De drie
spiegels
Een koning had maar één dochter. Maar die was heel mooi en heel schrander. Na
de dood van haar vader besteeg ze de troon en het duurde niet lang of een
prins uit een naburig koninkrijk wilde met haar trouwen.
Zij sprak echter:"Ik neem jou alleen tot man, als je drie dingen meebrengt."
"Dat moet lukken", zei de prins luchtig.
"Het zal me benieuwen", zei de nieuwe koningin.
- "Ik wil een schitterende Ster,
- een zilveren Maan,
- en een gloeiende Zon".
Thuis vertelde de prins aan zijn vader wat de jonge koningin wenste, en hij
zei:"Ik ga dus op zoek naar de schitterende Ster, de zilveren Maan en de
gloeiende Zon".
De vader probeerde zijn zoon er van te weerhouden, maar tevergeefs: de
koningszoon ging op reis. Hij trok in veel landen en koninkrijken door steden en
dorpen en vroeg overal naar de drie dingen die hij nodig had. De rijke mensen
wisten nergens van en de armen zeiden dat ze dat ook wel wilden. Daarop vroeg
hij raad aan vagebonden, tovenaren en tovenaressen die geminacht door rijk en
arm door de wereld trokken. De koningszoon had vastgesteld dat zij de
levenswijsheid hadden die hem van pas zou kunnen komen. Maar ook zij moesten de
edelman teleurstellen.
Op zekere avond wandelde hij aan de rand van een dorp langs een armtierig hutje
waarin hij iemand hoorde zuchten en steunen. Toen hij de hut wilde betreden,
greep een man hem bij de mouw en zei:"Ga niet naar binnen, vriend, daar ligt een
tovenares op sterven!"
De prins negeerde de woorden en ging naar binnen. Inderdaad; op een hoop
verdorde bladeren lag een tovenares en de prins zag meteen dat ze het niet lang
meer zou maken. Het kostte haar veel moeite om haar hoofd in zijn richting te
draaien. Ze sprak met zwakke stem:"Ik heb lang op jou moeten wachten, je komt
wel heel erg laat. Bij mij kun je krijgen waarnaar jij op zoek bent. Maar je
moet er wel wat voor doen. Luister, als mijn leven ten einde is, neem je mijn
hand in de jouwe en sla je een kruis boven mijn hoofd. Gooi dan de inhoud van
deze fles bij het voeteneinde van het bed op de grond, want daar zit de duivel
op mijn ziel te wachten."
De koningzoon stemde ermee in en nam de fles alvast in zijn hand; hij zag dat er
wijwater in zat. Met pijn en moeite kwam de Heks overeind. Ze haalde onder het
bed van bladeren drie spiegels tevoorschijn. en zei:"Open het raam! Ik moet de
Zon, de Maan en de Sterren kunnen zien. Hier heb je een spiegel."
De tovenares begon met haar hand allerlei wonderbaarlijke tekens op de spiegel
te schrijven terwijl ze buitenissige woorden prevelde. Na korte tijd verscheen
er een lichtpuntje in de spiegel. Het werd groter en feller tot het uiteindelijk
in een Ster veranderde die bijzonder mooi schitterde.
"Zo, dat is één!" zei de tovenares.
Daarna pakte ze de tweede spiegel en begon er met hand weer dezelfde tekens op
te schrijven terwijl ze dezelfde woorden prevelde.. Maar dit keer duurde het
veel langer. Ten slotte verscheen in de spiegel een zilverkleurige glans; het
was de weerspiegeling van de zilveren Maan.
"Dat is twee!"zei de tovenares.
De jongeling zag dat de oude vrouw tegen de dood vocht. Het zweet parelde in
dikke druppels op haar voorhoofd en ze kuchte onder het ademhalen.
"Waarom ben je toch zo laat gekomen", jammerde ze, "ik weet niet of de laatste
betovering nog zal lukken."
Ze pakte de derde spiegel. Met haar laatste krachten schreef ze de tekens erop
en prevelde ze de woorden. Dit keer duurde het nog langer dan bij de tweede
spiegel. Met bonzend hart bekeek de koningszoon het tafereel. Het angstzweet
brak hem uit en zijn gezicht was bijna net zo bleek als van de stervende Heks.
Uiteindelijk was het dan zover: in de derde spiegel was de gloeiende Zon te
zien.
De tovenares gaf de jongeling de spiegels en zei: "Mijn hart breekt; vergeet
niet wat je beloofd hebt."
Toen de tovenares een zachte dood was gestorven, sloeg de jongeling een kruis
boven haar hoofden gooide het wijwater op de plek waar de duivel moest zitten.
Op hetzelfde moment vloog een zwart monster al tierend en vloekend het raam uit.
Het moest de duivel zijn geweest die tevergeefs had zitten wachten. De kamer
stonk ineens naar pek en zwavel.
De koningszoon keerde terug met drie spiegels waarin een schitterende Ster, de
zilveren Maan en de gloeiende Zon waren opgevangen.
Toen hij de drie dingen aan de jonge koningin overhandigde, was deze hogelijk
verbaasd.
Maar zij hield woord en huwde de jonge prins.
(uit Heksensprookjes)
|