Broer vos en
broer konijn Broer vos en broer konijn waren vroeger
de beste vrienden.
Zij gingen overal samen naar toe, zelfs als ze op
vrijersvoeten waren.
De vos had in een dorpje vlakbij een vrouwtjesvos
opgemerkt en broer konijn ging altijd met hem mee
op bezoek bij haar.
Maar toen de vos verkouden was, ging het konijn
alleen naar het vossinnetje.
In werkelijkheid was broer konijn een beetje
jaloers op de vos.
Toen ze samen zaten te praten, hadden ze het over
broer vos.
'Oh, die vos,' zei broer konijn, 'ik ken hem vrij
goed.
Hij is mijn beste paard.
Als ik ergens naar toe moet, zadel ik hem op en
rij als een heer.'
Het vossinnetje was zeer verbaasd, maar broer
konijn hield vol dat de vos zijn paard was.
Toen bedacht het konijn dat hij maar niet zo moest
opscheppen, anders zou de vos misschien boos
worden.
En inderdaad, de vos was boos.
Nauwelijks was hij hersteld of hij ging op bezoek
bij het vossinnetje.
Daar hoorde hij alles wat het konijn over hem
verteld had.
Woedend rende hij naar het huis van het konijn,
klopte op de deur en zei: 'Broer konijn, kom naar
buiten!' Broer konijn stond al te wachten op de
vos.
Hij vroeg met een klein stemmetje: 'Wat wil je,
broer vos?'
'Ik wil je spreken!' gromde de vos boos.
'Ik hoorde dat je gezegd hebt dat ik je paard
ben.'
'Dat is niet waar,' zei broer konijn zachtjes.
'Zoiets heb ik niet gezegd.'
Broer vos was al een beetje gerustgesteld.
'Als het niet waar is, ga dat dan maar vertellen
aan mijn vriendinnetje,' zei hij.
Broer konijn begon te snikken.
'Ik wil dat wel, mijn vriend, maar ik kan het
niet,' zei hij.
'Gisteren ben ik gevallen en ik kan nauwelijks
lopen.
Maar als je me zou willen dragen op je rug, zou ik
kunnen gaan.'
De vos wilde het zo snel mogelijk in orde maken
met het vossinnetje, dus hij gromde: 'In orde, kom
op, ik zal je er heen brengen.'
Broer konijn kwam naar buiten, keek naar de vos en
zei toen bescheiden: 'Zo gaat het niet.
Vos, zo kan ik je niet vasthouden.
Als je een zadel op je rug hebt en teugels, dan
heb ik iets om vast te houden.'
De vos wilde het konijn zo snel mogelijk naar zijn
liefje brengen, dus gromde hij: 'In orde, als het
niet anders kan, maar schiet een beetje op.' Dat
hoefde je het konijn geen twee keer te zeggen.
Vlug haalde hij een zadel uit de stal.
Toen het konijn ook een zweepje had gepakt gingen
ze op weg.
Even later kwamen ze bij het dorpje waar het
vossinnetje woonde.
De vos stopte en zei: 'Kom eraf broer.
We gaan te voet verder.
Ik draag je niet meer.' Maar broer konijn stapte
niet af.
Hij sloeg met zijn zweep de vos zo hard, dat hij
er pijlsnel vandoor ging en niet stopte voordat
hij in de tuin van het vossinnetje was.
Broer konijn sprong eraf en maakte de teugels aan
het hek vast en ging naar binnen.
'Nu zie je het,' zei het konijn tegen het
vossinnetje, 'dat ik niet gelogen heb en de vos
echt mijn paard is.
Kijk maar naar buiten!'
Het was waar.
De vos sprong heen en weer in de tuin.
Op zijn rug zat een zadel en aan zijn kop zaten
teugels die aan het hek gebonden waren.
Pas toen hij zo hard trok dat de teugels braken,
kon hij wegrennen om zich nooit meer in het dorp
te vertonen.
Dit is het verhaal over Broer konijn en zijn
paard: de vos.
Sindsdien blijft het konijn ver uit de buurt van
de vos, want de vos is het nog steeds niet
vergeten en blijft het konijn achterna zitten als
hij de kans krijgt.
Bron:
Dierensprookjes
Uitgeverij: Rebo productions bv Sassenheim
ISBN: 90 36600 766
|