Geld maakt gelukkig?

Er was eens heel lang geleden in een heel ver land een hele rijke koning. Samen met zijn vrouw, de koningin, zijn zoon, de prins en zijn dochter, de prinses, woonde hij in het mooiste paleis dat ooit gebouwd is. Er waren wel 100 kamers in het paleis. En elke kamer werd door iemand anders gepoetst. En als hun kleren vuil waren, gooiden ze die gewoon in de vuilniszak. Zo rijk was die koning. Hij had alles wat hij wilde. De inwoners van zijn land gehoorzaamden hem en deden alles wat hij wilde, hij at elke dag pannenkoeken, ijsjes, koekjes en uit zijn koninklijke kranen vloeide alleen limonade...

Maar één man in het dorp vond dit niet leuk. Hij snoepte nooit, uit zijn kranen stroomde zelfs geen water, hij had maar 1 broek en 1 pull, en woonde helemaal alleen in een vervallen huisje in een verlaten steegje. Dit was de oom van de koning. Hij was helemaal niet blij dat zijn neefje alles had waar hij alleen maar van kon dromen. Hij was eigenlijk een beetje jaloers op de koning. Vroeger woonde hij bij zijn neefje, maar omdat hij zo jaloers was, verhuisde hij helemaal alleen. En nu woonde hij daar al vele jaren. Elke dag at hij alleen maar een snede uitgedroogd brood en een glaasje water. Het zal je niet verbazen dat hij vel over been was. Vele jaren bleef hij daar wonen, zonder dat de koning ooit nog iets van hem hoorde. Zowel de koning als zijn oom waren het leven zo gewoon, en zo bleef de oom jaloers achter in het verlaten steegje en de koning succesvol in zijn paleis.

Tot op een dag een bericht in de plaatselijke krant stond. Een reporter had een schatkaart gevonden, en aangezien hij zelf geen zin had om de schat te zoeken, wilde hij de hele bevolking laten zoeken. Alle inwoners van het land wilden de schat wel gaan zoeken, ze stonden allemaal reeds buiten met een schop in de hand en emmer op het hoofd. Net op het moment da ze wilden vertrekken, riep de koning. "Stop! Het is beter dat één iemand die we allemaal vertrouwen de schat gaat zoeken, en dat we ze later verdelen onder iedereen!" De inwoners juichten het voorstel toe. Maar wie was betrouwbaar genoeg om een hele schat mee te brengen, en die niet te stelen. Na heel lang na denken riep iemand uit het publiek dat de koning moest gaan. Alle mensen begonnen te applaudisseren en terug juichten ze. En zo vertrok de koning met de schatkaart in de ene en schop in de andere hand.

Echter ... de koning vertrok niet alleen. Ook zijn oom vertrok richting de schat. Hij had het bericht ook gelezen, en wilde als eerste bij de schat zijn om zo ook zijn neefje jaloers te maken. Hij wist wel niet dat ook de koning op weg was naar die schat. Op weg droomde de oom van de koning al even weg, en zag hij zichzelf al zwemmen in het geld. De schat lag wel heel ver. Ze moesten vele dagen wandelen. Maar de koning wist nog steeds niet dat zijn oom ook zocht, en de oom wist het ook nog niet over de koning.

Tot op een dag, ze moesten nog maar enkele kilometers stappen. Maar de oom was zo moe dat hij zich eventjes aan de kant zette. Na een half uurtje stapte hij verder. En dan hoorde hij plots achter zijn rug iemand roepen. "Oom?" riep de koning verbaasd. De oom sprong haast een gat in de lucht. Waarna hij zich een weg snelde langs de paden. Hij zou koste wat het kost de schat bemachtigen. De koning wilde echter zijn burgers niet teleurstellen, hij rende achter zijn oom. Ze liepen allebei even snel, waardoor de koning zijn oom net niet kon vatten. Ze renden en bleven rennen en rennen en rennen en rennen ... en rennen! Tot ze plots net op de plaats stonden waar de schat was. Ze stopten allebei met lopen, namen de schop en begonnen te graven. Ze graafden en bleven graven en graven en graven en graven ... en graven! En dan staken ze allebei op de schat. Ze haalden de schat uit de grond, wilden hem openen, toen plots de koning terug: "Stop!" riep. Ze bleven beiden verstijfd staan, en de koning begon te vertellen: "Ik heb de schat niet nodig, ik heb alles wat ik wil. Neem jij de schat maar." Zijn oom opende de kist echter niet. "Ik wil maar een ding, en dat is meer bij mijn neefje zijn." zei de oom. Toen kwam de koning met een schitterend idee: "We laten de schat hier achter, en doen de put terug vol met de berg aarde. Wie de schat vindt, krijgt hem." Zo gingen ze beiden weg, als goede vrienden ... zonder schat, maar wel blij!

Toen ze terug aankwamen in het land van de koning, vroegen de inwoners wat de schat was. "Dit was de schat." Waarop de koning zijn oom liet zien. Ze verzoenden zich en de oom mocht komen inwonen bij de koning zonder jaloezie. Ze leefden verder nog lang en gelukkig

... maar de schat staat nog steeds waar ze stond ...

door Vincent Libin