De ezel en de os

Een ezel en een os deelden eens een stal. De ezel had een gemakkelijk leven omdat zijn meester alleen zo nu en dan naar de markt reed terwijl de os iedere dag werd meegenomen om op het veld te werken. Op een nacht toen de twee dieren hun avondmaal gebruikten, klaagde de os over zijn zware leven.

"Misschien kun jij me helpen, broer ezel," zei de os. "Wat kan ik doen om mijn meester over te halen om vriendelijker voor me te zijn, en me niet zo hard te laten werken?"

De ezel dacht hier over na en antwoordde toen: "Ik stel voor dat je morgenvroeg net doet alsof je ziek bent en weigert het hooi te eten dat hij voor je neer legt. Als de meester ziet dat je het eten hebt laten liggen zal hij je in de stal laten. Je zal dan niet naar de velden hoeven om de ploeg voor hem te trekken. Je kunt dan van de rust genieten."

De os nam de raad van de ezel aan en deed net alsof hij ziek was. De man die zag dat de os niets had gegeten en ziek leek nam toen de ezel in plaats van de os mee.

Hij spande de ezel voor de ploeg en liet hem werken van de vroege ochtend tot de late avond. De ezel die niet gewend was aan dit zware werk, was geheel uitgeput aan het eind van de dag. Hij had grote spijt van het advies dat hij aan de os had gegeven.

Toen de ezel die avond terug keerde naar de stal, vroeg de os hoe het hem was vergaan. "Ik had een hele fijn dag," loog de ezel. "Het lopen in de velden is me goed bevallen." - "Ik geloof echter wel dat ik je moet vertellen wat ik onze meester hoorde zeggen." - "En dat is?" vroeg de os. "Welnu," zei de ezel, "ik hoorde hem met zijn vrouw praten, en hij zei tegen haar dat als de os ziek bleef ze hem zouden moeten slachten voor zijn vlees."

De os werd helemaal wit toen hij deze woorden hoorde. "Ik denk daarom," voegde de ezel eraan toe, "dat het 't beste is als je weer al je hooi op zou eten voor het geval dat onze meester denkt dat je niet in staat bent om te werken."

De os was het daarmee eens en op deze manier was het voor de ezel mogelijk om zich te behoeden voor nog meer ploegwerk.

EINDE

Karin Bruggert (vertaler)