In de val
Peter Pan had een geweldige
vlieger gemaakt. Hij vond het heerlijk om er mee
door de wolken te duiken.
"Theetijd, Peter!" riep Wendy. Peter
dook naar beneden en bond de vlieger aan een boom
vast, zodat hij niet weg kon zweven.
Peter en Wendy hadden hun thee net op, toen ze
zware voetstappen hoorden. "Hossende
Haaien!" dreunde een stem. "Een vlieger!
Een grote vlieger!" Peter en Wendy renden
naar buiten waar ze Kapitein Haak vonden die de
vlieger van de boom losmaakte. "Die vlieger
is van Peter!" riep Wendy verontwaardigd.
"Nou is ie van mij, mijn duifjes,"
grinnikte Kapitein Haak. Peter stootte Wendy aan
en fluisterde: "Hij is te groot voor
hem."
"Te groot?" brulde Haak, die het
toevallig hoorde. "Onzin!" Een
plotselinge windvlaag trok de vlieger de lucht in
en Haak ging mee omhoog. "Aa-aagh!"
brulde hij. "Zet me neer!"
Peter en Wendy moesten vreselijk lachen. Kapitein
Haak en de vlieger zweefden dwars over de baai
heen. "Als we je redden," schreeuwde
Peter, "krijgen we dan onze vlieger
terug?"
"Nee!" bulderde Haak. "Ik wil hem
hebben!" Op dat ogenblik viel de wind weg.
Haak en de vlieger vielen - plons! - het water in,
waar de krokodil wachtte. Met z'n bek open, zwom
hij naar Haak toe, die verward zat in de vlieger.
"Oh, Peter!" riep Wendy.
"Vlug!" Ze vlogen naar Kapitein Haak,
gristen hem uit het water en zetten hem met een
bons op een klein eiland neer. "Da-dank
jullie wel," bibberde Haak. Peter en Wendy
lachten toen ze met hun vlieger wegvlogen, maar
Haak lachte niet. En de krokodil ook niet!
Bron elke dag
een verhaaltje van Disney uit 1978
|