Hoe de droevige elfjes vrolijk werden

Ergens in een heel ver land ligt een groot sprookjesachtig bos. Dit land heet Maga en wordt alleen bewoond door magische wezen, zoals elfjes en kabouters en...
"Ja zeg het eens", juist: eenhoorns en zelfs boze heksen.

Eén van die heksen heette Akelig, nou en die naam verdiende ze echt. Altijd was ze iedereen aan het plagen en soms gebruikte ze haar toverkracht om de anderen te betoveren.

Op een dag was ze weer op zoek naar iemand om te plagen. Ze liep door het bos en zag een groepje elfjes die voor de bloemetjes en vlindertjes hun mooie kleertjes zaten te naaien. Want het was bijna zomer en dan wilden ze allemaal hun mooiste en fleurigste kleertjes aan.
"Ha", dacht Akelig "net wat ik nodig heb". En ze begon direct te bedenken wat ze kon doen. Ze besloot te kleertjes te pikken van de elfjes die aan het naaien waren.
Nou je begrijp dat dat heel naar was, want dan hadden de bloemetjes en vlindertjes geen zomerkleertjes. Ook zou er dan geen regenboog zijn, want ook die moest nieuwe kleertjes.

Op een bepaald moment waren de stofjes op, dus moesten de elfjes nieuwe halen bij de spinnetjes en de rupsjes. Zingend gingen de elfjes op weg, en als zilveren klokjes klonken hun stemmetjes door het bos.

"Zo", dacht Akelig, "nu pik ik die kleertjes". En met de kleertjes ging ze snel naar haar huisje en daar zat ze akelig te lachen: "Ha ha hi hi hi, die elfjes zullen mooi op hun neus kijken". Opnieuw grinnekte ze.

Toen de elfjes terugkwamen schrokken ze heel erg en ze begonnen droevig te huilen, want er was geen tijd meer om nieuwe kleertjes te maken. Ook waren dit de laatste stofjes.
Droevig gingen ze op zoek en ze vroegen aan iedereen of ze de kleertjes gezien hadden, maar niemand zei ja.

De elfjes werden steeds droeviger. Op een zeker moment zagen ze Opa Uil.
"Opa, heeft u onze kleertjes gezien?", huilden de elfjes.
"Nee", zei Opa Uil, "maar ik heb heks Akelig zien rennen met kleertjes in haar armen".
"Dat moeten onze kleertjes zijn, die heks draagt altijd zwart".

 

De elfjes bleven droevig, want hoe moesten ze die kleertjes uit het heksenhuisje krijgen? "Opa", vroegen ze droevig, "hoe moeten we nu verder? We komen dat huisje niet in met die boze heks."
Omdat Opa een heel wijze uil was wist hij raad, hij zei: "Ik ga naar de heks en zeg dat ze bij de opperheks moet komen, dan gaat ze direkt en kunnen jullie de kleertjes pakken."
"Hoera Opa, dat is een goed idee" riepen de elfjes blij. Met z'n allen gingen ze naar het heksenhuisje. Bijna daar aangekomen gingen ze zachtjes lopen en de elfjes verstopten zich bij het huisje terwijl de uil op de voordeur klopte.

"Wie is daar!" riep Akelig.
"Ik ben het, Opa Uil. Ik heb een boodschap van de opperheks, je moet direct komen."
Akelig danste in het rond en ging snel op weg, want ze dacht dat ze onder-opperheks zou worden omdat ze zo naar was.

Toen ze weg was gingen de elfjes snel hun kleertjes pakken en bedankten Opa blij. Zingend gingen ze terug naar hun plekje en naaiden de kleertjes en het mooie regenboogje af.

Daarna kwamen alle bewoners van het bos bij elkaar en iedereen hielp om alle bloempjes, vlindertjes en natuurlijk het regenboogje hun kleertjes aan te trekken. Toen dat klaar was riep iedereen:  "Hoera, de zomer kan beginnen!"

 

Die avond was er een groot feest. Je begrijpt dat dat heel mooi was met al die kleertjes. En toen de elfjes hun avontuur vertelden hebben ze de heks het bos uit gejaagd. Zo werden de elfjes voor altijd vrolijk. Hun klokjesgezang klonk altijd door het bos., want ze werden nooit meer geplaagd.

 

EINDE



Dus kijk goed om je heen en zie je 's-zomers alle kleurenpracht
Dan weet je dat de elfjes dit hebben voortgebracht.

De spinnetjes en rupsjes gaven hun draad,
zo werden de de kleertjes ter en fijn gemaakt.
Iedere bosbewoner hielp mee.
Zo kwam de zomer heel tevree.

Moraal: Samenwerking creëert een betere wereld.

© Mavelle

Klik hier om naar de site van Juliette te gaan

Klik hier om naar de Scrapsetgroup van Juliette te gaan

Rosefairy tube © Gail