Knabbel en
Babbel Knabbel en Babbel, de twee brutale eekhoorntjes,
ontwaken uit hun winterslaap en gaan verstoppertje
spelen.
"Ga jij je verstoppen," zegt Knabbel
tegen Babbel, "dan ga ik je zoeken!" Dus
rent Babbel de bossen in om zich te verstoppen.
Knabbel doet z'n ogen dicht en telt tot honderd.
Dan gaat hij op weg om Babbel te zoeken, maar
plotseling vindt hij op het bospad een lange buis
in de sneeuw. "Wat is dit?" vraagt hij
zich verwonderd af. Babbel gluurt vanuit het bos
naar Knabbel en wordt ook nieuwsgierig.
"Wat heeft Knabbel nu gevonden?" denkt
Babbel. "Ik zal eens gaan kijken wat hij
heeft!" Knabbel kijkt door het glas dat aan
het uiteinde van de buis zit.
"lek!" schreeuwt hij geschrokken! Aan
het andere eind van het glas ziet hij een ENORM
gevaarlijk uitziend beest. Knabbel gooit de buis
neer en rent weg! "Babbel! Babbel!"
schreeuwt hij. "Er is een groot gevaarlijk
dier in het bos! Ga terug naar onze boom!"
"Doe niet zo gek," zegt de uil die boven
Knabbel en Babbel woont. "Dat enorme
gevaarlijke beest dat jij gezien hebt, is
Babbel!"
"Wat?" roept de verbaasde Knabbel uit.
"Die buis is een verrekijker!" legt de
uil uit. "Als je er door kijkt, zie alles
veel groter en dichterbij dan het in werkelijkheid
is."
En dus bekijken Knabbel en Babbel de uil door de
verrekijker en ja hoor... hij is opeens ENORM
groot! Knabbel en Babbel zijn erg blij dat er geen
groot, gevaarlijk beest in het bos is en ze
voortaan ongestoord verstoppertje kunnen spelen.
Walt Disney
|
|
|
|