Flappie en
zijn hondje Dinkie
Op een mooie zomerdag zat clown Flappie op de trap van zijn woonwagen. Hij
had een stok in zijn hand en roerde ermee in het zand. Zijn gezicht was niet erg
vrolijk. Het leek wel of clown Flappie verdriet had.
Zachtjes mompelde hij: „Wat ben ik toch eenzaam . .. iedere avond maak
ik de mensen in het circus aan het lachen met mijn grappen, dan hebben ze
allemaal plezier. En als het programma afgelopen is, gaan de mensen blij en
gelukkig naar huis, terwijl ik dan weer in m'n eentje naar mijn woonwagen ga. .
." Hij zuchtte eens diep. Droevig staarde de clown naar de grond. Er rolde
een traan over zijn clownsgezicht. Net toen Flappie besloot naar binnen te gaan,
kwam een bruin hondje aanlopen. Het diertje kefte luid: „Waaf. . . waaf. . .
Het leek wel of het Flappies aandacht wilde trekken. Clown Flappie schrok even
van de druktemaker maar boog zich toen voorover om het hondje zachtjes over
zijn kop te aaien.
,,Daaag hondje... Ik heet Flappie!" zei hij vriendelijk. „Hoe heet
jij?" Natuurlijk kon het hondje niets terugzeggen, hij keek alleen maar met
z'n grote bruine ogen naar de clown. Het dier snuffelde even aan de wagen en
liep toen naar binnen. Flappie volgde en maakte snel iets te eten voor het
hondje. Hij zette een oude doos in een hoekje van z'n woonwagen en fluisterde:
„Zo, dit is je bedje. Je mag net zo lang bij mij blijven als je maar wilt. .
."Je zou denken dat het hondje de woorden van de clown begrepen had,
want kwispelend met z'n korte staart liep hij parmantig naar de doos, waar
Flappie een dekentje in gelegd had en sprong erin. Hij keek trouwhartig over de
rand van de doos alsof hij Flappie bedanken wilde voor zijn gastvrijheid!
Flappie liep naar zijn keukentje en maakte een bord pap voor zichzelf klaar.
,,Zo, nu ben ik niet meer alleen!" zei hij blij. Onder het eten keek hij af
en toe verheugd naar de doos, waarin het hondje lag. Het was in slaap gevallen.
Flappie glimlachte en mompelde in zichzelf:
„Ik noem hem Dinky, dat vind ik een leuke naam! En eh . . . ik neem hem mee op
reis. Dan ben ik nooit meer zo alleen..." Omdat Flappie 's avonds weer voor
alle grote en kleine mensen in het circus moest gaan optreden, ging hij na het
eten ook een dutje doen. Hij trok z'n grote flapschoenen uit en dook snel in z'n
bed. Voor hij z'n ogen dicht deed, keek hij nog even blij naar z'n nieuwe vriend
Dinky. Na een uur werd de clown wakker, omdat z'n nieuwe vriendje, Dinky, heel
hard blafte.
Flappie wreef in z'n ogen, rekte zich geeuwend uit en ging op de rand van
zijn bed zitten. ,,Zo jongetje, ben je wakker, en moest je mij' ook zo nodig
wekken?" vroeg Flappie lachend. , Jammer, dat jij niet mee kunt naar het
circus. Jij kent nog geen kunstjes .. . Als je iets groter bent, ga ik je leuke
dingen leren, dan kunnen wij samen optreden! En eh . . . misschien gaan wij
samen ook wel leuke avonturen beleven .... Wie zal het zeggen?"
Dinky blafte om Flappie duidelijk te maken dat hij heel goed begreep wat de
clown hem vertelde. Hij gluurde over de rand van de doos, terwijl Flappie zijn
gezicht zat op te schilderen en af en toe tevreden in de spiegel keek. Toen hij
klaar was, trok hij neuriënd z'n clownskleren aan, aaide Dinky over z'n bol en
zei zachtjes: „Dag Dinky, ik kom gauw terug. Ik moet even m'n werk doen in het
circus. Blijf jij maar lekker in je doos liggen ..." Flappie liep het
trapje van z'n woonwagen af en liep naar de grote circustent. Het was
ondertussen al half acht geworden. Hij moest zich haasten, want om acht uur
precies zou hij moeten opkomen om de mensen te vermaken met zijn malle fratsen.
Flappie huppelde naar
de circustent. Hij voelde zich heel blij. Hij had een echte vriend.
Vrolijk kneep hij even in de bal, die aan een plastic kunstbloem op zijn jas
zat. Ploeps . . . er vloog een straaltje water uit.
Hij wilde er zeker van zijn dat z'n nummer goed zou zijn. Toen Flappie bij de
grote circustent aankwam, stonden de artiesten al klaar om op te treden; in de
grote tent klonk muziek.
Als eersten liepen acht paarden met prachtige pluimen op hun hoofden de grote
piste van het circus binnen. Het publiek begon te klappen. Daarna wachtte het
met spanning op de dingen, die gingen komen.
Flappie keek stiekum door een kiertje van de grote gordijnen en mompelde: „Wat
is het toch heerlijk, al die blije mensen te zien . . ." Toen riep de
stalmeester: „En nu dames en heren. . . jongens en meisjes . . . Nu kunt U
schateren van het lachen, want hier komt clown Flappie!" De paarden waren
al achter de grote gordijnen verdwenen. Nu was het de beurt van clown Flappie.
Hij rende de piste in en stond in het midden van de tent stil. Hij keek om zich
heen naar alle mensen. Plotseling sprong hij in de lucht en begon kopje te
duikelen en veel dolle kunsten te vertonen. Hij liep naar het publiek en liet
een paar mensen aan z'n kunstbloem ruiken. Dan kneep hij in de bal en er spoot
een straaltje water uit de bloem op de gezichten van de mensen.
Daarna vulde Flappie een emmer met water, hij zou zich gaan wassen. Maar hij
struikelde over z'n eigen flapschoenen en viel over de emmer in een plas water.
De mensen schaterden het uit Ja, ze klapten hard in hun handen. Wat hadden ze
een schik!
Flappie dankte voor het daverende applaus en boog drie keer. Toen liep hij
op z'n grote klepperende schoenen de piste uit. Voordat hij achter de grote
gordijnen verdween, zwaaide hij nog even lachend naar de mensen. Hij was blij
dat ze z'n grappen zo fijn gevonden hadden.
De muziek begon weer te spelen en de stal-meester kondigde het volgende nummer
aan. Het waren trapezewerkers, die hoog in de tent aan touwen hun gevaarlijke
kunsten vertoonden.
Flappie liep op z'n gemak langs de vele woonwagens, maar plotseling begon hij
harder te lopen. Hij was helemaal vergeten dat Dinky op hem wachtte.
Toen Flappie zijn woonwagen binnenkwam, begon het hondje met zijn staart
te kwispelen, zo blij was hij dat z'n nieuwe baasje bij hem terug was.
,,Zo Dinky, hier ben ik weer!" zei Flappie vriendelijk, en aaide hem. Toen
trok hij z'n geruite jas uit en ging op een gemakkelijke stoel zitten. Dinky
sprong op z'n schoot.
Maar al gauw begon Flappie te knikkebollen. Het was een drukke dag geweest. Hij
legde Dinky in de doos, deed het licht uit en stapte in zijn bed. Even later
waren ze in diepe slaap.
De volgende ochtend scheen de zon en de eerste lichtstralen vielen door de half
gesloten gordijnen naar binnen. Dinky werd wakker omdat het licht in z'n ogen
scheen. Hij klom over de rand van de doos en trippelde naar het bed van zijn
baas. En weet je wat die kleine rakker deed? Hij pakte Flappie's deken en begon
er aan te trekken. Flappie werd wakker en keek lachend naar z'n vriendje. ,,Zo,
ben jij al wakker?" vroeg hij terwijl hij de slaap uit z'n ogen wreef. , Ja
. .ja ... Ik begrijp het al. . .Jij wilt eten en dan gaan wandelen hè?! Nou . .
. Je baasje zal eerst iets lekkers voor je maken, hoor!"
|