Het Klokjesbloemelfje

Het elfje van het klokje was, net als het klokje zelf, een beetje ruig. Daarom paste zij natuurlijk zo goed bij het ruige klokje. Voorzichtig was het bloemenelfje helemaal niet. Zij was net een wilde, kleine jongen.
Altijd viel ze van de bloemsteel of schudde haar klokjes wild heen en weer. Vaak had ze een kapotte knie of had haar jurkje een brede scheur. Ontelbaar waren ook de builen die ze op haar hoofd kreeg. Hoe de bloemenkoningin haar ook waarschuwde, het klokjeselfje wilde niet luisteren. Tot op een dag... Het elfje speelde verstoppertje met de hermelijnrups. Toen ze de rups achter een klokje ontdekte, duwde ze haar hoofdje pardoes door een groen bloemblad heen. Rrrrits, het blad scheurde open en het elfje stak er met haar hoofd doorheen. "Ha," riep ze, "ik wist wel dat je daar zat. Nu moet jij mij zoeken." "Goed dan, ik ben hem. Ik tel tot tien, wie niet weg is, is gezien", antwoordde de rups ei) begon meteen te tellen. "Eén, twee, drie..." Maar wat was dat? Het elfje wilde zich snel verstoppen, maar ze kon haar hoofd niet meer los krijgen. Ze zat vast. Ze probeerde met alle kracht die ze had om haar hoofd uit de scheur los te krijgen, maar tevergeefs. Het lukte niet.
"Help, ik kan niet meer loskomen", riep ze luid. Geschrokken kroop de rups naar het elfje. "O, wat erg! Maar wacht, ik knaag je wel los. Het duurt wel een poosje en je moet je wel stil houden, anders knaag ik per ongeluk misschien aan je oor", zei de rups en begon meteen aan het blad te knagen. Het elfje moest zich heel stil houden. Dat viel niet mee. Zo'n ruig elfje, en dan zo stil op haar knieën blijven zitten, dat was moeilijk. Toen ze eindelijk los was, was zij een blad armer, maar de rups een dikke buik rijker. Bedeesd bedankte het elfje de dikke rups en ging op een klokje zitten. Ze moest eerst even van de schrik bekomen. Opeens verscheen de bloemenkoningin. Toen ze het elfje zag dat daar zo stilletjes en angstig zat, kreeg ze medelijden en zei: "Nou, stil maar, het is gelukkig weer goed gekomen. Weet je wat je voortaan maar moet doen? Zet een klokjesbloem op je hoofd, net als een helm. Je zult zien dat je hoofd dan veel beter beschermd is." Dat deed het elfje en sindsdien draagt ze een klokjesbloem op haar hoofd. Die beschermt haar en bovendien staat het het elfje nog goed ook!