De kaarsendans
Het gordijn ging open. Uit de zaal klonk een vrolijk "Aaah!"en
iedereen klapte in de handen. Van links en rechts achter de schermen kwamen ze
aangegleden, de rij glimlachende jongens en meisjes, met in elke hand een
brandende kaars. Langzaam, voetje voor voetje, schoven ze verder op de maat van
de muziek. De vlammetjes bogen naar links en rechts, mee met de beweging van
wiegende heupen. Yasemin stond derde in de rij. De kaarsen in haar handen
bibberden, de vlammetjes flakkerden. Voetje voor voetje schuifelde ze verder,
tot ze bijna in een kring stond.
En toen gebeurde het. Ze wist niet precies hoe. Ze probeerde de kaars nog te
pakken maar die viel en rolde tegen het gordijn. Het kleine vlammetje likte aan
de rand van het rode fluweel en in een wip schoten de vlammen de hoogte in.
Overal was er vuur en de mensen gilden en stormden naar de uitgang. Alleen
Yasemin bleef staan. Ze kon zich niet bewegen en keek met grote ogen naar de
knetterende vlammen die hoger en hoger boven haar uitgroeiden. "Yasemin,
eet nou toch eens! Je zit daar maar te dromen en ik heb nog een hoop werk.
"Yasemin schrok op. Ze zag de tafel voor zich, de boterham in haar hand
en mama"s ongeduldige gezicht. Die schudde nog eens het hoofd. "Wat
scheelt er Yasemin? Het is cocuk bayrami vandaag, weet je wel? Je hoort blij te
zijn..."Yasemin knikte. Dat het feest was, wist ze wel: het grote Turkse
kinderfeest.
Maar vandaag "zou ze voor het eerst meedoen aan de kaarsendans, de gayda
girak. Het was de lievelingsdans van de mensen en bijna elk meisje en elke
jongen wilde hem ooit eens dansen. Hij kwam helemaal aan het einde van de
feestvoorstelling en duurde erg lang. Daarom was ze zo zenuwachtig. Stel je voor
dat het echt gebeurde. Dat de kaars echt uit haar hand viel en brand
veroorzaakte. Of dat ze met de kaars te dicht tegen het meisje voor haar kwam,
of dat haar eigen hoofddoek vuur vatte zonder dat ze het merkte. Dat kon best.
Of - en nu schrok ze helemaal - dat de vlammetjes uitdoofden omdat ze zich te
vlug omdraaide bij het dansen. Dat zou pas vreselijk zijn! De meisjes zouden
haar uitlachen, de juf zou boos zijn. Papa zou ontgoocheld zeggen dat ze nog
niet groot genoeg was om de kaarsendans te doen. Mama schudde haar bij de arm.
"Yasemin, ik vroeg je wat. Is er iets mis met je? Kind toch...
"Neenee," zei Yasemin. "Er is niets aan de hand. Ik ben alleen
zo zenuwachtig voor straks."Mama lachte. "Ja," zei ze," dat
kan ik me best voorstellen. Zo voelde ik me ook toen ik de eerste keer
meedanste. Maar het wordt prachtig, dat zul je zien. Ruim jij de tafel af, ik ga
je kleren strijken.
" "Je zult er beeldig uitzien," zei mama even later terwijl ze
de brede, rode rok met gouden biezen over de kapstok hing. Daar werd Yasemin
weer vrolijk van. Het waren ook zulke mooie kleren die ze straks zou dragen. Op
de rok kwam een prachtige, witte blouse met brede mouwen en roze en groene
geborduurde bloemen. Een lichtgroene kanten sjaal kwam om haar middel en haar
hoofddoek was roze met kleine, witte zijden bloempjes. Haar schoenen stonden op
de kast: rode zijden muiltjes. Geen schoenen waarmee je zomaar elke dag naar
school kon. "Ik kan niet meer wachten," zei Yasemin.
"Het kinderfeest is het fijnste wat er is. Wie heeft het
uitgevonden?" "Dat weet je toch nog wel, Yasemin," zei
mama," Atatürk natuurlijk."Jaja, maar waarom?"vroeg Yasemin
weer. "Vertel het me eens." "Wel," zei mama," toen
Turkije in 1922, na veel oorlogen eindelijk weer één groot land werd, heeft
Atatürk ook aan de kinderen gedacht. "De kinderen zijn de volwassenen van
morgen," zei hij. "Ze zijn de toekomst van ons land en daarom
verdienen ze extra aandacht."En sindsdien wordt elk jaar, op 23 april,
cocuk bayrami gevierd.
Daar mag je best trots op zijn." Dat was Yasemin ook. Zeker die avond
toen ze met haar mooie kleren aan achter de scher-men van de zaal stond te
wachten tot het hun beurt was om op te treden. Iedereen zag er schitterend uit.
De zaal zat vol. Papa en mama zaten op de vierde rij, had ze gezien. Oom Senol
was er ook, en de burgemeester en nog een heleboel mensen die ze niet kende. Het
podium was versierd met witte en rode bloemen en de Turkse en Belgische vlag
hingen netjes naast elkaar.
In het midden was met grote letters "En büyük Atatürk"op het
doek gespeld. Het betekende zoveel als "Leve Atatürk - hij is de
grootste". De juf deelde de kaarsen uit. "Let op," zei ze.
"Lachen, heel mooi en sierlijk dansen. En laat je kaars niet
uitdoven."Nu werd ze toch weer bang. Stel je voor.
.. Maar daar ging het gordijn open, de mensen riepen "Aaah!"en
klapten in de handen. Heel langzaam ging het, voetje voor voetje, op de maat van
de muziek. Nu kwamen de jongens en meisjes bij elkaar. Dan schoven ze langs
elkaar heen in andere rijen. Yasemin hield de schaaltjes met de kaarsen stevig
vast. Voorzichtig.
.. en stilletjes ronddraaien... Het lukt. Nu moesten ze de kaarsen in een
cirkel op de grond zetten en met de handen tegen elkaar verder dansen. Dan weer
de kaarsen oppakken, vooruit schuiven, draaien, opzij.
.. Het duurde heel erg lang, maar de vlammetjes bleven vrolijk meewiegen.
Yasemin voelde zich steeds blijer worden. Ik kan het echt, dacht ze. Ik dans de
kaarsendans en ik ben mooi en iedereen is mooi en gelukkig. De rij jongens en
meisjes schoof in elkaar, schuifelde langzaam achteruit tot ze één voor één
achter de schermen verdwenen. Uit de zaal kwam luid applaus, achter het decor
klapte de juf uitbundig mee in de handen.
"Jullie hebben het prachtig gedaan," zei ze. "Hier is een
kleine beloning."Ze kregen allemaal een grote blauwe doos, vol met
chocolade in goudkleurige papiertjes. Een kwartier later zei papa met zijn arm
om Yasemins schouders tegen de familie en vrienden: "Hebben jullie het
gezien? Mijn dochter danste de gayda cirak en hij is nog nooit zo mooi gedanst
als vanavond."Yasemin lachte. Nu was het pas echt feest! ..
Een Verhaal uit Turkije
|