Conchita en de
elfen
Lang, lang geleden in een ver, ver land
woonde een meisje dat Conchita Cantara heette. Ze
woonde met haar ouders, broer en zus in een klein
huisje aan de rand van het bos. Haar vader werkte
als kok in het paleis van de koning.
Haar moeder zorgde thuis voor de kinderen en was
een kruidenvrouwtje.Alle mensen uit de buurt
kwamen bij hen langs met hun kwaaltjes. Conchita's
moeder had er altijd wel een oplossing voor.
Conchita was de jongste in het gezin Cantara.
Haar oudere broer Dimauro was een geleerde
studiebol. Hij was altijd serieus en had nooit
tijd om te spelen.
Ze had hem in haar hele leven nog maar een keer
zien lachen, en dat was volgens haar een
zenuwtrekje geweest.
Haar oudere zus Icilia was heel erg klein voor
haar leeftijd, nog kleiner dan Conchita, terwijl
zij toch ouder was.
Icilia had heel veel krullen die heel wild om haar
heen sprongen. Ze was een hele wilde impulsieve
meid en erg druk.
Soms werd Conchita er moe van. Iedereen zei altijd
dat hun namen zo vreemd waren en dat je ze
moeilijk kon onthouden, maar niemand wist dat ze
een geheime betekenis hadden.
Conchita's moeder was namelijk ook een witte
heks en de namen beschermden de kinderen tegen
kwade invloeden. Maar dat mocht Conchita nooit
zeggen, tegen niemand.
Conchita zelf was 12 jaar oud en ze was erg
groot voor haar leeftijd, ze leek wel 16. Ze had
prachtig zwart glanzend haar en was altijd
vrolijk. Haar moeder zei bijna iedere dag: "Jij
bent het zonnetje in huis." Conchita hield ervan
om alleen lange wandelingen te maken door het bos.
Ze praatte dan tegen de dieren die ze onderweg
tegenkwam. Ze had veel interesse voor het werk van
haar moeder en wilde later ook graag een witte
heks worden.
Haar moeder had gezegd dat ze, als ze dat echt
wilde, veel zou moeten leren. Daarom was ze die
dag in het bos op zoek naar kruiden, ze had een
lijstje van haar moeder meegekregen. Een van haar
tantes, Tante Yram, had heel veel buikpijn en was
al een week niet naar de wc geweest.
Conchita's moeder wilde een drankje maken voor
haar. Conchita hoopte dat ze de kruiden zou
herkennen. Stel je voor dat ze de verkeerde
meenam, wie weet wat de gevolgen daarvan zouden
zijn! Misschien zou Tante Yram wel een dag lang op
de wc zitten!
Terwijl ze zocht en zocht dwaalde ze wat van
het pad af. In een ooghoek zag ze iets bewegen
achter een grote eikenboom. Ze stond stil en
richtte al haar aandacht in die richting. Mama had
gezegd dat er in het bos elfjes en kabouters
woonden en dat de kabouters niet allemaal aardig
waren. Ze had altijd al gehoopt om ze te zien en
misschien wel met ze te praten. Doodstil en
nieuwsgierig bleef ze staan, ze zond uitnodigende
gedachten uit "Als je me hoort, ik wil graag met
je praten, kom maar naar me toe, wees niet bang."
Geduldig bleef ze staan. Na een paar minuten zag
ze weer een beweging tussen de bladeren op de
grond bij de boom.
Ze hoorde een klein zacht stemmetje "Wie ben jij
en hoe komt het dat je gedachten naar me kan
sturen?"
"Ik ben Conchita", zei Conchita, "en dat heb ik
van mijn moeder geleerd."
"Ik dacht dat alleen elfjes dat konden!" zei de
stem weer.
"Nou, ik geloof inderdaad niet dat veel mensen het
kunnen", antwoordde Conchita niet zonder trots
"Mag ik je zien?".
Het bleef eventjes stil. Toen ritselden de
bladeren weer en Conchita zag een prachtig elfje
met zilverkleurige vleugeltjes komen aanvliegen.
Ze had lange donkere haren en een schattig paars
met wit jurkje aan. Voor haar gezicht, op veilige
afstand, bleef het elfje in de lucht hangen
"Hier ben ik", zei ze, een beetje brutaal kijkend.
Conchita moest lachen en door de windvlaag die
hierbij uit haar mond kwam werd het elfje naar
achter geblazen.
"Kijk een beetje uit, groot mensenkind!" riep ze
verontwaardigd. Conchita schrok
"Oh, sorry, dat was niet de bedoeling hoor" en
hield vlug haar hand voor haar mond.
"Wat doe je hier?" vroeg het elfje. Conchita
antwoordde dat ze kruiden aan het zoeken was voor
haar zieke tante en vroeg het elfje wat zij hier
deed en hoe ze heette.
"Jij wil nogal wat weten" riep het elfje en dacht
even na. "Goed, omdat je een bijzonder mensenkind
bent zal ik het je zeggen. Mijn naam is
Dilokisiatiana Janimiweda maar mensen kunnen dat
nogal moeilijk uitspreken. Noem me maar D.J. En
eerlijk gezegd ben ik ook op zoek naar kruiden. Ik
rustte even uit toen jij eraan kwam. Normaal
gesproken komen wij elfen niet zo dicht in de
buurt van mensen. Veel mensen geloven niet in ons
en omdat we gedachten kunnen opvangen maken die
ongelovige gedachten ons ziek. Gelukkig geloof jij
wel in ons, anders ging het nu niet goed met mij!
Pasgeleden was er een mens verdwaald in het bos en
hij kwam bij ons dorp in de buurt. Hij was erg
bang omdat hij verdwaald was en had vreselijke
gedachten. Hij zag een van ons en dacht dat hij
aan het hallucineren was. Hij begon te schreeuwen
dat het niet waar was, dat hij niet echt elfjes
zag, dat hij gek aan het worden was. De man viel
daar op de grond neer en bleef deze gedachten
uitzenden. Velen van ons zijn ziek geworden. Ik
ben nu op zoek naar kruiden voor genezing. Alleen
het probleem is dat ik nog maar een kind ben en
niet goed weet hoe de kruiden die ik moet hebben
eruit zien."
Conchita luisterde ademloos naar het verhaal.
"Oh, wat vreselijk" zuchtte ze. Onmiddelijk
besloot ze dat ze D.J. wilde helpen.
"Oh, maar dan kan ik je helpen, mijn moeder is een
kruidenvrouw, zij weet alles van kruiden, ga maar
met mij mee, zij kan zeggen wat je nodig hebt!"
D.J. aarzelde en keek alsof ze het niet helemaal
vertrouwde. Conchita vervolgde "Iedereen bij ons
thuis gelooft in elfjes en kabouters, je hoeft
niet bang te zijn voor ongelovige gedachten, die
zijn er bij ons niet, ik wil je graag helpen, laat
me je alsjeblieft helpen!."
Tegen zoveel positiviteit kon D.J. niet op, ze
ging op Conchita's schouder zitten en riep "Laten
we gaan, ik rijd met jou mee als je het goed vindt
want ik ben nogal moe." Conchita lachte dat dat
prima was en zette flink de pas erin.
Ze vroeg D.J. honderd uit, of ze ook naar
school ging, of ze ook een vader en moeder had en
broers en zussen, waar ze precies woonden, hoe ze
woonden, wat haar hobby's waren. D.J. vertelde dat
ze diep in het bos woonden, in de buurt van de
grote stenen, en dat ze in de hoge bomen woonden.
Vaak in nestjes die door vogels waren
achtergelaten. En ja, ze ging naar school en had
ook een vader en een moeder en een zusje. En
iedereen van haar familie was erg ziek behalve
zij. Zij was aan het spelen geweest in het bos
toen de man in de buurt was gekomen van het dorp.
De oude wijze elf en dorpsoudste Hycratoroles
Lampokotopo, had haar de opdracht gegeven kruiden
te zoeken. Maar voordat ze goed had kunnen
uitleggen welke kruiden het precies waren was ze
bewusteloos geraakt. Iedereen in het dorp was
ziek, de een erger dan de ander. Alle hoop was op
haar gevestigd en ze was nog maar net 12.
"Net zo oud als ik" schreeuwde Conchita, waardoor
D.J. bijna van haar schouder afviel.
Door al dat praten waren ze al bijna bij het
huisje van de familie Cantara. D.J. werd
zenuwachtig "Weet je zeker dat er niemand is met
ongelovige gedachten en dat je moeder mij wilt
helpen?" vroeg ze.
"Zeker weten" antwoordde Conchita met een
zekerheid die de angst bij D.J. wegnam. Conchita
riep toen ze vlak bij de voordeur was "Mama, mama,
je raad nooit wat er gebeurd is, kom vlug, ik heb
je hulp nodig!" Conchita hoorde voetstappen in de
gang en de voordeur ging open. Haar moeder stond
in de deuropening en keek haar vragend en wat
bezorgd aan. "
Wat is er aan de hand lieverd?" Toen Conchita haar
mond open deed om te vertellen wat er allemaal
gebeurd was en wie ze bij zich had zag ze dat er
nog een persoon in de gang verscheen.
Het was mevrouw Nagnag, die heel vaak bij hen
langskwam omdat ze weer een kwaaltje had of dacht
te hebben.
Conchita schrok enorm toen ze haar zag "Oh, nee,
niet zij, zij gelooft niet in elfjes!" Snel
draaide ze zich om zodat mevrouw Nagnag D.J. niet
zou zien maar het was te laat.
Mevrouw Nagnag begon te gillen en schreeuwen en
wees naar de schouder van Conchita. Op dat moment
voelde Conchita dat D.J. van haar schouder viel.
Vliegensvlug draaide ze haar hand en ving ze D.J.
op. Ze rende weg, naar de schuur. Ze hoorde in de
verte hoe haar moeder mevrouw Nagnag kalmeerde en
haar liet geloven dat het een bijzondere vlinder
was die Conchita had gevonden.
Mevrouw Nagnag stopte met schreeuwen en keek
gehypnotiseerd naar Conchita's moeder, die haar
diep in de ogen keek en steeds herhaalde wat ze
eerder had gezegd "Wees niet bang, er is niets aan
de hand, je hebt een bijzondere vlinder gezien op
Conchita's schouder, meer niet."
Even later vertok de gerustgestelde mevrouw Nagnag
met een vreemde glimlach op haar gezicht.
Conchita's moeder kwam naar de schuur rennen.
"Hoe is het met haar?" was het eerste wat ze
Conchita vroeg. "Ik weet het niet maar ik denk
niet zo best." antwoordde Conchita met een benepen
stemmetje.
Conchita's moeder pakte D.J. heel voorzichtig vast
en bekeek haar. Ze was bewusteloos. "Het komt door
de ongelovige gedachten.", zei ze "dat maakt
elfjes ziek." "Ik weet het mam" zei Conchita
zachtjes en vertelde haar moeder het hele verhaal
terwijl ze zachtjes huilde. "Het is mijn schuld,
ik heb haar meegenomen, ik had eerst moeten kijken
of er niemand was, het spijt me zo, ik vind het zo
erg!"
Haar moeder nam haar troostend in haar armen.
"Mijn arme lieve meisje" en wiegde haar zachtjes
heen en weer. Samen maakten ze een bedje voor D.J.
in het doosje waarin Conchita schatten verzamelde.
Ze haalden de steentjes die ze had gevonden er uit
en legde er eerst zachte watten in als bedje. Heel
voorzichtig legde ze D.J. er in. Terwijl ze
daarmee bezig was kwam haar vader thuis van zijn
werk.
"Hoe gaat het met mijn meisjes?" vroeg hij aan
Conchita en haar moeder "en waar is de rest van de
familie?"
Toen hij de bedrukte gezichten zag van Conchita en
zijn vrouw verdween de glimlach van zijn gezicht.
"Oh, pap, ik heb zoiets stoms gedaan!" vertelde
Conchita en begon weer te huilen. Ze vertelde wat
er gebeurd was en haar vader begon mee te huilen.
Hij was namelijk een erg gevoelige en lieve man
die het vreselijk vond als iemand verdrietig was.
Ook hij vond het verhaal hartverscheurend.
"Daar moet toch een oplossing voor zijn"
zuchtte hij en keek naar zijn vrouw. Zij was
degene die bekend was met alle kruiden die je je
kon bedenken en met de werking ervan. Tot en met
de meest zeldzame.
Zij zuchtte ook diep "Ik vind het echt vreselijk
maar de werking van kruiden bij mensen is anders
dan bij elfen. Ik weet niet naar welk kruid D.J.
op zoek was."
D.J. was nog steeds bewusteloos en kon het dus
helaas niet vertellen. Conchita had zich nog nooit
zo ellendig gevoeld. Hoe kon ze dit oplossen!? Ze
staarde uit het raam en luisterde afwezig naar
haar vader die tegen haar moeder vertelde hoe zijn
dag was geweest op het paleis.
Dimauro en Icilia kwamen thuis en haar ouders
vertelden het hele verhaal. Ze bekeken D.J. en
fluisterden opgewonden. Een elfje in hun huis, wat
bijzonder!
Conchita zat te denken en te denken, haar
hersenen kraakten ervan. Ineens kreeg ze een
ingeving. Haar vader werkt op het paleis. Ja,
natuurlijk, hij sprak de koning dagelijks. Al snel
vormde zich een duidelijk en gedetailleerd plan in
haar hoofd.
Haar ogen begonnen te glanzen, oh, als dat eens
zou werken!!!
"Pap, pap wil je me meenemen naar het paleis,
ik wil de koning iets vragen!" riep ze haar vader
toe.
"Wat zeg je mijn kind, de koning spreken, waarover
dan?" Haar moeder keek haar ook verbaasd aan.
"Oh, pap, ik heb zo'n goed idee, ik weet hoe ik
D.J. kan redden en ook de rest van de elfjes!" Ze
begon te vertellen en haar hele familie hing aan
haar lippen.
Even later vertrokken ze met z'n allen richting
paleis. Conchita droeg D.J. voorzichtig in het
doosje. Gelukkig was het niet ver lopen.
Conchita's vader vroeg aan de wacht op hij de
koning even kon spreken. De wacht keek verbaasd
naar het hele gezin dat 's avonds onaangekondigd
bij het paleis verscheen, maar omdat hij
Conchita's vader natuurlijk goed kende, mochten ze
op de binnenplaats wachten totdat hij de koning
verwittigd had.
Conchita hield D.J. achter haar rug, voor het
geval hij ook niet in elfjes geloofde.
Ze hoefden niet lang te wachten, daar kwam de
wacht alweer terug, ze mochten naar binnen. Ze
liepen door de grote massieve deur door het
indrukwekkende paleis.
In de gangen lagen de mooiste kleden, vol
prachtige kleuren. Er hingen schilderijen aan de
muren. Aan het einde van de gang was weer een
deur. Ook daar stond een wacht maar hij was op de
hoogte van hun komst.
Hij deed de deur voor ze open en kondigde ze aan
"Sire, de familie Cantara."
De koning zat niet op zijn troon maar gewoon aan
tafel. Hij had ook zijn kroon niet op, hij droeg
wat gemakkelijke kleding.
"Hallo, heer Cantara, wat brengt jou hier en nog
wel met je familie? Je wilt toch hoop ik geen
acute loonsverhoging?".
De koning lachte bulderend nadat hij dit gezegd
had, hij hield wel van een grapje.
"Nee, uwe hoogheid, we komen voor een hele
bijzondere kwestie, waar we u hulp bij nodig
hebben."
De koning keek nieuwsgierig naar de leden van de
familie Cantara. "Vertel, mijn beste man, vertel."
Conchita's vader zei dat hij eerst een vraag wilde
stellen, voordat hij begon. "En wat is dat voor
een vraag?"vroeg de koning.
"Oh, uwer beminnelijke hoogheid, gelooft u in
elfjes?" Conchita vond dat haar vader wel een
beetje overdreven aardig deed tegen de koning en
stootte hem aan "een beetje minder slijmen pap"
fluisterde ze.
"Elfjes, vraag je me of ik in elfjes geloof?"
Iedereen keek de koning aan met grote ogen, je kon
een speld horen vallen, zo stil was het. Op dat
moment kwam de koningin binnen. "Hebben jullie het
over elfjes?" vroeg ze, "hoor ik dat goed?".
En ze vervolgde "Ik zou zo graag eens een elfje
spreken, ik ben zo benieuwd naar hun manier van
leven, maar jammer genoegd heb ik er nog nooit een
gezien!".
Conchita's hart maakte een sprongetje van
geluk. "YES, dacht ze bij zichzelf, YES!!!"
Conchita's vader begon te vertellen dat Conchita
in het bos liep en een elfje was tegen gekomen,
wat deze had verteld en wat er verder bij hen
thuis gebeurd was.
Toen hij klaar was met het verhaal reageerde de
koningin opgewonden "Hebben jullie D.J.
meegenomen? Mag ik haar zien?".
Conchita haalde het doosje vanachter haar rug
vandaan, nadat ze eerst een blik op de koning had
geworpen om te zien of hij er hetzelfde over
dacht.
"Ja, laat haar zien, ik wil haar ook graag zien"
zei de koning. De koning en de koningin kwamen
dichterbij en bogen zich over het doosje.
Er kwamen tranen in de ogen van de koningin toen
ze zei "Weet je hoe lang ik hiernaar verlangd heb?
Mijn hele leven ben ik al op zoek naar elfjes."
Conchita vertelde de koning en de koningin van
haar plan om de elfen te redden. De koning keek
naar Conchita's vader en moeder en zei "wat een
bijzondere dochter hebben jullie, daar kunnen
jullie trots op zijn!".
Tegen Conchita zei hij "Natuurlijk helpen we mee,
we gaan ons gereed maken." De koningin riep een
van haar dienstmeisjes, maakte een lijst waar 42
namen opstonden en zei dat ze koeriers moest
sturen om de mensen direct op te laten halen.
Conchita's moeder had gezegd dat ze in totaal met
zeven keer zeven mensen moesten zijn. Een uur
later was stonden er 49 mensen op het paleisplein.
Het was al donker en alle mensen hadden fakkels
bij zich.
"Denk je dat je de weg kan vinden in het donker?"
vroeg Conchita's moeder voor de derde keer aan
Conchita.
"Ja mam, D.J. heeft uitgelegd waar het is, ik ken
het bos goed."
De koning ging op een verhoging staan en sprak
iedereen toe. "Beste mensen, jullie zijn
uitgekozen om mee te helpen met een speciale
reddingstocht. De koningin heeft ieder van jullie
apart geselecteerd. Voordat ik vertel wat dat is
wil ik jullie een vraag stellen."
Iedereen keek afwachtend naar de koning. "Geloven
jullie in het bestaan van elfjes?"
In eerste instantie reageert er niemand, deze
vraag hadden ze niet verwacht. Maar dan, als er
een persoon "ja" roept, volgen er meer. "Is er
iemand aanwezig die er anders over denkt?" vraagt
de koning nogmaals. Er komt geen reactie en trots
kijkt hij naar zijn vrouw. Ze heeft precies de
juiste mensen weten te selecteren.
"Dan wil ik nu het woord geven aan Conchita"
vervolgt de koning.
Conchita klimt op de verhoging bij de koning en
vertelt haar belevenissen van die dag en haar
plan.
Een half uur later zijn ze onderweg, met de hele
stoet, richting bos. Ze moeten erg ver lopen, de
elfen wonen diep in het bos.
De vele fakkels verlichten de weg, er wordt weinig
gesproken. Iedereen is onder de indruk en hoopt
dat ze de elfen kunnen helpen.
Uiteindelijk ziet Conchita de grote stenen waar
D.J. over sprak. Ze kijkt uit naar de bomen die
D.J. beschreef en al gauw ziet ze deze.
De koning houdt er een fakkel bij en inderdaad,
daar liggen allemaal elfjes. In de bomen maar ook
op de grond. Iedereen kijkt ademloos toe.
"Leven ze nog?" fluistert Icilia. Dimauro bukt
zich over een elfje en luistert aandachtig.
'Volgens mij hoor ik ze ademen" antwoordt hij
zachtjes. "
Laten we beginnen" zegt Conchita. Alle 49
mensen geven elkaar een hand en vormen een cirkel
om het gebied heen waar de elfjes wonen.
Tussen iedere persoon in wordt de fakkel in de
grond geplaatst, zodat er een cirkel van licht
zichtbaar wordt.
Conchita's moeder prevelt onverstaanbaar geheime
magische woorden en vraagt vervolgens aan iedereen
om de gedachten te bundelen.
Ze vraagt of iedereen zich wil verbinden met het
licht van het vuur en dit licht wil sturen naar
het hele gebied binnen de cirkel, zodat deze
helemaal gevuld wordt met licht.
Dan vraagt ze of iedereen de lichte cirkel wil
vullen met liefdevolle gedachten over de elfjes en
vraagt ze om zich voorstellen dat de elfjes wakker
worden en weer gezond zijn. I
edereen werkt mee en doet zijn best. Conchita
heeft D.J. ook in de cirkel gezet en concentreert
zich. Samen met de anderen doet ze wat haar moeder
vraagt.
Het lijkt wel of de cirkel zich daadwerkelijk vult
met licht en de sfeer is sprookjesachtig mooi.
Ze krijgt tranen in haar ogen, zo perfect is het.
Haar moeder blijft magische woorden prevelen en de
tijd lijkt stil te staan.
Het is doodstil in het bos. Zelfs de natuur
zwijgt.
Dan ziet Conchita iets bewegen in haar kistje.
D.J. richt zich half op en vraagt slaperig "Hè,
waar ben ik, wat is er gebeurd?".
Conchita's moeder vraagt iedereen dringend om niet
de cirkel te verbreken, eerst moeten alle elfen
wakker zijn. Er komen steeds meer geluiden uit de
cirkel.
Verbaasde elfjesgezichten kijken de kring van
mensen aan. In eerste instantie bang, maar al snel
zien ze dat de mensen geen kwaad willen. D.J.
klimt uit het kistje en gaat op zoek naar haar
ouders en zusje. Ze gilt uitbundig als ze hen
gezond en wel aantreft.
Conchita's moeder vraagt D.J. om te controleren of
iedereen wakker en gezond is. D.J. vliegt een
rondje door haar dorp en bij ieder huisje horen ze
vreugdekreten.
Even later kunnen ze de cirkel verbreken. D.J.
brengt de koningin en de koning naar de
dorpsoudste. Eerst zijn de elfen nog wat angstig
om met de mensen te praten maar al gauw is het ijs
gebroken.
Er wordt een groot vreugdevuur gemaakt en
iedereen danst en praat samen. Conchita wordt in
het zonnetje gezet, samen met D.J. De elfen
bedanken iedereen keer op keer voor de onverwachte
geweldige hulp. Het feest gaat de hele nacht door.
De volgende ochtend nemen de mensen en de
elfjes afscheid.
"Jullie zijn altijd welkom hier." zegt de
dorpsoudste.
Ze zwaaien en zwaaien totdat iedereen uit het
zicht verdwenen is. Als ze bijna terug zijn bij
het kasteel vraagt de koning aan iedereen om
geheim te houden waar de elfjes wonen.
"Er zijn nog teveel mensen die niet geloven in
elfjes. We moeten ze beschermen zodat dit niet nog
een keer gebeurt."
Een voor een beloven de mensen dat ze dit geheim
zullen bewaren. Dan groeten ze elkaar en gaat
iedereen zijn eigen weg.
De koningin komt nog even naar Conchita toe
"Meisje, bedankt! Door jou is een grote wens van
mij in vervulling gegaan." Conchita lacht verlegen
"Dat is wel goed hoor." Dan gaat ook de familie
Cantara weer richting huis. Conchita's vader kijkt
met een blik vol trots naar zijn vrouw "Wat hebben
we toch een bijzondere kinderen hè?".
"Zeker weten!" antwoordt ze en kust hem.
Als ze thuiskomen wordt Conchita lekker in bed
gestopt door haar moeder. "Meisje, nu weet ik wel
zeker dat je geschikt ben om opgeleid te worden
als witte heks." Conchita kijkt haar moeder
stralend aan "Oh, mam, wat fijn..."
Nu gaat ook haar liefste wens in vervulling.
Die nacht droomt Conchita van magische cirkels,
geheime woorden en kruidendrankjes en ziet ze
zichzelf als witte opperheks in een prachtige
lange blauwe jurk, haar lievelingskleur, haar
eigen dochter opleiden.
Einde
|