Jeanne d'Arc
In de dertiger jaren van de vijftiende eeuw ging door vele landen het ware
verhaal, dat nog eeuwen nadien steeds weer zou worden verteld, het verhaal van
het boerenmeisje Jeanne d'Arc uit het kleine Franse dorpje Domrémy. Ze was zeer
vroom; toen ze dertien jaar oud was hoorde ze voor het eerst stemmen in zich
spreken. In de Honderdjarige Oorlog werd deze Jeanne een nationale heldin. Toen
ze zeventien jaar oud was en Orleans door de Engelsen bezet werd, ging ze -
zonder dat haar ouders het wisten - enkele malen naar de naburige stad
Vacouleurs, waar zij commandant Baudricourt met moeite overtuigde van haar
roeping, om Orleans te ontzetten en de kroonprins ter kroning naar Reims te
voeren. Op 20 februari 1429 vertrok ze te paard in mannenkleren, door enkele
ruiters begeleid, zuidwaarts om Orleans heen naar Chinon. Ze werd door Karel VII
ontvangen. Uitvoerig werd nagegaan of haar roeping al dan niet uit God was, o.a.
door een onderzoek naar haar maagdelijkheid. Hoewel ze veel tegenwerking
ondervond kreeg ze de beschikking over een legermacht. Deze rukte naar Orleans
op. Op 8 mei was de stad ontzet. Er volgden, onder aanvoering van het meisje,
nieuwe overwinningen. Het optreden van 'de heks van Armagnacs' zaaide grote
paniek onder de Engelsen en vele soldaten deserteerden. Op 30 juni werd de tocht
naar Reims ondernomen. De poorten werden voor de koning geopend.
Op 17 juli vond de kroning in de kathedraal plaats. Tijdens de plechtigheid
hield Jeanne d'Arc haar standaard boven de koning. Ze werd als een heilige
vereerd. Jeanne wilde 'met de punt van de lans' de Engelsen uit Frankrijk
verjagen, maar ze kreeg niet de medewerking waarop ze gehoopt had. Haar plannen
werden uitgesteld of slecht uitgevoerd. Bij een mislukte aanval op Parijs werd
Jeanne aan de dij gewond. Het leger werd teruggetrokken achter de Loire en met
tegenzin ging het meisje mee naar deze streek. In maart 1430 vertrok Jeanne met
een aantal vrijwilligers weer naar het front.
Bij een poging tot ontzet van Compiègne werd ze gevangen genomen. Toen ze
uit de gevangenis van de Bourgondiërs - de bondgenoten van Engeland - wilde
ontsnappen sprong ze uit een toren-raam en werd bewusteloos opgenomen. De
Bourgondiërs verkochten haar aan de koning van Engeland. Ze werd naar Rouaan
overgebracht en daar op kerstmis 1430 in een kasteeltoren in ketenen opgesloten.
Een voorbeeld van heksenvervolging Het proces tegen Jeanne d'Arc begon op 21
februari 1431. In werkelijkheid was het een politiek geding en bovendien werd
het opgezet om in deze tijd van toenemende heksenvervolging als een voorbeeld te
dienen. Voorzitter van de opvallend sterk bezette rechtbank was Pierre Cauchon
de Sommièvre, bisschop van Beauvois, die er voor uitkwam dat hij er behagen in
schepte, zoveel mogelijk ketters te zien verbranden. Om niet alleen de
verantwoordelijkheid te hoeven dragen betrok hij de inquisiteur van Frankrijk
bij het proces.
Formeel ging het om de vraag of de daden van Jeanne d'Arc uit God of van de
duivel waren. Duivelskunsten bleken echter niet bewezen te kunnen worden en
daarom werd de kwestie vereenvoudigd tot de rechtzinnigheid van de beklaagde.
Maar in wezen was het begonnen om de aanspraken, die zowel het Engelse als het
Franse koningshuis op de troon van Frankrijk maakten. Het had er eerst op
geleken dat de Engelsen met hun grote overwinningen hun aanspraken door God
bevestigd zagen. Maar toen was de kroning te Reims gekomen en velen zagen daarin
God's vinger. Als Jeanne d'Arc nu tot heks verklaard kon worden, dan zou deze
koningskroning een duivelswerk en niet een goddelijke wijding zijn. Op allerlei
manieren werd door de rechtbank geprobeerd Jeanne's ketterij aan te tonen. Er
werden haar hoogmoed en wederspannigheid verweten.
Ze was uit het ouderlijk huis weggelopen. Haar sprong uit het torenraam van
de gevangenis werd als een poging tot zelfmoord uitgelegd. De stemmen, die
steeds weer in haar hadden geklonken en tot haar daden hadden geleid, werden
haar als influisteringen van de boze zwaar aangerekend. Op 24 mei ondertekende
het meisje op het kerkhof van Saint Quen een herroeping van die stemmen, toen ze
bedreigd werd met onmiddellijk in het vuur te zullen worden geworpen. Ze nam
weer vrouwenkleren aan en werd als een berouwvolle ketterin tot levenslange
gevangenschap op water en brood veroordeeld. Maar de Engelsen waren daar niet
tevreden mee; ze wilden, dat Jeanne d'Arc een smadelijke dood zou sterven. Nadat
men Jeanne er toe had gebracht opnieuw mannenkleren aan te trekken werd het
proces tegen haar spoedig weer heropend. Op 30meil431 werd ze ter dood
veroordeeld.
Het moedige 19-jarige meisje liet het leven op de brandstapel in Rouaan.
Karel VII, die zijn kroon aan haar dankte, had geen enkele ..
|