De dwaasheid
van de zeven zusters
Lang geleden leefde er eens een rijk echtpaar op het eiland Panay in de
Visayan Archipel. Ze hadden zeven wonderschone dochters. De meisjes hadden alles
wat hun hartje begeerde. Ze hadden mooie kleren, juwelen en allerlei spullen om
zichzelf mee te vermaken. Ze hoefden niet te werken. Hun dienstboden wisten wat
ze wilden hebben zelfs voordat ze er om vroegen. De meisjes werden ijdel en
egoïstisch. Ze lachten om de gewoonten van de mensen uit hun eigen stad.
Ze praatten alleen met anderen om hun nieuwe kleren en spullen te laten zien.
Hun vader was ontstemd door de manier waarop zijn dochters opgroeiden. Hij
besloot ze een tijdje te laten wonen in een klein huis dat gebouwd was op de
oevers van een brede rivier. Hij dacht dat frisse lucht en het eenvoudige
plattelands leven de gewoonten van zijn dochters zou veranderen. Hij verbood hen
om de andere huisjes aan de rivier te bezoeken. Hoewel ze klaagden leken de
dochters toch gelukkig te zijn bij de rivier. Ze leken te genieten van het
zwemmen, varen en vissen. Wat hun vader niet wist, was dat ze enkele jonge
mannen van de andere huisjes ontmoeten.
Deze mannen waren net zo verwend als zijzelf, en de gewoonten van de dochters
werden slechter. "Ik geef een feestje terwijl mijn ouders weg zijn,"
zei Froilan, één van de vrienden, op een dag. "Waarom komen jullie
niet". De meisjes keken elkaar aan. Hun vader zou het nooit goed vinden.
Het was Inez, de oudste, die antwoordde," We zullen voorzichtig moeten
zijn. Niemand mag ons horen vertrekken. We zullen over de tuinmuur klimmen met
de ladder die de tuinman gebruikt bij het snoeien.
Na het avondmaal, op zondag."Ze richtte zich tot een van de jongens.
"Wil je ons hier ophalen, Froilan? " Na het avondeten op zondag kwamen
de meisjes bij elkaar in Inez kamer. Ze trokken hun feestkleren aan en glipten
één voor één het huis uit via de achterdeur. Voorzichtig en rustig klommen
ze over de tuinmuur. Niemand merkte dat de wind uit een gevaarlijk hoek kwam, of
dat de wolken door de lucht joegen. De meisjes waren niet gewend aandacht te
besteden aan iets anders dan zichzelf. Toen ze bij de rivier kwamen stond
Froilon al op hen te wachten met een bootje.
Niet één van de zusters dacht er aan om naar het water te kijken. Als ze
dat wel hadden gedaan dan hadden ze kunnen zien dat de modder van de rivier
omhoog werd gespoeld door de golven en dat de stuurman moeite had om de boot te
besturen. Maar Froilan"s stuurman kende de rivier goed en hij bracht hen
veilig naar de andere kant. "Het water is hoog", waarschuwde
Froilan"s stuurman met gedempte stem. Maar Froilan veronachtzaamde zijn
waarschuwing. Toen de zeven mooie zusters op het feest aankwamen waren alle ogen
op hen gericht. De mensen fluisterden met elkaar, zich hardop verbazend wie zij
nu waren en waar ze vandaan kwamen. Zangers brachten hun een serenade.
Jonge mannen vroegen hen ten dans. Het ijdele gekakel van de meisjes vulde
weldra het hele feest. Ze genoten van alle aandacht. Niet één van hen dacht
aan de tijd. Ze hadden niet opgemerkt dat het harder was gaan waaien. Hoewel het
begon te motregenen bleven ze nog steeds op het feest. Toen de wind begon te
loeien en het harder begon te regenen besloten de zusters pas op het laatste
moment dat ze naar huis wilden gaan. Ze renden naar de rivier, waar het bootje
heen en weer werd gegooid op de golven.
"Wij moeten hier blijven," schreeuwde Froilan, want ondertussen
bulderde de wind en sloeg de hevige regen in hun gezichten. "Het is te
gevaarlijk om nu de rivier over te steken. "Maar vader zal er dan achter
komen dat we weg zijn!"schreeuwde Inez. "Nee, we moeten nu gaan. Vader
mag er niet achterkomen. Als je ons niet over wilt zetten, laat ons dan je boot
lenen. We zullen vannacht naar huis roeien ".
De zeven zusters klommen in de boot, en Inez en Catalina grepen naar de
roeiriemen. Maar de wind was te sterk. De storm woedde in volle kracht, en ze
konden nauwelijks zien in de regen. De boot stampte en deinde en de meisjes
konden niets anders doen dan zich vastklampen. Plotseling schreeuwde Inez. Maar
het was te laat! Een halve seconde later kwam er een golf die hun boot door de
lucht deed vliegen. De meisjes werden in het woeste water gesmeten en meegevoerd
naar zee. De lichamen van de zeven zusters zijn nooit gevonden. De tijd
verstreek.
Het verhaal was bijna vergeten. Op een morgen, vele jaren later, ontdekte een
visser zeven kleine eilandjes in de zee. Hij had deze eilandjes nooit eerder
gezien. Toen herinnerde hij zich het verhaal van de zeven zusters. Hij keek
nogmaals. Ieder eiland was gevormd naar het gezicht van één van de meisjes die
omgekomen waren in de storm. Sinds die tijd heten ze Siete Pecadas (zeven
eilandjes). De mensen van Iloilo ( de grootste stad van het eiland Panay)
geloven nog steeds dat de eilanden zijn gemaakt uit de lichamen van de zeven
zusters.
Op sommige nachten kun je vreemde geluiden horen die van de eilanden komen.
Velen zeggen dat het het gelach en gebabbel is van zeven egoïstische en domme
zusters die niet wisten thuis te komen vanwege de regen. ..
Een Streeklegende uit Filippijnen
|