De
boterhoofden Lang geleden en in een land hier ver
vandaan hadden alle mensen boter op hun hoofd en
iedereen vond dat normaal. Er waren mensen met
roomboter, kruidenboter, halfvolle boter en
ontelbare andere botermelanges op hun hoofd, maar
ieder vond alleen zijn eigen boter de ware.
Daar maakten ze ruzie over, vochten oorlogen uit
en verketterden elkaar met vele scherpzinnige
argumenten.
Het merkwaardige was dat de kinderen die er
werden geboren helemaal niets op hun hoofdjes
hadden en dat alle boterhoofden dat toch prachtig
vonden. Misschien herinnerde het hen aan hun
kindertijd, hun verloren kinderparadijs, waar ze
heimelijk wel eens naar terugverlangden en toch
droomden ze van een kind dat zou opgroeien tot een
waardig en aangepast lid van de boterhoofden.
Daartoe zetten ze al spoedig alles in het werk om
het kinderhoofdje van een passende laag boter te
voorzien.
Nou was er in dat land een bewoner die niet
gelukkig was. Hij had over zijn onbehagen veel en
lang nagedacht en was tot de conclusie gekomen dat
dat ongetwijfeld door zijn beboterde hoofd kwam.
De enige zinnige oplossing opperde hij was om zich
van zijn boterlast te ontdoen.
Zijn landgenoten waarschuwden hem: doe niet zo
gevaarlijk, pas je aan, doe normaal, zonder boter
ben je niets meer. Hij was vastberaden en zette
door. En zie, hoe meer hij zich van zijn boter
bevrijdde hoe helderder het hem werd maar hoe
eenzamer zijn worsteling.
Tot op een dag, hij was de wanhoop nabij, als
bij toverslag het laatste restje boter verdwenen
was. Tegenwoordig zou men zeggen dat de schellen
hem van de ogen gevallen waren.
Toen zag hij pas echt in wat voor rare wereld
hij leefde en hoe merkwaardig zijn landgenoten
zich gedroegen. Hij probeerde erover te praten. Ze
lachten hem uit of werden boos.
Om niet op te vallen deed hij weer boter op
zijn hoofd en speelde het spel mee maar het leven
van een ongeboterde tussen boterhoofden valt niet
mee. Wat hem het meest aan het hart ging waren de
kinderen waar hij zoveel van zichzelf in herkende
en die hij overal om zich heen tot boterhoofden
zag verworden.
Hij werd argeloos als een duif en listig als
een slang en schreef uiteindelijk deze korte
handleiding over hoe je van boterhoofd weer mens
kunt worden.
Mda Calla
|