Anansi en de
zilveren bal Toen de tijd de tijd was, had Anansi zes zonen. De
oudste zoon heette Zie Gevaar, de tweede Maak
Wegen. De naam van de derde zoon was Drink
Rivieren, en Wildstroper die van de vierde. De
vijfde zoon noemde zich Gooi stenen. Kussen was de
jongste zoon. Het waren prima kinderen. Op een dag
was Anansi op reis, ver van huis. Langs de kant
van zijn pad zag hij een prachtige zilvergloeiende
bal. "Die moet ik hebben om mee naar huis te
nemen", zei hij tegen zichzelf. Hij wilde de
prachtige bal oppakken, maar deze rolde van de weg
af en viel in de rivier. Anansi sprong er direct
achteraan en dacht hem te kunnen grijpen. Op dat
moment slokte een enorme vis Anansi in een keer
op.
Thuis ondertussen sloot de oudste zoon z'n
ogen, en omdat zijn naam Zie Gevaar was kon hij
zien wat er met zijn vader gebeurde. "Vader is
opgeslokt door een vis!" riep hij. "Het kost dagen
om door het oerwoud te gaan om daar te komen! Hij
is verloren." Maak Wegen zei: "Kom achter me aan!"
En daar begon hij een weg door het bos te maken.
Ze reisden heel snel over de weg. Toen ze bij de
rivier kwamen, schreeuwde Maak Wegen: "Maar hoe
vinden we vader nou terug in de rivier?" Drink
Rivieren nam een enorme slok. Weg was de rivier,
alles wat er overbleef was een enorme vis op het
droge. Drink Rivieren schreeuwde het uit: "Hoe
krijgen we vader uit de vis?" Wildstroper was er
natuurlijk ook. Hij liep naar de vis en sneed hem
open van kop tot staart. En Anansi was vrij.
Daar stond hij met de zilveren steen in zijn
hand. Opeens vloog er een valk op hen af en de
valk nam Anansi en de steen in zijn bek mee en
vloog omhoog. Gooi Stenen richtte en gooide een
groot stuk rots naar de valk. De steen raakte de
valk zo hard dat hij Anansi los liet. "Vader valt
op de grond en gaat dood!" riep Gooi Stenen. Maar
de jongste zoon, Kussen, liep naar de plek waar
Anansi zou neer komen en zorgde er voor dat zijn
vader zachtjes neer kwam. Daar stond Anansi dan,
en hij hield de zilveren gloeibal voor zich uit.
"Ik wil dit geven aan de zoon die mij gered heeft.
Maar wie van de zes verdient hem het meest? Zonder
Zie Gevaar had niemand geweten dat er iets gebeurd
was. Zonder Bouw Wegen waren jullie niet op tij
bij mij gekomen. Zonder Drink rivieren hadden
jullie de vis nooit gevonden. Zonder wild stroper
had ik nu nog in de buik van de vis gezeten.
Zonder Gooi Stenen zou ik nu zijn meegenomen door
de valk. En zonder Kussen was ik nu dood geweest.
Ik vraag het aan de hemelgod Nyankopon. Hij zal
wel weten wat er gedaan moet worden."
Anansi ging dus naar de god van de hemel.
Nyankopon nam de bal en zei: "Ja ik weet wat er
gedaan moet worden. Hij nam de bal en zette hem
hoog in de lucht. Hij zette hem zo dat iedereen
hem altijd kan zien, soms een klein stukje maar
ook vaak helemaal. De bal is er nog steeds. Hij
zal er altijd zijn. Hij is daar vanavond...
EINDE
Rens de Vette
(verteller)
|