De dans van de
ooievaar
ook bekend als: de dans van de kraanvogel
Lang geleden in het mooie land Japan leefde er eens een arme student. Hij had
zelfs geen geld om een kop thee te betalen. Groot was zijn blijdschap dan ook
toen hij in een herberg bij een prachtig dorpje toch nog welkom was. Ieder avond
kreeg de jonge man van de waard iets warms te eten en te drinken. Niemand wist
wat de student eigenlijk studeerde, maar men vond dit ook niet belangrijk:
gastvrijheid was heel gewoon.
Op een avond kwam de student bij de herbergier en hij zei: “Beste waard
morgen moet ik van hier vertrekken. Ik ben u heel dankbaar wat u voor mij gedaan
heeft en wil graag een geschenk geven. De student liep naar de muur en tekende
met krijt een prachtige ooievaar.
Het was een sierlijke en krachtige vogel. De waard en zijn gasten waren heel
blij, maar de student zei dat dit nog niet alles zou zijn. “Het is een
bijzondere vogel: als u met uw gasten voor de vogel gaat zitten en tweemaal in
de handen klapt zal de ooievaar voor u dansen.” “U moet echter beloven dat
de vogel nooit voor maar één mens zal dansen en dat er niet meer als twee keer
in de handen wordt geklapt “. De waard beloofde dit en de student vertrok. Hij
ging met de andere bezoekers van de herberg voor de muur zitten en samen klapten
ze tweemaal in de handen. Het was een bijzondere vogel, het was een
wondervogel!: De ooievaar stapte met prachtige bewegingen van de muur en voerde
een dans uit waar de mensen tranen van in de ogen kregen. De mensen voelden het
dansen diep in hun hart.
Al gauw was het verhaal van de dansende ooievaar bekend in de wijde omgeving.
Iedere avond zat de herberg vol met mensen die het ook wel wilden zien. Groot en
klein ging voor de muur zitten en samen klapten ze tweemaal in de handen, en de
ooievaar danste haar dans. De waard deed goede zaken.
Op een dag kwam er een rijke en belangrijke man uit de stad op binnen in de
herberg. De waard zag aan de mooie kleren dat dit een belangrijk persoon moest
zijn en liep al buigend op de man af. ”Wat is er van uw dienst waarde heer”
zei hij met zijn hoofd naar de grond gebogen tegen de man. “Ik wil dat de
ooievaar voor mij danst” zei de rijke man.
“Dat kan “antwoordde de herbergier, “gaat u maar zitten, zo meteen
klappen we tweemaal in onze handen en dan begint het”. “Ik wil dat het beest
alléén voor míj danst “antwoordde de man hooghartig en hij smeet een zak
met geld op tafel. De waard twijfelde even, hij had immers beloofd dat hij dit
niet zou doen. Maar ach, voor een keer, en de man was belangrijk en rijk. Het
zou vast niet erg zijn. Hij knikte tegen de rijkaard en ging naar de rand van de
zaal. De deftige man ging voor de tekening zitten en klapte driftig in zijn
hand.
Er gebeurde niets. De man stond op en klapte nu drie keer in zijn handen en
riep: “en nú ga je dansen” Nu bewoog de ooievaar, met gebogen nek stapte ze
langzaam en schokkerig van de muur. Ze stond even stil en begon met een dans, zo
traag,… zo droevig, dat de waard dacht dat de vogel ging sterven. Toen de dans
was afgelopen ging plotseling de deur van de herberg open en daar kwam de
student binnen. In zijn hand droeg hij een fluit, zonder iets te zeggen liep hij
naar de ooievaar, boog even licht zijn hoofd en begon te fluiten. De ooievaar
draaide zich naar de deur toe en samen liepen zij de herberg uit : Voorop de
ooievaar en daarachter de student. Aan de rand van het dorp verdwenen ze
plotseling uit het zicht. Niemand heeft de ooievaar en de student ooit meer
teruggezien. .
|