De
aarbeienkoning
In aardbeienland heerste grote opwinding, want prinses aardbei ging trouwen
met prins aardbei. Zo was het al eeuwen en zo gebeurde het nu ook nog. Koning
aardbei was zeer tevreden over zijn aanstaande schoonzoon, zijn aardbeienveld
was groot en de aardbeien-planten droegen grote gezonde vruchten. Elk jaar was
de oogst rijk en zijn dochter kon het niet beter treffen. Maar hoe dacht het
aarbeienprinsesje er zelf over? Nou, om eerlijk te zijn vond ze haar aanstaande
man niet geweldig. "Ik ken hem amper," jammerde ze en ik houd helemaal
niet van hem en hij is ook te dik." "Onzin", zei de koning.
"Je mag blij zijn datje zo'n goede man krijgt en geloof mij maar, later als
de kindertjes komen, ben je blij dat je zo'n goede echtgenoot hebt. Ik wil er
niets meer over horen, punt uit."
Ach, dacht het prinsesje, met mijn vader is niet te praten. Bedroefd ging ze op
een grote aardbei zitten en begon hartverscheurend te huilen. Plotseling hoorde
ze iemand achter haar rug kuchen. Geschrokken keek ze om en zag tot haar grote
verbazing een blauwe-bessenjongen staan. Wat is hij knap, dacht ze meteen en
droogde vlug haar tranen. "Waarom huil je zo?" vroeg de
blauwe-bessenjongen. "Dat is een lang verhaal", fluisterde het
aardbeienprinsesje. En ze vertelde over haar vader die haar dwong om met iemand
te trouwen die ze helemaal niet aardig vond. "Dan moet je het niet doen.
Weet je wat, ga met mij mee naar mijn land, het bessenland. Ik ben de
bessenprins en mijn vader en moeder zijn de bessenkoning en -koningin."
Eerst aarzelde het aarbeienprinsesje, maar ze vond hem zo aardig, dat ze toch
met hem meeging. De bessenkoning en koningin waren heel aardig voor haar en
natuurlijk moest ze alle soorten bessen proeven. De meeste vond ze lekker,
alleen de rode bessen waren een beetje zuur, maar met een beetje suiker ging het
best. Toen het avond werd, moest ze afscheid nemen. Ze moest natuurlijk weer
terug, haar vader was vast al erg ongerust. "Wat jammer nou," zei de
bessenprins, "ik wou dat je hier altijd kon blijven, omdat ik je zo lief
vind. Wil je niet met mij trouwen?"
"O, ja, heel graag, maar kan dat wel, een aardbei die met een bes
trouwt?"
"Ik zou niet weten waarom niet."
"Maar wat zal mijn vader daarvan zeggen? Hij vindt het nooit goed."
Gelukkig kreeg de moeder van de prins een slim idee. Ze zei: "Bak maar een
grote taart, een aarbeientaart met een heleboel bessen erin." Ze gingen
meteen aan de slag en maakten een grote taart met slagroom er bovenop en
bosbessencrème. Hij zag er heerlijk uit en zo smaakte hij ook. Zelfs de
aarbeienkoning vond hem heerlijk, hoewel hij er eerst niet eens van wilde
proeven. Maar toen het aardbeienprinsesje weer dikke tranen huilde, nam hij toch
een stukje van de taart. En hij nam nog een hapje en nog een... Wat smaakte de
taart heerlijk. De aardbeienkoning at hem helemaal alleen op. De kinderen
mochten met elkaar trouwen, want aardbeien met bessen waren werkelijk heel
lekker. Al de volgende dag werd de bruiloft gevierd. Iedereen was blij en had
plezier, behalve de aardbeienkoning, want die lag met buikpijn in bed. Hij had
te veel aarbeienbessentaart gegeten...
|