Het boertje in
de hemel Eens op een keer was er een arm, heel vroom
boertje gestorven, en hij kwam toen voor de poort
van de hemel. En tegelijkertijd is er een heel erg
rijke heer geweest en die wou óók de hemel in.
Daar kwam Sint Pieter met de sleutel, en hij doet
open en laat de heer binnen, maar het boertje had
hij, naar 't scheen, niet gezien, en meteen ging
de poort weer dicht.
Nu kon 't boertje van buiten horen, hoe de
meneer met alle mogelijke vreugde in de hemel werd
opgenomen en hoe ze daarbinnen muziek maakten en
zongen. Tenslotte werd het weer stil, en daar kwam
Sint Pieter weer, en hij maakte de poort van de
hemel open, en liet 't boertje nu ook binnen. Nu
meende het boertje dat er nu ook muziek en zang
zou zijn, nu hij daar kwam, maar alles was en
bleef stil; ze namen hem wel met alle mogelijke
liefde op, en de engelen kwamen hem tegemoet, maar
zingen deed er niemand.
Nu vroeg het boertje aan Sint Pieter, waarom ze
bij hem niet zongen, zoals bij die rijke heer; het
ging dan toch, vond hij, in de hemel ook niet
eerlijk toe, net als op aarde. Toen zei de heilige
Petrus: "Nee vrind, je bent ons net zo lief als al
de anderen, en je zult van alle hemelse vreugden
genieten net als die rijke meneer, maar kijk es,
arme boertjes zoals jij die komen er hier in de
hemel elke dag; maar zo'n rijke meneer, die komt
er hierboven maar eens in de honderd jaar!'
EINDE
Toelichting:
Dit sprookje is een
illustratie van Mattheus 19: 24, Markus 10: 25,
Lukas 18: 25. 'Het is gemakkelijker dat een kameel
gaat door het oog van een naald dan dat een rijke
het Koninkrijk Gods binnengaat.'
Bron:
"De sprookjes van Grimm;
volledige uitgave" vertaald door M.M. de
Vries-Vogel. Unieboek BV - Van Holkema &
Warendorf, Weesp, 1984.
|