De gebroken slee

Wat was het een drukte daarboven op de berg! Heel veel kinderen, groot en klein, gleden met hun slee naar beneden en men hoorde ze lachen en schreeuwen. ,,Uit de weg, we komen eraan," riepen de jongens en meisjes en suisden op hun sleeën de berg af. Er waren ook een paar skiërs. Ze hadden een kleine springschans gebouwd. Toen kwamen er vier vrolijke jongens aan. Ze trokken lachend een grote, houten slee de berg op. ,,We springen van de schans af," zeiden ze overmoedig en gingen alle vier op de slee zitten. In snelle vaart gleden ze naar beneden, precies op de schans af. De slee ging omhoog en kwam met een klap in de sneeuw terecht, gebroken, in allemaal kleine stukjes. De vier jongens zaten verdwaasd op een hoopje hout, dat vroeger eens een slee geweest was. Hier was niets meer aan te maken. Iedereen lachte op de berg. De vier jongens lachten zelf ook mee, toen ze de stukjes hout bij elkaar raapten.