Bolleke de heks wil niet naar de kapper

In de meeste sprookjes zijn heksen lelijke oude vrouwtjes met een verkreukelde huid en harige moedervlekken op hun aangezicht. Ze dragen vieze oude zwarte kleren vol met gaten en winkelhaken. Ze eten hagedissensoep en kikkerpootjes en vliegen rond op een houten bezem. Maar wat veel mensen niet weten, is dat er ook goede heksen zijn. Heksen die 's nachts niet rondvliegen op hun bezems, maar in plaats daar van al de bossen schoonmaken. Ze ruimen al de rommel op die de mensen achterlaten. Ze zijn ook veel kleiner dan de heksen die wij kennen en ze hebben mooie lange zwarte haren die steeds netjes gewassen en gekamd zijn.
 
Bolleke is zo'n goede heks. Het is een lief klein dik heksje. Ze draagt een mooie rode jurk met blauwe bloemen. Ze leeft samen met wel tien andere heksen in het grote groene woud. Al de heksen uit het grote groene woud zien er elke dag weer prachtig uit. Hun haren netjes gekamd en keurig gestreken kleren aan. Bolleke de heks ziet er vandaag ook weer keurig uit. Alleen haar haren, daar moet ze echt iets aan doen.
 
Haar lange zwarte haren hangen tot op de grond en als ze goed wil kijken moet ze een gordijntje van haar haren maken. De andere heksen hebben haar al vaak duidelijk gemaakt dat het zo niet langer kan. Bolleke moet nu maar eens naar de kapper. Maar Bolleke durft niet naar de kapper. Ze is bang. Bang dat ze shampoo in haar ogen krijgt. Bang dat de kapper een stukje van haar oor zal knippen. Ze kan niet naar de kapper. Ze is veel te bang.
 
 
Bolleke is buiten haar was aan het ophangen, wanneer ze plots de grote bel hoort luiden. Dit betekent dat alle heksen zich moeten verzamelen op het grote plein. Bolleke pakt vlug haar wasmand op en zet hem in het schuurtje. Ze doet haar mantel om en rent vliegensvlug richting het grote plein. Van alle kanten komen er nu heksen aangelopen. Allemaal gaan ze richting het grote plein. Allemaal zijn ze reuze benieuwd wat de hoofdheks te vertellen heeft. Want de bel die ze gehoord hebben, is de bel van de hoofdheks.
 
Bolleke komt aan op het grote plein. Het plein staat vol van de heksen. In het midden van het grote plein staat, bovenop een grote boomstronk, de hoofdheks. De hoofdheks steekt haar armen omhoog. Alle heksen worden nu stil. Ze luisteren aandachtig naar de hoofdheks. De hoofdheks vertelt dat ze binnenkort jarig is en daarom geeft ze zaterdag eeen groot heksenfeest. Alle goede heksen mogen op het feest komen, als ze ten minste hun mooiste kleren aanhebben en als ze hun haren mooi geknipt en verzorgd hebben.

 
Wanneer de hoofdheks is uitgepraat, beginnen alle heksen tegen elkaar te praten. Ze vinden het allemaal geweldig. Een groot heksenfeest, dat is jaren geleden. Verschillende heksen besluiten om vandaag nog naar de kapper te gaan. Ze willen er zaterdag op hun paasbest uit zien. Iedereen is blij, behalve Bolleke. Bedroefd kijkt ze naar beneden. Stilletjes wandelt ze terug naar huis. Niemand merkt haar op. Iedereen kan naar het feest, behalve zij. Zij zal de enige heks zijn die niet op het feest aanwezig zal zijn. En waarom niet ? Omdat zij bang is van de kapper. En met haar lange zwarte haren mag zij niet op het feest komen. Dat heeft de hoofdheks zelf gezegd.
 
Thuis aangekomen, begint Bolleke haar huis te poetsen. Zo hoeft ze niet steeds aan het feest te denken. Maar het lukt niet echt. Het feest blijft maar in haar hoofd rondspoken. Er moet toch een manier zijn om van haar angst af te komen ? Bolleke tobt een hele dag. Ze wordt er zo moe van dat ze 's avonds al vroeg in haar bed kruipt. Ze probeert de slaap te vatten, maar dat lukt niet echt. Ze draait voortdurend heen en weer. Ze wil zo graag naar het feest, maar ze kan niet. Ze kan niet omdat ze bang is van de kapper. Ze kan niet omdat de hoofdheks heeft gezegd dat er geen heksen op het feest mogen komen met veel te lange zwarte haren. Maar dan opeens springt Bolleke uit haar bed. Ze heeft een grandioos idee.
 
Ze doet haar wollen kamerjas aan en schuift haar blote voeten in de rood geel geruite pantoffels. Ze stapt haar slaapkamerdeur door richting de keuken en zo door de buitendeur naar buiten. Wat gaat Bolleke doen? Het is nog veel te vroeg om het bos te gaan schoonmaken. Dat gebeurt pas een uur voor zonsopgang. Buiten is de lucht donkerblauw gekleurd. De maan en de sterren belichten het pad waarover Bolleke wandelt. Het pad leidt Bolleke naar het huis van de grote tovenaar. Bolleke heeft besloten om naar de grote tovenaar te gaan. Hij kan haar vast en zeker helpen. Hij heeft steeds een oplossing voor elk probleem.
 
Bolleke wandelt vlug door. Ze vindt het toch een beetje eng, zo alleen in het donkere bos. De takken op de grond kraken onder haar pantoffels. Af en toe hoort ze het geluid van de klaarwakkere uilen die op zoek zijn naar hun prooi. Maar haar besluit staat vast, ze gaat naar de grote tovenaar, ook al moet ze hier in het donkere bos rondlopen. Het pad wordt nu steeds smaller en de takken van de bomen lijken een soort dichte poort te vormen waar je niet door kunt. Bolleke geeft echter niet op. Met haar handen duwt ze de takken opzij. En daar in de verte ziet ze het huis van de grote tovenaar. Het huis is wit geschilderd en het dak is helemaal paars gekleurd. Uit de schoorsteen komen grote rookwolken. Dat is een goed teken voor Bolleke. Dat betekent dat de grote tovenaar nog niet in bed ligt.
 
Bolleke begint nu heel hard te lopen. Het is hier zo donker dat ze zo vlug mogelijk bij het huis van de grote tovenaar wil zijn. Eindelijk ze is er. Bolleke trekt aan de grote bel . Ze wacht even, maar het duurt niet lang voordat de grote tovenaar de deur opendoet. Hij kijkt verbaasd op, wanneer hij Bolleke de heks voor zijn deur ziet staan. Hij laat haar binnenkomen en biedt haar een stoel aan. Zelf gaat hij op zijn schommelstoel zitten om te luisteren naar het verhaal van Bolleke de heks. Bolleke vertelt de grote tovenaar het hele verhaal. Over het feest van de hoofdheks en over haar angst voor de kapper.
 
Wanneer Bolleke de heks is uitgepraat, begint de grote tovenaar een beetje te lachen. Hij snapt gewoon niet hoe een heks bang kan zijn van de kapper. Maar wanneer hij aan haar gezicht ziet, dat het echt zo is, besluit hij haar te helpen. De grote tovenaar vertelt aan Bolleke dat hij vroeger als kind ook bang was van de kapper. Hij was ook bang dat hij van die vieze prikkende shampoo in zijn ogen zou krijgen en dat de kapper een stukje van zijn oor zou knippen. Maar dat gebeurde nooit, want die lieve kapper gebruikte babyshampoo en babyshampoo prikt niet. En wanneer de kapper de haren van de grote tovenaar knipte die vlakbij zijn oor groeide, duwde hij met één vinger het oor opzij, zodat hij er netjes langs kon knippen. Nee, de grote tovenaar is er zeker van. Bolleke hoeft echt niet bang te zijn voor de kapper.
 
Bolleke is nu helemaal gerustgesteld. Ze weet het nu zeker : morgen gaat ze naar de kapper. Ze bedankt de grote tovenaar en ze staat recht om terug naar huis te vertrekken. Maar de grote tovenaar vindt dat het al veel te laat is. Bolleke moet maar blijven slapen en dan kan ze morgenvroeg na het ontbijt meteen naar de kapper. Terwijl de grote tovenaar het logeerbed klaarmaakt, drinkt Bolleke de heks nog vlug een kopje warme chocolademelk. Dan bedankt ze de grote tovenaar nog een keer om vervolgens in het warme bed te kruipen. De grote tovenaar dooft al de kaarsen nog om daarna ook in zijn groot goudgekleurd hemelbed te kruipen.
 
De volgende morgen worden de grote tovenaar en Bolleke de heks gewekt door het getsjilp van verschillende mussen. Samen eten ze nog een lekker ontbijt, maar dan is het echt tijd om te vertrekken. Maar dat doet Bolleke de heks niet zonder de grote tovenaar wel honderd keren te bedanken. Hij zegt dat het niets is en wenst haar veel plezier op het grote verjaardagsfeest. Vrolijk huppelt Bolleke de heks terug richting het heksendorp. Ze gaat niet naar huis, ze wandelt recht naar het huis van de heksenkapper. Daar zitten enkele heksen die hun haar ook laten knippen voor het grote feest. Ze kijken verbaasd op, wanneer ze Bolleke de heks zien binnenkomen. Ze lijken zich af te vragen wat Bolleke hier komt doen. Zij is toch bang van de kapper?
 
Bolleke trekt zich niets aan van al dat gestaar, zet zich neer op een stoel en wacht rustig haar beurt af. Wanneer de kapper haar roept, gaat ze heel gewoon op de kappersstoel zitten. De arme kapper begrijpt er ook niks van. Dit is toch Bolleke de heks ? Dit is toch de heks die doodsbang is van de kapper ? Bolleke vindt dat het nu wel heel lang duurt en vraagt of de kapper nu eindelijk eens kan beginnen. De kapper neemt het hoofd van Bolleke en legt het rustig achterover. Met de sproeier maakt hij de haren van Bolleke nat. Bolleke vraagt of de kapper babyshampoo wil gebruiken, want die prikt niet in haar ogen. Dat is geen enkel probleem.
 
De kapper pakt de gele fles, knijpt erin en een klein toefje shampoo valt op het hoofd van Bolleke. Voorzichtig begint de kapper de haren van Bolleke te wassen. Hij wil haar zeker geen pijn doen. Daarna spoelt hij al de shampoo weer uit de haren van Bolleke. Ze houdt haar ogen gewoon open, het water stroomt langs haar gezicht, maar ze voelt helemaal niets. De grote tovenaar had gelijk : babyshampoo prikt niet in de ogen.
 
De kapper droogt haar haren af en neemt een kam om haar haren mooi te kammen. Dan neemt hij de schaar uit de zak van zijn schort. Nu gaat het echte werk beginnen, de haren van Bolleke worden geknipt. Bolleke volgt alles mee in de spiegel. Ze ziet de plukken haar naar beneden vallen. De kapper is bijna klaar. Hij moet alleen nog even langs de oren knippen. Dit vindt Bolleke toch wel een beetje eng en ze besluit haar ogen te sluiten.
 
'Zo, je bent klaar.', antwoordt de kapper. 'Nu al ? En ik heb niks gevoeld ?', vraagt Bolleke de heks. 'Nee natuurlijk niet,', lacht de kapper, 'ik knip haren, geen oren.' Bolleke betaalt de kapper en dan stapt ze trots naar buiten met haar fris geknipt kopje. Al de heksen die ze tegenkomt, kijken haar vol bewondering aan.
 

door Christel Kivit