Dopheide en
Prinses Erica
Lang, lang geleden woonde in er de Lage
Landen een aardige, intelligente en mooie
kroonprinses die verliefd was geworden op een
mooie Duitse prins. Urenlang wandelden prinses
Erica en prins Wandel over de uitgestrekte velden,
ze spraken over hun liefde, maar maakten ook
plannen over hoe rechtvaardig zij in de toekomst
haar land wilden regeren.
Op hun tochten werden ze regelmatig gadegeslagen
door de Sluwe Tovenaar, die verliefd was op de
mooie prinses. Dag na dag zag de jaloerse tovenaar
de prinses verliefd en gelukkig met de prins
wandelen. De Sluwe Tovenaar wilde prinses Erica
dwingen zijn vrouw te worden en op een
regenachtige dag ontvoerde hij haar. Maar de jonge
vrouw had haar zuivere hart verpand aan prins
Wandel. Pertinent weigerde ze zich te onderwerpen
aan de tovenaar. Ook boog ze niet voor het
dreigement dat hij haar zou betoveren. Toen werd
het de tovenaar duidelijk dat het hem nooit zou
lukken dat zij zijn vrouw zou worden. En omdat hij
zo jaloers was, gunde hij haar geen andere man en
hij betoverde haar in heidestruik.
Sinds haar verdwijning liep prins Wandel iedere
dag wanhopig over de velden waar zij altijd samen
hadden gelopen. Op een dag riep hij weer
verdrietig haar naam en aan zijn voeten schoot een
paars bloeiende dopheidestruik omhoog. Iedere keer
als hij "Erica " riep ontsproot er een
dopheidestruik aan zijn voeten. Als hij hard riep
ontsproot er dieppaarse heide, riep hij door
verdriet of vermoeidheid overmand zacht haar naam
dat waren de heidebloemetjes lila van kleur. De
prins besefte dat zijn grote liefde betoverd was
in de vorm van deze dopheide. En omdat de prins
niet overal tegelijk kon zijn, bloeien de
heidestruiken steeds op andere momenten
Heideveld ©
Foto Els Baars
De latijnse naam voor de
heidefamilie als geheel is "Ericaceae", die van
dopheide als groep "Erica", de "gewone
dopheide"heet "Erica tétralix".
Dit is een bewerking van een
oud Duits sprookje dat Freek Zevenhek uit IVN
Heesch toestuurde, waarvoor dank. |