De gefopte vos

Iedereen heeft een hekel aan de vos. De vos is gemeen en sluw en hij neemt altijd iedereen te pakken. Er is niemand in het bos die de vos niet heeft beetgehad. Iedereen wil het de vos zo graag betaald zetten, maar het is nog niemand gelukt. De vos is iedereen te slim af en heeft het altijd door als je een grap met hem uit wil halen. Maar er was een aap die de vos zo graag te pakken wilde nemen dat hij niets anders meer deed dan sluwe dingen verzinnen om de vos eens goed te grazen te nemen. Hij ging in een boom zitten. Daar bleef hij heel lang, net zolang totdat hij een meesterplan had bedacht. Snel ging hij naar beneden en rende naar de haas. De haas woonde gelukkig dichtbij, in een holletje in dezelfde boom. Hij vertelde de haas zijn plan. De haas was razend enthousiast. 'Dus,' zei de aap tegen de haas, 'als jij nou bovenop die heuvel gaat zitten, komt alles verder goed.' Daarna ging de aap naar het hol van de vos. Daar zei hij tegen de vos: 'Vos, weet je wel wat het aller-lekkerste eten op de wereld is?' De vos hield van eten dus hij luisterde aandachtig. 'Dat is het achterste van een paard. Ik heb het gister zelf gegeten! Maar, je kunt het maar op één manier krijgen. Je moet je staart aan de staart van een paard knopen. En dat moet zo'n stevige knoop zijn dat het niet losgaat als het paard schrikt en begint te rennen!' De vos was een beetje argwanend. Toen zei de aap dat hij net nog een paard had gezien dat in slaap was. 'Nee hoor,' zei de vos, 'ik geloof er helemaal niks van. Ik ga en jouw zwam verhalen doen me helemaal niks.' De vos draaide zich om en liep weg. De aap ging ook weg. Hij ging in een boom zitten, vlakbij het paard dat sliep. Wat de aap gedacht had, gebeurde ook. Nog geen tien minuten later kwam de vos terug. Hij was met een omweggetje naar de plek gegaan waar het slapende paard lag. De vos stond likkebaardend voor het paard. Toen maakte hij zijn eigen staart met een knoop vast aan de staart van het paard. Hij nam een grote hap uit de paardenbil. Op het moment dat de vos zijn tanden in het paard had gezet, werd het paard met een schok wakker. Hij stond direct op, hinnikte en galoppeerde heel hard weg. De vos had allang het paard losgelaten, maar zijn staart zat nog aan de staart van het paard. Kilometers lang werd hij meegesleurd. 'Au, au, stop toch, alsjeblieft!' was er in het hele bos te horen. Toen het paard eindelijk stil stond was de rug van de vos helemaal kapot en zijn bek zat vol zand en modder. De aap had alles kunnen zien vanuit zijn plekje in de boom. Op het moment dat het paard weg galoppeerde, begon de aap te dansen en te springen van blijdschap. Maar de takken van de boom konden dat niet aan. De aap viel uit de boom en kwam heel hard neer op zijn kont. Ook de haas had alles gezien vanaf de heuvel. Hij moest zo hard lachen toen hij zag dat de vos door het paard gesleept werd, dat zijn bovenlip scheurde. Sinds die tijd hebben apen een rode kont en hazen gespleten bovenlippen. En paarden gaan maar éven op de grond liggen als ze moe zijn en zorgen ervoor dat ze niet helemaal inslapen. De vossen hebben sinds die dag vlekken op hun pels.