Belle en het
Beest Er was eens een koopman die op weg ging naar de
markt en hij vroeg elk van zijn drie dochters wat
hij voor ze mee kon nemen als cadeau. De eerste
dochter wenste een jurk van brokaat, de tweede een
parelketting, maar de derde, het jongste, mooiste
en aardigste meisje van de dochters die Belle
heette, wenste alleen een roos, maar haar vader
moest hem wel zelf plukken.
Toen de koopman al zijn zaken gedaan had, ging
hij naar huis. Op de weg naar huis begon het te
stormen en zijn paard kon de weg niet meer zien.
De koopman had het koud en hij was moe en hij was
al zijn hoop verloren toen hij in de verte een
lichtje zag. Dichterbij gekomen zag hij dat het
een kasteel was.
'Ik hoop dat ik hier deze nacht mag blijven'
dacht de koopman. Hij zag dat de deur open was,
maar toen hij schreeuwde, kwam niemand hem
begroeten. Hij verzamelde al zijn moed en ging
naar binnen. Nog een keer riep hij of er iemand
thuis was, maar niemand antwoordde. Op de tafel in
de hal stond een uitgebreid avondmaal. Nadat de
koopman voor de laatste keer geroepen had, ging
hij hongerig aan de tafel zitten en hij at tot hij
niets meer op kon.
De koopman was erg nieuwsgierig geworden en hij
ging op onderzoek uit. Eerst keek hij in alle
kamers op de begaande grond en toen hij daar
niemand kon vinden ging hij de trap op en kwam in
een lange hal met deuren aan beide kanten. De
eerste kamer waarvan hij daar de deur opendeed was
warm en er stond een opgemaakt bed. In de
openhaard brandde een klein vuur. De koopman was
erg moe en ging liggen op het bed. Hij viel al
snel in slaap.
De volgende morgen stond er een dampende kop
koffie naast zijn bed en in een schaal lagen
verschillende soorten fruit.
De koopman dronk de koffie en at van het fruit
en ging daarna naar beneden om zijn gastheer te
bedanken. Maar beneden kon hij niemand vinden. Hij
wilde graag naar huis en liep de tuin in naar zijn
paard, dat hij de avond daarvoor in de tuin aan
een boom had vastgebonden. En toen hij bij zijn
paard stond, zag hij een enorme rozenstruik.
Pas toen bedacht hij dat hij Belle had beloofd
om een roos voor haar mee te nemen. Hij was het
helemaal vergeten en hij liep naar de struik toe
om een roos voor haar te plukken. Maar op dat
moment sprong uit de bosjes een enorm beest. Hij
gromde: 'Ondankbare man! Ik gaf je onderdak en
eten en als dank steel je bloemen uit mijn tuin!
Ik zal je moeten doden...' Trillend van angst viel
de koopman voor het beest op zijn knieën. 'Vergeef
me! De bloem was niet voor mij, hij was voor mijn
dochter! Ik had haar beloofd een roos mee te nemen
van mijn reis. Ik zal alles doen wat je me zegt,
maar dood me alsjeblieft niet!' Het beest tilde de
man aan zijn kleren op. 'Ik zal je leven sparen,
maar onder één voorwaarde. Je moet je dochter naar
mij toe sturen.' De verschrikte koopman was zo
bang dat hij onmiddellijk toegaf. Hij beloofde
zijn dochter te sturen. Daarna reed hij in tranen
naar huis en toen hij thuis kwam renden zijn
dochters op hem af. Nadat hij hen alles had
verteld zei zijn dochter: 'Natuurlijk zal ik gaan,
ik zal je belofte houden en naar het beest toe
gaan. Breng me naar zijn kasteel. Ik zal er
blijven om je leven te redden.' De koopman
knuffelde zijn dochter en bracht haar naar het
kasteel. De koopman verwachtte dat het beest erg
onaardig voor zijn dochter zou zijn, maar hij deed
juist heel vriendelijk tegen haar.
De eerste dagen was Belle bang voor het beest,
ze vond hem lelijk en keek liever een andere kant
op als hij in de buurt was. Maar het duurde niet
lang voordat ze merkte dat het beest wel erg
aardig tegen haar was. Ze sliep in de mooiste
kamer van het kasteel en ze kon daar uren zitten,
voor het vuur. Het beest zat dan vaak in dezelfde
kamer en keek dan naar haar, totdat hij tegen haar
begon te praten. Belle en het beest praatten veel
met elkaar en Belle vond de gesprekken eigenlijk
wel leuk. Het duurde niet lang voordat Belle en
het beest goede vrienden waren geworden. En op een
dag vroeg het beest aan Belle of ze met hem wilde
trouwen... Dat had Belle niet verwacht. Ze wist
niet goed wat ze moest zeggen. Trouwen met zo'n
lelijk beest? Ze ging nog liever dood! Maar omdat
ze het beest niet wou kwetsen en omdat hij altijd
aardig tegen haar en haar vader was geweest zei
ze: 'Ik kan nog niet ja zeggen, ik zou graag...'
en het beest onderbrak haar zin en zei: 'Ik ben
niet boos, ik snap het wel.' En het leven in het
kasteel ging net zo door als het was geweest.
Op een dag kreeg Belle een spiegel van het
beest. Het was geen normale spiegel, want als ze
erin keek, kon ze haar familie zien. 'Nu zal je je
niet meer zo alleen voelen.' Zei het beest toen
hij het haar gaf.
Belle keek elke dag uren naar haar familie.
Maar ze werd steeds bezorgder en op een dag zat
Belle te huilen bij de spiegel. Het beest zag het
en vroeg wat er aan de hand was. 'Mijn vader is
stervende', zei Belle, 'Ik wou dat ik bij hem kon
zijn.'
'Nee!'zei het beest en hij liep weg, maar later
kwam hij terug en zei: 'Je mag naar je vader gaan,
als je me beloofd dat je over zeven dagen weer
terug bent.'
Maar toen ze thuis kwam, merkte Belle dat haar
vader ziek was geworden omdat zij bij het beest in
het kasteel moest leven. Toen hij Belle zag, ging
het direct al stukken beter. Belle bleef bij zijn
bed zitten en vertelde haar vader hoe ze leefde in
het kasteel. De dagen vlogen voorbij en aan het
einde van de week kon de koopman alweer uit zijn
bed. Belle was erg blij, maar ze had niet gemerkt
dat de zeven dagen alweer voorbij waren.
Die nacht had Belle een nachtmerrie over het
beest. Hij was erg ziek en vroeg haar om terug te
komen. Met een schok werd Belle wakker en ze reed
zo snel ze kon naar het kasteel. Toen ze daar
kwam, vond ze het beest op zijn bed en het leek
alsof hij al dood was.
Belle huilde en omhelsde het beest en zie tegen
hem: 'Ga alsjeblieft niet dood, ik zal met je
trouwen...' En op dat moment veranderde het beest
in een mooie jonge man.
'Ik heb hier zo lang op gewacht!' zei hij tegen
Belle. 'Ik was betoverd en ik kon niemand
vertellen dat ik betoverd was. De enige die de
betovering kon verbreken, was een meisje dat echt
van me hield. Alleen dan zou ik weer worden wie ik
ooit was.' Vlak daarna trouwden ze en vanaf dat
moment groeiden er alleen nog maar rozen in de
tuin van het kasteel. En Belle leefde met haar man
nog lang en heel gelukkig.
geschreven door
Giambattista Basile
|