Kabouter Tekje en zijn huisje

Kabouter Tekje woonde in een paddestoel precies midden op een bospad. Elke keer als er mensen gingen wandelen was het kaboutertje bang dat iemand bovenop zijn huisje zou gaan staan. En ja hoor, op een dag gebeurde het; een domme meneer ging bovenop de paddestoel van Tekje staan. Huilend van verdriet liep kabouter tekje door het bos. Hij huilde dikke tranen. Opeens hoorde hij zeggen; he, wie huilt daar zo? Het was een andere kabouter, bovenop een grote tak van een eikeboom. Kabouter Takje. Waarom huil je?, vroeg hij aan Tekje. 'omdat mijn huisje is platgetrapt, nu heb ik geen bed meer, geen tafeltje meer, helemaal niks meer' Kom dan maar bij mij wonen, zei Takje. Mijn huisje is groot genoeg, ik heb alleen geen bed voor jou. Samen maakten ze een nieuw bedje van takjes voor Tekje. En toen leefden ze samen nog lang en gelukkig.

EINDE.