en bevrijdden de jongen.
Meteen vertelde hij hun hoe de gemene heks hem had meegenomen. "Maak nu zo
snel mogelijk dat je wegkomt. Zorg dat je in het bos daar verstopt bent, voordat
de heks terugkomt," adviseerden zijn redders. De jongen volgde hun raad op
en verdween, terwijl de arbeiders de zak met stenen vulden en hem weer terug in
de mand deden. Toen de heks terugkeerde, waren de mannen weer aan het ploegen en
leek het alsof er in de tussentijd niets gebeurd was. Zonder ook maar iets te
vermoeden zette de heks de mand weer op haar hoofd en vervolgde haar weg.
Toen ze thuis was"kwam haar dochter naar buiten om haar te begroeten.
"Hier"pak de mand aan," sprak de heks . "Er zit vlees in,
maak er een lekkere kerrie van. Ik ga nu naar de rivier om een bad te nemen.
zorg ervoor dat het eten klaarstaat wanneer ik terugkom. " Het meisje
maakte de zak open en vond daarin enkel keien. Toen haar moeder terugkeerde van
het baden, wees ze in de richting van de stenen en zei : "wil je dat ik
daar kerrie van maak?"De heks kwam dichterbij en keek in de zak. "wel
verdraaid," riep ze woedend"die snotaap is ontsnapt.
Hij heeft me ertussen genomen. Maar ik krijg hem wel te pakken en dan laat ik
hem niet meer ontsnappen." Een paar dagen later was de heks terug"dit
keer had ze zich in een bedelares veranderd. De jongen zat weer in de boom.
"wat een heerlijke koeken. Ik heb zo"n honger"wil je mij er niet
een paar geven?"bedelde ze . "zo, je bent dus teruggekomen,"
sprak de jongen. "Denk je nu werkelijk dat ik jou vergeten ben ? De vorige
keer was het lot mij gunstig gestemd en zag ik kans om uit jouw handen te
ontsnappen.
Ik laat mij niet voor een tweede maal beetnemen." De heks veinsde
verbazing en sprak : "Ik zou niet weten waar je het over hebt. Ik ben hier
niet eerder geweest. Je ziet me zeker voor iemand anders aan. " De jongen
nam haar wat nauwgezetter op en dacht: Het kan zijn dat ik mij vergis. Misschien
is het werkelijk een andere vrouw . Hoe dan ook, ik moet op mijn hoede blijven.
Met één hand hield hij zich stevig vast aan een tak en met de andere gaf hij
de heks een paar koeken.
"pak aan en val mij in het vervolg niet meer lastig," sprak hij.
Vliegensvlug greep de heks hem bij de pols. zij begon zo hard te trekken, dat de
tak waaraan de jongen zich vasthield afbrak, en hij viel op de grond. De heks
stopte hem weer in haar jutezak, bond die dicht en nam hem in de mand op haar
hoofd mee. zij nam het zekere voor het onzekere en liep zonder te pauzeren naar
huis. "Tref jij alvast voorbereidingen voor het koken," zei de heks
tegen haar dochter"ik ga intussen brandhout sprokkelen. " De heks
verdween en het meisje maakte de zak open. Tot haar verrassing kwam een
knappe"jonge man met dik zwart haar uit de zak te voorschijn.
Nu was de dochter van de heks bijna kaal en het was dus begrijpelijk, dat zij
de jongen benijdde om zijn glanzende lokken. ze vroeg hem: "wat doe jij met
je haar dat het zo mooi glanst ?" "Dat is een geheim," sprak de
jongen"waarom zou ik het verklappen, nu jullie op het punt staan mij op te
eten."Het meisje dacht even na. Haar verlangen om mooi en lang zwart haar
te hebben was zo groot, dat zij beloofde hem vrij te laten als hij haar in het
geheim zou laten delen. "Geitenmelk is een probaat middel om de haargroei
te bevorderen," sprak de jongen op gewichtige toon. "Elke avond voor
het slapen gaan, wrijf ik mijn hoofdhuid ermee in. Als jij dat ook doet"heb
je weldra glanzend, zwart haar . " Nu het meisje zijn geheim
kende"kwam ze haar belofte na en liet hem gaan.
Toen haar moeder met het hout terugkeerde had zij een verhaaltje klaar.
"o moeder"de jongen is ervandoor . Ik had hem in de slaapkamer
opgesloten. Terwijl ik de kruiden voor de kerrie aan het fijnmalen was, is hij
door het raam ontsnapt."De heks sprong uit haar vel van woede en gaf haar
dochter een stevig pak rammel. De oude heks was een koppige dame en ze was er nu
meer dan ooit op gebrand"de jongen te vangen. Hij was er op zijn beurt
zeker van dat de heks zou terugkeren. Hij nam een koevoet"liet er een
scherpe punt aan slijpen en verborg die in zijn boom.
En inderdaad, binnen een paar dagen maakte de heks voor de derde maal haar
opwachting. ze stond onder aan de boom te bedelen om een rijstkoek. De jongen
dacht: Nu weet ik maar al te goed wie je bent, gemene heks. Maar die gedachte
hield hij voor zich en hij sprak: "Doe je mond maar open, dan gooi ik er
een koek in . "Niets vermoedend sperde de heks haar kaken wijd open.
vliegensvlug greep de jongen de koevoet en wierp die zo hard als hij kon door
haar keel. De heks viel dood neer en zodoende was de jongen voorgoed van haar
bevrijd. .
|