Boskaboutertje en de koe

Er was eens een boskaboutertje en die heette Pinkelmans. Pinkelmans woonde al jaren in het bos en had nog nooit iets anders gezien dan het bos. Omdat Pinkelmans nieuwsgierig was wat er buiten het bos was besloot hij eens op reis te gaan. Hij pakte een paar boterhammen en een flesje drinken in en ging op reis. Het bos was erg groot dus moest hij lang lopen voor hij bij de rand van het bos kwam. Pinkelmans had flinke honger gekregen van het lopen. Dus ging hij aan de rand van het bos zitten en at zijn boterhammen op. Toen keek hij eens om zich heen en zag hoe groot de wereld eigenlijk was. Want Pinkelmans kon nooit ver kijken omdat het bos vol bomen staat. In de verte zag hij een boerderij liggen, dat had hij nog nooit gezien. Omdat hij de boerderij goed wilde bekijken ging hij op weg. Maar dat viel tegen want met zijn kleine kabouterbeentjes kon hij natuurlijk niet zo snel lopen en duurde het dus een hele tijd voor hij de boerderij bereikte. Toen hij er eindelijk was, was hij te moe om nog te willen rondkijken. Hij zag de stal gevuld met een berg hooi. Pinkelmans ging in het hooi liggen en viel direkt in slaap. De volgende ochtend schrok hij wakker omdat er aan zijn jasje werd getrokken. Hij sprong overeind en riep geschrokken:"Hee, wat gebeurd er". Toen hij goed keek zag hij voor zich een hele grote koeienkop. De koe was aan het eten en keek nu verbaasd naar het kleine kaboutertje in zijn eten. "Hela! ", riep Pinkelmans," U had mij bijna opgegeten". "Boeeeeeeeeeee" zei de koe,"Wat doe jij in mijn eten?". "Ik was hier in slaap gevallen" vertelde Pinkelmans,"maar ik ga maar weer eens". "Boeeeeeeeeee" zei de koe,"Wacht even,ik laat je zomaar niet weggaan". "Kaboutertjes kunnen toch toveren?" zei de koe. "Ja", zei Pinkelmans, "Maar daar heb ik nu geen zin in". "Boeeeeeeeee" zei de koe,"Maar dan eet ik je op". Daar had Pinkelmans natuurlijk geen zin in dus besloot hij de koe zijn zin te geven. Wat wilt u dat ik tover vroeg Pinkelmans aan de koe. "Boeeeeeeeee" zei de koe, "omdat ik geen kleren hebt wil ik dat je een mooie jurk voor me tovert". Om te kunnen toveren moest Pinkelmans iets van zichzelf gebruiken. Pinkelmans deed zijn muts af en vouwde die dubbel tussen zijn handjes,sprak een toverspreuk en de muts was weg en de koe had een mooie jurk aan. "Boeeeeeeee" zei de koe, "dat is een mooie jurk". "Zo" zei Pinkelmans "Dan ga ik nu maar eens". "Boeeeeeee" zei de koe, "We zijn nog niet klaar, ik heb nog meer nodig". "Wat heeft U dan nog meer nodig ?" vroeg Pinkelmans. "Boeeeeee" zei de koe, "Ik heb nu wel een jurk maar zo kan ik natuurlijk niet in een stal blijven wonen, ik heb een huis nodig". Pinkelmans schrok, dat was niet eenvoudig om zo'n groot ding te toveren, maar omdat hij bang was dat de koe hem zou opeten besloot hij het toch maar te doen. Pinkelmans trok zijn schoenen uit, zijn sokken en zijn trui en vouwde alles samen tussen zijn handjes, sprak daarbij een toverspreuk uit en de spullen verdwenen, maar verderop stond een prachtig huisje. "Boeeeeee" zei de koe, "Wat een mooi huisje, ik ben heel tevreden". "Goed zo" sprak Pinkelmans, " dan ga ik nu maar eens opstappen want ik moet nog ver". "Boeeeeee" zei de koe, "Niet zo snel kaboutertje, we zijn nog niet klaar, ik heb nu wel een jurk en een huisje, maar ik wil ook nog een auto waar mee ik uit rijden kan gaan". De tranen sprongen Pinkelmans bijna in zijn ogen, " wat een inhalige gemene koe" dacht hij bij zichzelf. Maar Pinkelmans durfde niet te weigeren omdat hij anders opgegeten zou worden door de koe. Een auto is ook best groot dus trok hij zijn broek uit en nam ook zijn zakdoek erbij, hij vouwde de spullen samen tussen zijn handjes en sprak weer de bekende toverspreuk. Nu had Pinkelmans niets meer, hij stond helemaal in zijn blote billetjes te bibberen van de kou, maar voor het huisje stond een prachtige auto. "Boeeeeee" zei de koe, "Wat een mooie auto, schitterend hoor" "Nou tot ziens dan maar" sprak Pinkelmans. "Boeeeeee" zei de koe, "Wacht even klein mannetje, we zijn nog niet klaar, ik heb nu wel een jurk, een huisje en een auto, maar ik wil ook nog een motorbootje waarmee ik uit varen kan gaan" Pinkelmans begon te snikken en zei:"Maar beste mevrouw koe, ik heb niets meer om mee te toveren" "Boeeeeee" zei de koe, "Als je niet tovert dan eet ik je op!" " Nou, dat moet dan maar", zei Pinkelmans, en deed zijn oogjes dicht. De koe nam Pinkelmans in zijn bek maar stak meteen zijn tong uit, "Bah!", riep de koe,"ik lust helemaal geen kabouterjes". Dat was alles wat het kleine kaboutertje wilde horen. Snel sprak hij een toverspreuk uit en alles veranderde weer terug naar de spulletjes van kabouter Pinkelmans. Alle dingen die de koe had laten toveren waren weer weg. Pinkelmans trok snel zijn kleertjes aan, zette zijn muts recht, snoot zijn neus in zijn zakdoek en trok een hele lange neus naar de koe, en ging weer op weg. De koe bleef teleurgesteld achter. "Boeeeeee" dacht de koe bij zichzelf, "De volgende keer als ik een kaboutertje in mijn eten vind, vraag ik wel een jurk, een huisje en een auto, maar nooit geen motorbootje meer".

EINDE.

Dit is mijn lievelingssprookje
Tanja