Soorten
sprookjes en verhalen
- De sage
Een sage is een mondeling overgeleverde volksvertelling die gepresenteerd wordt
als een waar gebeurd verhaal. Het woord ‘sage’ (= was gesagt wird, wat gezegd
wordt) wijst reeds op het belang van de mondelinge overdracht. Een sage heeft,
in tegenstelling met het sprookje en de mythe, een historische kern, vaak met
tijd- en plaatsaanduidingen. Doordat sagen doorverteld werden, kwamen ook hoe
langer hoe meer vervormingen voor. De oudste sagen zijn de Oud-IJslandse saga’s
die opgetekend werden tussen de 12de en de 14de eeuw. Ze handelen vaak over
koningen en helden.
- De mythe
Een mythe geeft een vorm van een verklaring, een symbolische voorstelling hoe de
wereld geworden is tot wat hij nu is, of ze geeft een verklaring van de
betekenis van de vaste elementen van het bestaan, zoals: waarom is er honger,
ziekte en dood? Waarom is er ouderdom? Hoe komt het dat er vuur is op aarde?
Waar komen de planten en de dieren vandaan? Een mythe handelt dus over
levensvragen die moeilijk te begrijpen zijn. In onze westerse wereld heeft de
Griekse en in mindere mate ook de Romeinse mythologie een weergaloze
verspreiding gekend. Met de komst van de wetenschap zijn heel wat natuurkundige
en menselijke problemen verklaard. Dit betekent echter niet dat de mythe gedoemd
is om geheel te verdwijnen. In deze technologische tijd roept de wetenschap
evenveel vragen op als ze beantwoordt. De hedendaagse mens probeert mythen te
creëren die hem moeten verzoenen met deze problemen.
- De parabel
De parabel is een bijzondere vorm van gelijkenis, waarin geprobeerd wordt een
diepere zedenles te verduidelijken in een aanschouwelijk, menselijk verhaal. In
deze zin is de parabel verwant met andere didactische of wijsheidsliteratuur,
zoals de allegorie (= een voorbeeldverhaal gebaseerd op een uitgewerkte
vergelijking). De parabel verduidelijkt in een zelfstandig verhaal met
menselijke hoofdfiguren rechtstreeks wat het wil ‘leren’. Meestal wordt de
parabel in een plechtig aandoend taalgebruik weergegeven. Als verhaalvorm is de
parabel ons het meest bekend uit het Nieuwe Testament, maar ook in de
boeddhistische literatuur komt het genre veelvuldig voor.
- De legende
Een
legende is een volks verhaal over Jezus of over heiligen, waarin meestal
wonderen gebeuren. Het woord komt van het Latijnse ‘legenda’, wat betekent
‘wat gelezen moet worden’. Door de vermenging van een historische kern,
namelijk een heiligenleven, met gegevens die de verbeelding aanspraken,
groeide de legende uit tot de godsdienstige tegenhanger van de sage,
he of wijsheidsliteratuur.
- De fabel
De fabel is een verhaal, meestal berijmd, waarin vooral dieren en ook planten
optreden als menselijke wezens. Dit wordt dan gevolgd door een zedenles. Door de
combinatie van dierlijk handelen met menselijk denken wordt het in een fabel
mogelijk menselijke zwakheden en wantoestanden op de korrel te nemen, zonder
persoonlijk te hoeven worden. De mens wordt een spiegel voorbehouden. Om deze
reden rekent men de fabelliteratuur ook tot de didactische of
wijsheidsliteratuur.
- Het sprookje
Het sprookje (verwant aan het woord ‘spreken’), verhaalt op een eenvoudige,
overzichtelijke manier de strijd tussen goed en kwaad, waarbij het goede het
uiteindelijk haalt (sprookjesgeluk). Het sprookje speelt zich af in een
wonderlijke, gefantaseerde wereld: er wordt getoverd, dieren kunnen praten,
doden worden weer levend… Niets is in het sprookje onmogelijk, want de fantasie
heerst er volkomen vrij. Als lezer moet je dan ook bereid aan te nemen dat de
realiteit van de sprookjeswereld anders is dan de onze.
- Het dierensprookje
Omdat dieren reeds altijd tot de natuurlijke omgeving van de mens behoord hebben
(als vriend, vijand, huisdier...) heeft het gedrag van die dieren de mensen ook
altijd al geboeid en geïnspireerd. Mondelinge verhalen moeten er ongetwijfeld
bijna evenveel zijn als verhalen over medemensen. In die verhalen beschikken
dieren soms over magische krachten die zij in de natuur eigenlijk niet hebben.
Zo leidde het onverklaarbare van sommige natuurverschijnselen ertoe, verhalen te
vertellen of te schrijven waarin dieren allerlei wonderlijks beleefden. Mensen
hadden die verhalen nodig om bepaalde zaken uit te leggen, te duiden. Merkwaardig is wel dat bij alle volkeren het dier in de sprookjeswereld een zeer
belangrijke plaats heeft ingenomen. In dierensprookjes worden dieren bewust
vermenselijkt, meestal met de bedoeling de mensenwereld door middel van de
dierenwereld uit te beelden. Het spreekt vanzelf dat de meeste kenmerken van het
sprookje in het algemeen ook in het dierensprookje terug te vinden zijn.
|