Algemene technieken
van verschillende materialen en gereedschappen.
Werkstukken van
Joke Offringa en Hanneke Lucassen
Voor
alle duidelijkheid hebben we ze hier op een rijtje gezet.
Materialen en gereedschappen
Hobbylijm
Hobbylijm is een verzamelnaam voor alle witte lijmsoorten die
transparant opdrogen. Deze lijm is zeer geschikt voor het lijmen van papier en
stof.
Katoen
Katoen is een plantaardige textielvezel en heeft de volgende
eigenschappen: het neemt veel vocht op, is sterk, hittebestendig en gemakkelijk
te verwerken. Het is belangrijk de stof te wassen voor je begint, omdat katoenen
stof krimpt.
Multicoat
Te gebruiken als lijm en lak. Het zorgt voor een beschermlaag en
een egale glans.
Scharen
Scherpe scharen zijn belangrijk. Gebruik altijd twee scharen
namelijk een hobbyschaar en een stof-schaar. Gebruik de hobbyschaar voor het
knippen van papier of aslan. De stofschaar gebruik je alleen voor stof.
Tweezijdig plakfolie
Dit is een plakplastic met aan beide zijden een plakkant. Het
wordt ook wel asian genoemd. Dit is handig wanneer hobbylijm te 'nat' is.
Wol
Wanneer bij de benodigdheden wol wordt genoemd bedoelen we
daarmee wolachtige garens, dus ook acryl, mohair, mengsels van verschillende
grondstoffen enzovoort.
De borduursteken
Rijgsteek
Steek met de naald op en neer door de stof. Maak de steken
allemaal even lang, evenals de tussenruimtes. Zie tekening A.
Dubbele rijgsteek
Steek met de naald op en neer door de stof. Maak de steken
allemaal even lang, evenals de tussenruimtes. Zie tekening B. Begin opnieuw en
maak met een andere kleur weer een rijgsteek zodat de tussenruimtes nu ook
gevuld worden.
Omslingeren of overhandse steek
Borduur overhands van links naar rechts, zo dat de draad om de
rand slingert, zie tekening C. Borduur hierna, met een andere kleur, weer terug,
zodat er een zigzagsteek ontstaat, zie tekening D.
Draad opnaaien
Leg een draad op stof. Maak een kleine steek dwars op de draad.
Aan de achterkant maak je een lange steek. Wanneer je weer boven komt zet je de
draad steek voor steek vast met kleine dwarse steekjes, zie tekening E.
Festonsteek
Deze steek maak je van links naar rechts aan de rand van de
stof. Maak een steek, houd de draad onder de naald en trek de naald naar je toe,
zie tekening F.
Werkstukken van Conny Biesheuvel
In 7 hoofdstukken beschrijf ik verschillende boekjes die
allemaal gemaakt zijn van stevig papier/karton in de vorm van een doosje,
allemaal met dezelfde afmetingen met daaromheen een boekenkaft gelijmd. De
boekjes kunnen gemaakt worden om er een verrassing in te verstoppen zodat het
later in z'n geheel als cadeautje weggegeven kan worden. Maar de boekjes kunnen
ook als traktatie idee voor een jarige job gebruikt worden. En wat is er op
tegen om een boekje te maken en deze later in de boekenkast te zetten?
Algemene werkbeschrijving voor de (traktatie)boekjes
De (traktatie)boekjes worden allemaal op dezelfde manier gemaakt door een
basisdoosje te tekenen (kopieren) op papier, uit te knippen, te ritsen en in
elkaar te zetten. Daarna wordt het kaft(deel) erop bevestigd, waarop je onder
andere de titel van het boekje zet.
Het patroon voor het basisdoosje vind je in deze map onder bestandsnaam
technieken. Op een vel A4 papier kunnen twee doospatronen getekend worden door
het patroontje om en om te leggen. De zwarte lijnen zijn de snijlijnen
(ofkniplijnen), de stippellijnen worden aan de goede kant van het karton
voorzichtig geritst zodat de verschillende delen omgevouwen kunnen worden. De
vier, evengrote, plakstrookjes worden met stevige, transparante hobbylijm
bevestigd aan de binnenkant van het doosje. Plaats eventueel knijpers op de
hoeken van het doosje zodat het geheel de tijd heeft om goed te hechten.
Let op dat de vijfde, grootste, flap van het doosje gebruikt wordt om het
boekdoosje te openen en te sluiten, dus deze niet vastlijmen! Ondertussen kan je
dan verder gaan met het volgende doosje of met het maken van de kaft. De kaft
bestaat uit een rechthoek die uitgeknipt/ gesneden wordt (patroon vind u in deze
map onder patronen) De stippellijnen zijn weer de ritslijnen. Let op dat er weer
geritst wordt op de mooie kant van het papier, zodat de kaft later netjes over
het doosje heen valt.
In plaats van een hele kaft kan ook een strook kanon met de juiste afmetingen
dienst doen als kaft.
De titels van de boekjes kunnen aangebracht worden met plakletters,
lettersjablonen of gewoon uit de losse hand. Gebruik een fijnschrijver of
watervaste stift.
Tip
De bladzijdes van de boekjes kan je maken door aan de drie zijkanten van het
doosje strookjes ribkarton te lijmen.
Werkstukken vanAnja Ypenburg
Nodig
• Glasstickerverf in kleuren die je mooi vindt
• Glassticker contourverf voor de lijntjes
• Glasheldere stickerverf
• Plastic insteekhoesjes van een ringband
• Tekeningen, zelfgemaakt of voorbeelden uit dit boek
Je hebt geen kwast nodig, je tekent met het tukje dat aan de fles zit.
Zo doe je het
Stop je tekening in het plastic hoesje. Trek met de contourverf de lijnen over.
Laat de verf een paar uur drogen. Kleur de tekening in met stickerverf. Na één
of twee dagen is de verf droog, dan kun je de sticker van het hoesje afhalen. De
stickers kleven goed op glas, glad plastic en geglazuurd aardewerk. Ze zijn er
ook weer makkelijk af te halen.
Opgedroogde stickerverf is een beetje doorzichtig. Als je een helemaal
ondoorzichtige sticker wilt hebben, verf dan de achterkant van de sticker met
witte stickerverf. Voordat je de sticker gaat gebruiken, moet je deze opnieuw
goed laten drogen.
Ook kan je de lijntjes van een tekening eerst kleuren met witte verf. Als dit
droog is kan je hier over heen de kleuren schilderen.
Heb je dunne uitsteeksels aan een tekening, zoals de sprie-ten van een vlinder,
dan kun je hier glasheldere sticker-verf omheen doen. Alle stukjes van je
tekening blijven dan goed aan elkaar vastzitten.
|