Ganga in een
trog Er leefde eens een priester die een groot
aanbidder was van Ganga, de godin van de
Gangesrivier.
Trouw baadde hij zich één keer per maand in de
rivier. Op een dag, toen hij op weg was om zich te
baden, ging een van zijn schoenen kapot. Hij ging
naar Raidasa, een schoenmaker die tot de kaste der
leerbewerkers hoorde.
Terwijl Raidasa zijn schoen zat te repareren,
zei de priester: 'Jouw soort toont geen enkele
toewijding aan moeder Ganga. Had je dat wel, dan
was al je ellende voorbij en was je niet als
leerbewerker geboren.' Raidasa antwoordde: Is het
geweten puur, dan komt moeder Ganga zelfs in een
trog. Het heeft geen nut om alleen maar in de
rivier te baden.' De priester had medelijden met
Raidasa vanwege zijn grote gebrek aan wijsheid.
Alvorens hij vertrok gaf Raidasa hem twee noten
met de woorden: 'Wilt u deze in mijn naam aan
moeder Ganga offeren.
Geef ze echter alleen, wanneer zij haar hand
uitsteekt om ze aan te nemen.' Lachend om een
dergelijke onnozelheid pakte de priester de noten
aan en ging op weg.Na gebaad te hebben bracht hij
de rivier zijn eigen offergaven.
Toen hij op het punt stond om te vertrekken,
herinnerde hij zich de noten die Raidasa hem had
meegegeven. Hij haalde ze te voorschijn en zei:
'Moeder Ganga, deze noten heeft Raidasa voor u
meegegeven.' Een mooie lotusvormige hand met om de
pols een schitterende armband bezet met
edelstenen, verscheen uit het water.
De priester was zeer verwonderd, maar legde,
als was het vanzelfsprekend, de noten in de hand.
De vingers van de riviergodin sloten zich om de
noten en terwijl zij de armband afdeed sprak zij:
'Geef dit aan mijn aanbidder Raidasa.' Toen de
godin de armband aan de priester gaf, was deze met
stomheid geslagen. Op de terugweg ontsproot er een
snode gedachte in zijn brein: Als ik deze armband
naar de koning breng en hem vertel dat moeder
Ganga hem aan mij heeft gegeven, dan zal hij mij
eer betonen en mij belonen met land en rijkdom.
De priester gaf de armband niet aan Raidasa. In
plaats daarvan ging hij naar de koning om hem die
aan te bieden.
De koning was er reuze mee in zijn schik en zei:
'Dit is een zeer fraaie armband, maar het is er
slechts één en dat lijkt mij niet gepast.
Moeder Ganga is tevreden over jouw toewijding.
Ga naar haar toe en vraag haar om de tweede van
het paar. Ik zal je naar de rivier brengen, laten
we geen tijd verspillen.' De priester zat in de
val en hij wist niet hoe hij eruit moest komen. Op
de oever van de rivier probeerde hij met tranen en
smeekbeden de godin gunstig te stemmen.
Maar er gebeurde niets.
De koning zag het even aan en barstte toen in
woede los. 'Je bent een leugenaar, een bedrieger
en een opschepper.
Als je niet gauw vertelt hoe je aan deze
armband komt, laat ik je om het leven brengen.'
Uit vrees biechtte de priester alles op. Samen met
de priester ging de koning, gevolgd door zijn
lijfwachten, naar Raidasa. Hij vertelde hem het
hele verhaal en voegde eraan toe: 'Geef deze arm
band aan mij en vraag vervolgens moeder Ganga om
de andere. We kunnen binnen een paar minuten bij
haar oever zijn; daar kun je je verzoek tot haar
richten.' Daarop sprak Raidasa: 'Welk nut heeft
het om naar de oever te gaan.
Als het geweten puur is, dan komt Ganga zelfs
in een trog. Ik zal om de andere armband vragen,
op voorwaarde dat u de priester vrijlaat.' De
koning beloofde dat te doen.
Toen nam Raidasa een trog, vulde die met water
en zei: 'Moeder Ganga, de koning wil uw andere
armband hebben.
Alstublieft, geef hem die, ik verzoek het u.'
Meteen strekte de lotusachtige hand zich met de
andere armband uit het water van de trog. Raidasa
pakte hem en de hand verdween.Al de lijfwachten,
de priester en de koning maakten een diepe buiging
voor Raidasa en raakten zijn voeten aan.
EINDE
|