Dubbel Vijf (Duanwu)
DE REDEN VAN HET DRAKENBOOTBEEST
Ten tijde van de Strijdende Staten (vijfde tot en
met de derde eeuw v. Chr.) lag aan weerszijden van
de Lange Rivier (de Yangzi) een grote staat, met
de naam Chu. In Chu leefde een trouw minister
genaamd Qu Yuan. Deze Qu Yuan was een zeer belezen
man die trouw en toegewijd het staatsbelang diende
en door de gehele bevolking van het land zeer werd
bemind.
De toenmalige koning en koningin van Chu wisten
echter alleen maar te eten, te drinken en feest te
vieren, ze wisten het land geen rust en het volk
geen vrede te brengen. Het gevlei van verraders
was hun even zoet als suikerwater, de woorden van
trouwe dienaars waren hun even bitter als alsem.
Daarom werd geen enkel voorstel van Qu Yuan om het
land rust en de staat vrede te brengen overgenomen
door het hof.
In diezelfde tijd was er in het noordwesten een
grote staat met de naam Qin. De staat Qin was
eropuit om de staat Chu te annexeren. Uiteindelijk
slaagden ze erin koning Ping van Chu onder valse
voorwendselen naar Qin te lokken waar hij
gedwongen werd gebied af te staan en steden over
te dragen. Te laat berouwde het koning Ping dat
hij niet geluisterd had naar de.woorden van Qu
Yuan en van ergernis stierf hij in Qin.
Toen het bericht van het overlijden van koning
Ping bekend werd in Chu, richtte Qu Yuan zich
opnieuw in een brief tot de opvolger van Ping met
voorstellen om de staat rust en het land vrede te
brengen. Maar ook het nieuwe hof schonk geloof aan
verraders en niet aan trouwe ambtenaren. Erger
nog, Qu Yuan werd ontslagen uit zijn ambt en
verbannen van het hof. Nadat Qu Yuan ontslagen
was, zwierf hij langs de rivier de Miluo. Hij
bedacht dat verraders aan de macht waren, het hof
verblind was, de staat in gevaar was en het volk
geen leven had, en hij werd overmand door
verdriet. De hele dag liep hij op en neer langs de
Miluo terwijl hij droeve liederen maakte.
Aan de oever van de Liluo woonde een oude
visser. Toen hij Qu Yuan had herkend, nodigde hij
hem uit in zijn met biezen gedekte hut, waar hij
hem vissoep te eten gaf. Bovendien probeerde hij
Qu Yuan te troosten: 'Het gewone volk weet maar al
te goed wie aan het hof trouw is en wie vals.
Wanneer de staat in het grootste gevaar is, zal
het hof u vast en zeker nog eens ontbieden.' Toen
Qu Yuan de oude visser zo hoorde spreken bleef hij
bij hem wonen, wachtend op de oproep van het hof.
Maar hoeveel dagen en hoeveel maanden hij ook
wachtte, nooit kwam de zo verbeide oproep van het
hof. Het aantal vluchtelingen uit het noorden op
doortocht werd echter steeds groter, en de slechte
berichten grepen hem steeds meer aan. Op zekere
dag kwam het slechtste bericht: de hoofdstad was
door het leger van Qin veroverd! Met de
vernietiging van Chu had Qu Yuan zijn laatste hoop
verloren. Hij at niet meer en hij dronk niet meer,
hij staarde met starre ogen voor zich uit. De oude
visser liet een arts komen maar Qu Yuan keurde de
arts geen blik waardig. Verwanten maakten de
kleefrijstnoedels die hij altijd zo lekker vond,
maar hij at er niet van.
De hele dag liep hij op en neer langs de oever,
terwijl hij de zo beroemde, door hem geschreven
Negen Liederen reciteerde. En in de vroege ochtend
van de Vijfde dag van de Vijfde Maand verdronk de
toegewijde Qu Yuan zich in het o zo heldere water
van de Miluo.
Het verhaal gaat verder dat de oude visser, die
zich grote zorgen maakte over Qu Yuan en hem met
gaargestoomde kleefrijstnoedels kwam zoeken bij de
rivier, zag hoe Qu Yuan in het water sprong en
luid wenend schreeuwde hij meteen: 'Zijne
Excellentie Qu is in de rivier gesprongen! Zijne
Excellentie Qu is in de rivier gesprongen!'
Toen de dorpsgenoten en de vluchtelingen die
kreten hoorden, renden ze allen naar de oever van
de rivier, wenend en schreeuwend. Vele mensen
doken in het water om Qu Yuan op te dreggen:
stroomafwaarts vormde men zeven maal zeven is
negenenveertig muren van mensen in het water en
men bleef de volle zeven maal zeven is
negenenveertig dagen dreggen, waarbij niet weinig
mensen in de rivier verdronken. De oude visser
wierp de kleefrijstnoedels die hij speciaal voor
Qu Yuan had gemaakt in de rivier. De mensen
plukten ook bladeren van de bomen en kruiden langs
de rivier, die ze in het water wierpen. Ze hoopten
dat deze bladeren het lijk van Qu Yuan konden
beschermen tegen vissen, kikkers en giftige
insekten. De oude arts rende naar huis terug en
haalde een paar kruiken zwavelwijn die hij uitgoot
in de rivier, hij wilde zo de vissen en andere
dieren verdoven ter bescherming van Qu Yuan. Later
kwam een verdoofde draak bovendrijven, en aan de
snorharen van die draak hing een lap uit de mantel
van Qu Yuan. De mensen meenden dat deze draak Qu
Yuan had gedood en ze sjorden hem op de oever,
waar ze hem vilden en van zijn pezen ontdeden. De
mensen vertellen dat het lijk van Qu Yuan later
echt is opgedregd en dat het helemaal omhuld was
door de bladeren van al die verschillende planten.
Daar waren veel giftige planten bij, zoals
'katteoog' en 'drakedoder'. Hoe vreemd het ook
klinkt: katteoog is het hele jaar door, in alle
seizoenen, giftig, alleen de katteoog die geplukt
wordt op de dag van Dubbel Vijf is zonder gif, en
gestoomd en gedroogd geeft ze een goede thee die
koorts bestrijdt en vergiftiging tegengaat. De
mensen zeggen dat dit komt doordat ze op deze dag
van Dubbel Vijf Qu Yuan heeft beschermd en
daardoor door Qu Yuan is beïnvloed.
Omdat Qu Yuan op de vijfde dag van de Vijfde
Maand is verdronken, hebben de mensen later deze
dag ingesteld als een feestdag, ter herinnering
aan de trouwe en toegewijde vaderlandslievende Qu
Yuan. Omdat de Vijfde dag van de Vijfde Maand ook
wel wu-dag wordt genoemd, spreekt men ook van het
Duanwu-feest of het Duanyang-feest.
Ieder jaar, op de vooravond van Dubbel Vijf,
doen de mensen koorden uit draden van vijf
verschillende kleuren om de enkels, de polsen en
de hals van kleine kinderen. Deze koorden
verbeelden de drakepezen en zijn symbolen van de
bestraffing van de giftige draak die Qu Yuan heeft
gedood. Tegelijkertijd is de draak de koning van
de waterwereld, dus dient het ook om giftige
insekten te verdrijven en de kleine kinderen te
beschermen. De mensen vertellen dat wanneer je
deze vijfkleurige koorden op de zesde dag van de
Zesde maand afknipt en in de sloot gooit, ze zelfs
kunnen veranderen in kleine slangen.
Verder maakt men van allerlei soorten bonte
stof zakjes in vele soorten en maten, die men vult
met geurstof en welriekende bladeren en de
kinderen op de borst hangt, als symbool van het
feit dat de ziel van Qu Yuan honderden geslachten
lang haar geur zal verspreiden. Op de ochtend van
Dubbel Vijf moet men het gezicht wassen met water
waarin verschillende soorten bladeren zijn
gekookt, en de overlevering wil dat kleine
kinderen daardoor scherp van gehoor en gezicht
kunnen worden en behoed worden voor oogziekten. In
de streken vlak bij een rivier staan de mensen 's
morgens heel vroeg op om met hun kinderen te gaan
baden in de rivier ter herdenking aan Qu Yuan, die
zich verdronken heeft.
Bij het ontbijt eet iedereen gekookte eieren.
Deze eieren symboliseren drakeeieren en dienen als
bestraffing van de draak die het lijk van Qu Yuan
had geschonden. Bovendien drinkt men zwavelwijn en
aan de kinderen wordt het verhaal van Qu Yuan
verteld. In het zuiden van het land worden
kleefrijstnoedels gegeten en drakebootwedstrijden
gehouden. Volgens de overlevering zijn de
drakebootwedstrijden ter herinnering aan Qu Yuan,
en bovendien zijn ze ter herinnering aan de mensen
die bij het dreggen naar Qu Yuan in de rivier zijn
verdronken.
EINDE
Bron van deze versie:
"Volksverhalen uit kleurrijk Nederland. Feesten
Verhalen over Feesten en herdenkingen uit de
Chinese, Joodse, Nederlandse, Indiase, Turkse,
Surinaamse, Marokkaanse en Indonesische
verteltraditie" verschenen bij Uitgeverij
Lemniscaat, Rotterdam, 1991.
Mijn bron:Volsverhalen
Almanak
|