Anansi koopt de verhalen van de hemelgod

Op een dag ging Kwaku Anansi de spin bij de hemelgod Nyankopon op bezoek omdat hij diens verhalen wilde kopen. Een beetje verstoord sprak de hemelgod: "Waarom denk je dat uitgerekend jij ze kan kopen?" - "Ik weet dat ik daartoe in staat ben," snoefde de spin zelfverzekerd. "Grote machthebbers als Kokofu, Bekwai en Asulmengya zijn hier geweest," brieste Nyankopon, "maar zelfs zij waren niet in staat om mijn verhalen te kopen. En een onnozel spinnetje als jij zou dat wet kunnen?" - "Reken maar. Vertel me eerst eens wat die verhalen van jou moeten kosten." - "Je kunt ze alleen krijgen in ruil voor Onini de python, Osebo de luipaard, Mmoatia het elfje en Mmoboro de horzel." De spin sprak resoluut: "Is dat alles? Ik zal het komen brengen. En je krijgt Nsia, mijn oude moeder, op de koop toe." - "Afgesproken," besloot de hemelgod.

Kwaku Anansi keerde naar huis terug en zei tegen zijn moeder: "Ik wil de verhalen van Nyankopon de hemelgod kopen. Hij wil dat ik hem daarvoor Onini de python, Osebo de luipaard, Mmoatia het elfje en Mmoboro de horzel geef. Ik heb hem jou als extraatje beloofd." Hij vroeg aan zijn vrouw Aso: "Hoe moeten we Onini de python verschalken?" Ze antwoordde: "Snij een tak van de palmboom en zoek een eindje touw. Breng dat hier." Kwaku Anansi deed wat hem gezegd was. "Ga er nu mee naar de stroom en dan moet je zwzwzw..." Aso fluisterde hem haar goede raad in het oor.

Terwijl onze vriend naar de stroom liep mompelde hij voortdurend: "De tak is langer dan hij, zei ze! Wat weet zij ervan? Hij is langer dan de tak." Plotseling stond hij oog in oog met Onini. Die siste: "Wat loop jij daar in jezelf te murmelen?" - "Ik murmel niet," antwoordde de spin, "ik had ruzie met mijn vrouw. Ze zegt dat die tak langer is dan jij, maar ze liegt. Ik geloof dat jij veel langer bent." De python voelde zich gestreeld in zijn ijdelheid en sprak: "Meet me maar." Kwaku Anansi legde de tak op de grond en zei: "Ga er naast liggen en strek je zover mogelijk uit." Toen Onini dat gedaan had bond de spin hem vliegensvlug aan de tak. Het klonk als "nwenene, nwenene, nwenene!"

"Ik draag je naar de hemelgod, ouwe gek," lachte de spin, "ik ruil je tegen zijn verhalen." Nyankopon nam de python in ontvangst en zei plechtig: "Mijn hand heeft hem aangeraakt. Nu blijft nog over wat nog overblijft." Kwaku Anansi ging terug naar zijn vrouw en vertelde haar zijn wedervaren. "Nu Mmoboro de horzel," zei hij. Opnieuw gaf Aso hem goede raad: "Neem een kalebas, vul die helemaal met water en vertrek ermee."

Kwaku Anansi liep met zijn kalebas het woud in en zag daar een zwerm horzels. Hij sprenkelde er een beetje water overheen. De rest van het water goot hij uit over zichzelf. Daarna bedekte hij zijn hoofd met een bananenblad en riep: "Hé jullie daar, als jullie willen schuilen voor de regen, kom dan maar gerust in mijn kalebas." - "Dank je wel, broeder," antwoordden ze, "je bent een ware vriend." Zo vlug hij kon sloot onze spin zijn kalebas af. "Sufferds," juichte hij, ik breng jullie naar de hemelgod om zijn verhalen te krijgen." Opnieuw sprak Nyankopon: "Mijn hand heeft hen aangeraakt. Nu blijft nog over wat nog overblijft."

Na zijn terugkeer vroeg Kwaku Anansi aan zijn vrouw: "Hoe ben ik Osebo de luipaard te slim af?" Aso antwoordde: "Graaf een diepe put en..." - "Stop," onderbrak haar man haar, "ik heb je al begrepen. Een leep plan!" Kwaku Anansi liep naar het pad waarlangs de luipaard 's morgens op jacht ging, groef er een diepe put en bedekte die met bladeren. De volgende ochtend, heel vroeg, ging onze vriend kijken en inderdaad, er zat een luipaard in de put. Anansi sprak: "Daar zit je mooi, vriendje. Moet je maar niet bij nacht en ontij met je dronken kop door het bos waggelen. Jij bent toch het loeder dat mij en mijn kinderen achternazit zodra je de kans krijgt?" - "Ik? Zoiets zou ik nooit doen!" wierp de luipaard tegen. Maar Anansi sneed twee takken af en bond er de luipaard aan vast. "Daar gaan we dan," zei hij, "je moet mee naar de hemelgod. Ik ruil je voor verhalen." Nyankopon reageerde weer op dezelfde manier: "Mijn hand heeft hem aangeraakt. Nu blijft nog over wat nog overblijft."

Toen Anansi weer thuis was maakte hij een zware houten pop en wreef die in met kleverige hars. Hij bereidde eto van gestampte yam en vulde er de hand van de pop mee. De rest deed hij in een koperen schaal. Hij bond een touwtje aan de pop en zette haar aan de voet van een odum-boom, waar de elfjes zo graag komen. Eentje liep naar de pop en vroeg: "Mag ik een hapje van je eto?" Kwaku Anansi trok aan het touwtje en het leek alsof de pop zachtjes ja knikte. Toen het eten op was bedankte het elfje de pop. Omdat die niets terug zei dacht het elfje dat de pop sliep. Ze wilde haar zachtjes aan haar schouder wakker schudden, maar bleef natuurlijk kleven. Hoe meer ze worstelde om los te komen, hoe uitzichtlozer het allemaal werd. Op den duur zat ze met haar hele lijf vast aan die stomme pop! Haar zusje kwam haar helpen, maar binnen de kortste keren zat die ook vastgeplakt. Anansi bond haar vast en nam haar mee. Ze gingen naar Anansi's huis om zijn moeder op te pikken en ze liep mee naar het huis van Nyankopon de luchtgod. Kwaku Anansi zei plechtig: "Hemelgod, ik breng je het elfje en mijn moeder. Dit is wat we overeenkwamen in ruil voor je verhalen."

Nyankopon riep alle leiders en de ouderen samen om te overleggen. "Hele grote koningen hebben me bezocht en wilden de verhalen van me kopen. Geen van hen kon de prijs betalen. Maar nu heeft Kwaku Anansi mij Onini de python, Osebo de luipaard, Mmoatia het elfje en Mmoboro de horzel gegeven. Nsia, zijn oude moedertje, krijg ik er zelfs bij. We moeten zijn lof zingen." - "Eee!" riepen de ouderen instemmend. "Kwaku Anansi," ging de hemelgod verder, "ik overhandig je de verhalen die vanaf vandaag niet langer de verhalen van de hemelgod heten, maar de verhalen van de spin."

En daarmee zijn mijn verhalen afgelopen. Ik hoop maar dat jullie ze rondvertellen, zodat ze een eigen leven kunnen gaan leiden. En misschien krijg ik ze dan vroeg of laat zelf nog eens te horen.

EINDE