Anansi - Een
half dorp voor twee kippen Heel lang geleden wilde Meester Superspin Anansi
de Gouverneur van zijn land verrassen met een half
dorp. "Als u mij twee kippen geeft, kom ik terug
met een half dorp," zei hij. "Dat wil ik wel eens
zien," lachte de Gouverneur. "Is dat alles wat je
nodig hebt? Twee kippen?" - "Nou nee..." aarzelde
Anansi. Daar heb je het al, dacht de Gouverneur.
"Doet u er maar een van uw jassen bij, en eh...
een van uw steekhoeden, en eh... een van uw sabels
en een van eh..." - "Mijn medailles?" vroeg de
Gouverneur spottend. "Zuiver," zei Anansi, "een
van uw medailles en een van uw boten. Dat is
alles."
De Gouverneur vond dat het meeviel en de
volgende ochtend peddelde Anansi weg in een kleine
roeiboot die ze in Suriname korjaal noemen. De zon
scheen, de rivier was spiegelglad en langs beide
oevers luisterden groene bomen naar een zingende
spin, die twee kippen in zijn bootje had:
"Pagaai, doe je werk
Anansi is niet sterk
Anansi is een slimme spin
Iedereen trapt erin
Waarin
Daarin
Anansi krijgt zijn zin."
Tegen twee uur had hij er genoeg van. De zon was
beter en beter geworden en hij had lamme armen
gekregen van het roeien. Ik moet me maar eens
laten uitnodigen, dacht Anansi, hier moet ergens
een dorp liggen. Hij begon extra hard te zingen en
trok op die manier de aandacht van de
dorpsbewoners. "De Gouverneur! De Gouverneur!"
riepen ze enthousiast. "Komt u bij ons op bezoek?"
- "Geen tijd!" schreeuwde Anansi over het water.
De mensen sprongen in hun korjalen en pagaaiden
naar hem toe. "Welkom, Gouverneur! Kom alstublieft
aan wal. U bent zo lang niet bij ons op bezoek
geweest."
"Zien jullie niet dat ik de Gouverneur niet
ben," mopperde Anansi. "Ik ben zijn adjudant en ik
moet deze kippen naar een vriend van hem brengen.
Die woont verderop en zijn zoon is ziek en hij kan
slechts genezen als hij kippesoep eet."
Maar de dorpsbewoners hielden aan en
uiteindelijk liet Anansi zich overhalen. "Is er
iemand die voor de kippen van de Gouverneur kan
zorgen?" Natuurlijk wilde iederéén voor ze zorgen.
"Maar dit zijn heel bijzondere kippen," legde
Anansi uit. "Ze slapen alleen maar bij ganzen."
Geen probleem! De kippen bij de ganzen; eten,
drinken, een dansfeest, een eigen hut voor Anansi!
Toen het feest zijn hoogtepunt bereikte en
iedereen op de dansvloer was, sloop Anansi naar
het ganzenhok, greep de twee kippen en draaide ze
de nek om. Terug op het feest zei hij dat hij moe
was en ging slapen. Hij wilde de volgende morgen
vroeg vertrekken.
Om zes uur stond Anansi al bij zijn boot en
riep: "Wie haalt mijn kippen voor me?" Iedereen
schrok zich dood toen een jongetje met twee dode
kippen aan kwam zetten. Anansi deed of hij
flauwviel. "Ik ben verloren!" riep hij dramatisch.
"Er is nog niets verloren," zei iemand, "we kunnen
u twee andere kippen geven." Anansi begon te razen
en te tieren: "Ik wil m'n eigen kippen, de kippen
van de Gouverneur. Hoe kunnen jullie me twee van
jullie kippen aanbieden... Als het nou nog ganzen
waren!"
Ganzen? Wilde Anansi liever twee ganzen? Maar
natuurlijk kon hij twee van hun ganzen krijgen. Zo
vertrok de slimme spin met twee ganzen in zijn
korjaal en weer klonk zijn lied:
"Pagaai, doe je werk
Anansi is niet sterk
Anansi is een slimme spin
Iedereen trapt erin
Waarin
Daarin
Anansi krijgt zijn zin."
In de middag bereikte hij een ander dorp en weer
liet Anansi zich smeken om aan wal te komen. "Als
jullie niet goed voor mijn ganzen kunnen zorgen,
blijf ik niet. Het zijn heel bijzondere ganzen,"
legde hij uit, "ze zijn van de Gouverneur en ze
slapen alleen bij varkens." En wat brachten ze hem
de volgende morgen? Twee dode ganzen! Anansi wist
zogenaamd van niets, Anansi viel flauw, Anansi
raasde en tierde totdat... hij twee varkens kreeg.
Toen vertrok hij.
In het dorp dat hij later die middag aandeed,
eiste hij dat de varkens van de Gouverneur bij de
koeien werden ondergebracht. Toen dat was gebeurd,
wilde hij wel feestvieren, eten, drinken en
dansen. Tegen twaalf uur wilde hij nog even naar
zijn varkens kijken; nee, niemand hoefde met hem
mee. Toen hij terugkwam, zei Anansi dat ze het
goed maakten en dat hij nu ging slapen want hij
moest weer vroeg op. Ze maakten het helemaal niet
goed, die twee varkens. Anansi had ze gedood! Zo
kon hij de volgende ochtend weer zijn toneelstuk
opvoeren dat hij nog zo gezegd had, dat... dat de
Gouverneur niet alleen hem maar het gehele dorp
zou straffen... dat die varkens vannacht om twaalf
uur nog kerngezond waren... dat het hun schuld
was: hij had willen doorvaren, zij hadden zo nodìg
feest willen vieren.
"U kunt twee andere varkens krijgen!" - "Wàt
twee andere varkens. Als het nou nog een koe was!"
En zo voer Anansi weg met de vetste koe van het
dorp. Maar dat viel tegen... Met dat dikke beest
in zijn bootje kwam Anansi nauwelijks vooruit, hoe
hij ook pagaaide en pagaaide... En wat was dat? Er
kwam water in zijn korjaal! Snel peddelde Anansi
naar de oever. "Eruit!" gilde bij tegen de koe die
het bos in vluchtte. "Donkedam!" vloekte Anansi.
"Stomme koe! Maar wat moet ik nu doen?"
Terwijl hij somber voor zich uit staarde,
vingen zijn oren het gehuil van een
begrafenisstoet op. Anansi kroop achter een boom
en wachtte tot de begrafenis voorbij was. Toen
iedereen weg was, rende hij naar het graf en groef
de kist op, waarin hij een kinderlijkje aantrof.
Dood is dood, dacht Anansi, maar ik moet verder.
Het schemerde reeds toen Anansi met het zieke
zoontje van de Gouverneur het volgende dorp
bereikte. Dat zei hij, ja, dat de Gouverneur hem
had opgedragen diens zieke zoontje naar de dokter
verderop te brengen. Omdat het al donker begon te
worden, wilde hij wel in dit dorp overnachten, als
zij hem en het zieke kind een rustige hut gaven.
Het was doodstil in het dorp, iedereen liep op
zijn tenen en probeerde niet te hoesten of te
kuchen. Fluisterend vroeg de vrouw van het
Dorpshoofd of het kleintje van de Gouverneur niet
een beetje bananenmeel-pap lustte. "We kunnen, het
proberen," zei Anansi. "Breng maar een grote kom,
dan zal ik hem hapje voor hapje voeren." Wat was
iedereen blij toen Anansi even later een lege kom
buiten zette. "Het smaakte hem," zei Anansi en hij
loog niet; het had hèm gesmaakt!
Een uurtje later kwam de vrouw van het
Dorpshoofd een bord je tajer-soep brengen. Ook dat
at Anansi smakeliik op, maar intussen zag hij wel
zijn kans. Je hebt namelijk eetbare èn giftige
tajers, net zoals bij paddestoelen. Dus gilde
Anansi even later dat het zoontje van de
Gouverneur was overleden en dat het door de soep
kwam. "Maar hij was toch al ziek..." probeerde het
Dorpshoofd nog.
Anansi beet zo hard op zijn onderlip dat die
opzwol. "Dan was mijn lip zeker ook ziek? Hoe
denkt u dat ik aan deze dikke lip kom? Dat is
gebeurd toen ik proefde of de soep niet te heet
voor het kind was." Nu begon het Dorpshoofd Anansi
te smeken: "Wat moeten we doen? Wat zal de
Gouverneur doen als hij hoort dat zijn zoontje in
ons dorp is overleden? Help ons, Anansi, zeg ons
wat we moeten doen!"
Anansi deed of hij nadacht: "Het is jullie
schutd... Jullie zullen het kind moeten begraven."
Natuurlijk zouden ze dat doen. "En dan... dan
zullen jullie de Gouverneur iets moeten
aanbieden." - "Hij kan krijgen wat hij wil," riep
het Dorpshoofd. "Het halve dorp als hij wil!"
Anansi fronste zijn wenkbrauwen: "Wat zegt u daar?
Herhaalt u dat eens." - "Ons halve dorp,"
herhaalde het Dorpshoofd. "Zou hij dat aannemen?"
"We kunnen het proberen," zei Anansi, "ik zal
het opschrijven, dan kunnen jullie het tekenen."
Zo vertrok Anansi weer, met in zijn zak een papier
waarop alle dorpsbewoners hun handtekening hadden
gezet. "Ons halve dorp geven wij hierbij aan de
Gouverneur" stond op het papier. Nog eenmaal klonk
zijn lied op de rivier:
"Pagaai, doe je werk
Anansi is niet sterk
Anansi is een slimme spin
Iedereen trapt erin
Waarin
Daarin
Anansi krijgt altijd zijn zin."
"Zo, ben je terug, Anansi. Waar is dat halve dorp
van je?" Met deze woorden ontving de Gouverneur
Anansi. "Wat dacht u? Dat ik het in mijn zak had
gestopt?" zei Anansi op vrijpostige toon. "Zegt u
mij eerst maar eens hoe u mij gaat belonen." -
"Belonen waarvoor?" - "Hiervoor!" En Anansi
overhandigde het papier met het halve dorp aan de
Gouverneur.
De Gouverneur dacht razendsnel na. Hij was blij
met het halve dorp, maar hij werd ook een beetje
bang: Waar moet dat naartoe als alle spinnen halve
dorpen gaan veroveren en... ze niet aan mij geven?
"Een bezem!" besliste de Gouverneur. "Ik beloon je
met een bezem!" Toen Anansi dat hoorde, rende hij
weg. Hij vertrouwde het zaakje niet. Daarom gaan
spinnen er nog steeds snel vandoor, als je begint
te bezemen.
EINDE
Toelichting:
Een zeer bekende anansi-tori
waarvan verschillende versies bestaan.
Bron:
"Volksverhalen uit kleurrijk
Nederland. Dieren. Dierenverhalen uit de Chinese,
Joodse, Nederlandse, Indiase, Turkse, Surinaamse,
Marokkaanse en Indonesische verteltraditie"
Lemniscaat, Rotterdam, 1990.
|