De bosman "Wat ben ik al groot, hè mama?", riep het
kleine dwergje Doddi.
Hij keek zijn moeder hoopvol aan.
Glimlachend keek zij naar haar kleine zoontje.
Die was nu oud genoeg om met de bosman mee te
gaan.
De bosman had een lange witte baard en was net zo
oud als het bos. Bovendien wist hij alles over het
bos en zijn bewoners.
Van wie kon de kleine Doddi alles beter leren dan
van de bosman?
Alle kleine kabouters die groot genoeg waren,
gingen in de leer bij de bosman.
Het belangrijkste wat de bosman hun leerde, was de
taal van de dieren. Die taal is voor kabouters
heel belangrijk.
Als je de taal van de dieren niet vloeiend
spreekt, word je nooit een goede kabouter.
Voordat Doddi' s mama afscheid nam, liep ze nog
met hem mee naar de plek bij de waterval, waar de
bosman één keer per jaar langskwam. "Luister goed
naar wat de bosman je vertelt.
Doe alles wat hij je zegt, spreek hem niet tegen
en leer vooral de eekhoorntaal goed", zei mama.
"Die is voor onze soort kabouters heel belangrijk.
Dag lieve jongen, over een jaar zien we elkaar
weer.
Vaarwel!" Stiekem veegde ze een traantje weg.
Ook Doddi ging bijna huilen, want het was voor de
eerste keer dat hij zo lang zijn moeder niet zou
zien.
Hij zwaaide tot ze uit het zicht verdwenen was.
Het werd stil om hem heen.
Alleen het ruisen van de waterval was te horen.
Nevelslierten trokken langzaam omhoog en de avond
spreidde zijn nachtelijke sluiers over het bos
uit.
Zou de bosman nog komen? vroeg Doddi zich af.
Misschien kwam hij helemaal niet meer vanavond.
Misschien kwam hij pas morgen.
Doddi wist niet wat hij moest doen, hij voelde
zich heel alleen.
Plotseling, net toen hij naar huis wilde gaan,
hoorde hij vanuit de verte belletjes luiden.
De bosman! dacht hij.
Dus toch! Eindelijk!
Doddi keek in de richting waar het geluid vandaan
was gekomen.
Even later verscheen in het licht van de maan een
grote, oude man.
Hij had inderdaad een lange witte baard.
Daarin zaten twee vogeltjes, lekker in de warmte.
De bosman droeg over zijn krachtige schouders een
wijde, groene mantel die versierd was met
belletjes.
Met een stok in zijn rechterhand en een jutezak in
zijn linker kwam de bosman op de kleine Doddi af.
Een heleboel dieren liepen om hem heen.
Hij keek heel vriendelijk toen hij het kleine
kaboutertje zag staan.
Toen bukte hij zich en zette Doddi zonder een
woord te zeggen op de jutezak, naast de bosuil.
Verder ging de reis en Doddi voelde zich opeens
heel veilig.
Hij had het gevoel dat hij thuis was gekomen.
Hier hoorde hij, bij de bosman, die net als een
oude sterke boom diepe wortels in het bos had.
Voordat de kleine kabouter in slaap viel, zag hij
nog dat de bosman uit de jutezak handenvol
bloemen- en plantenzaad pakte en ze met grote
gebaren door het maanverlichte bos strooide.
Dat doet de bosman dus ook al, dacht het
kaboutertje nog.
Maar toen viel hij echt in slaap.
Hij droomde dat hij de beste leerling van de
bosman werd.
En misschien werd hij dat ook wel!
Bron: Mijn
Leukste verhaaltjes
Auteur: Cristl vogl
Uitgeverij: Rebo Lisse
Isbn: 9036613272
|